Helena Hoogenkamp ondervindt de schoonheidsdiscriminatie van american apparel aan den lijve.

AMERICAN APPAREL koppelt simpele kleding aan schoonheid en seks. Hun advertentiecampagnes staan bol van de zichtbare tepels en bilspleten van voorover gebogen tieners. Niet alleen het promotiemateriaal streeft naar het juiste aura van adolescente softporno, ook het personeel moet passen in het plaatje. In de Verenigde Staten lekte onlangs een intern protocol uit dat storemanagers verplicht tot het nemen van full-body foto’s en gezichtsclose-ups bij sollicitaties. Handige richtlijn: Laat sollicitanten hun jas, hoofddeksel en eventuele ruimvallende kleding verwijderen om ze beter te kunnen beoordelen op ‘persoonlijke stijl’. Dit beeldmateriaal wordt opgestuurd naar het Amerikaanse hoofdkantoor waar het wordt beoordeeld door Dov Charney, oprichter en CEO van American Apparel, berucht om zijn gewoonte om naakt te vergaderen. Dit aannamebeleid dient ter promotie van ‘The New Look’, een lijn die de keten zelf omschrijft als ‘Classy-Vintage-Chique-Late 80s- Early 90’s-Ralph Lauren-Vogue-High end-Brand.’ Hiermee hoopt het merk zich op te werken naar een duurder marktsegment.

Flapoorcorrectie
Zo’n protocol afdoen als typisch Amerikaans flopt door verhalen uit mijn knappe kennissenkring. Een goede vriendin werd in de Kalverstraat aangesproken door een scout. Outdoor-werven is voor American Apparel een standaardpraktijk, er staat een bonus op het aandragen van nieuw personeel. Toen ze bedankte omdat ze al een baantje had kreeg ze prompt een managerspositie aangeboden. Er kwam geen CV aan te pas. Een ander meisje vertelt over haar beeldschone vriendin met iets uitstaande oren die al een tijdje bij de American Apparel werkzaam was toen ze van haar manager te horen kreeg dat de winkel bereid was om voor een flapoorcorrectie te betalen. Als personeelsbeleid dat discrimineert tussen ras, sekse en handicaps verboden is, mag men sollicitanten dan wel uitsluiten op lelijkheid en aannemen op niets anders dan uiterlijk? Prima volgens American Apparel, dat in haar protocol vermeldt sollicitaties per email überhaupt niet te behandelen.

Solliciteren
Ik besluit de proef op de som te nemen: ik ga solliciteren. Tegen sluitingstijd betreed ik een Amsterdamse vestiging. Tussen de in basics gehulde paspoppen die hun waar wijdbeens aanprijzen schiet ik een verkoopster aan. Hoewel ik dit filiaal heb uitgekozen op een gerucht over personeelstekort neemt ze me nauwkeurig op en zegt dat er geen behoefte is. Terwijl ik een nieuw plan du campagne bedenk loop ik bijna een kleine verkoopster op elegante hakken omver. Op mijn gestamelde excuus verzucht het meisje in het Engels met Duits accent dat ze haar voeten het liefst zou afhakken. Jaloers kijkt ze naar mijn lage leren schoentjes die kennelijk ‘toegestaan’ zijn, in tegenstelling tot sneakers en sandalen. Mijn schoenen zijn goedgekeurd, nu de rest nog. Ik pluk lukraak een aantal stukken van de nieuwe prijzige lijn uit de rekken om vervolgens in een pastelkleurige pantalon en een wollen hemdje met doorkijkgaten opzichtig door de winkel te paraderen.

Vakantiebestemming
Wanneer ik met een berg -voor mij onbetaalbare- kleren bij de kassa arriveer, wordt mijn tweede sollicitatiepoging beantwoord met een brede glimlach. Mijn naam, telefoonnummer en hippe vakantiebestemming Berlijn worden als relevante informatie op een post-it genoteerd. Het kassameisje loodst me langs de andere verkoopsters die me van top tot teen opnemen. Na wat minzame knikjes tovert ze een fototoestel tevoorschijn. Ik word voor een kledingrek opgesteld. Van heel dichtbij worden foto’s genomen van mijn blozende gezicht en ik moet rechter gaan staan voor de full-body shots. Enkele klikken later zijn we klaar, ik zal alleen iets horen als ik ‘geschikt’ blijk te zijn. Waar de foto’s voor zijn? ‘Om te bepalen of je in het team past.’ Een medeverkoopster die aanvult ‘of je in de winkel past,’ krijgt van haar fotograferende collega een waarschuwende blik. Mijn CV kan ik eventueel nog meenemen als ik word goedgekeurd voor een proefdag. Beduusd verlaat ik de winkel, nagezwaaid door het gehakte verkoopstertje. ‘Hope to see you soon!’

Modepopjes
Soon is de volgende dag als ik mijn aankopen retourneer bij een andere vestiging. Ze werkt bij de Duitse American Apparel, maar eenmaal aangenomen kun je in elk filiaal ter wereld aan de slag. Waarom breng ik alles terug? ‘You looked lovely.’ En stiekem wil ik de pastelkleurige pantalon heel graag houden. Hoewel ik na gisteren de keten eigenlijk wil boycotten, beroert American Apparels formule mij dus wel. Accepteer ik dat dit bedrijf – dat zich op de borst klopt over de verantwoorde arbeidsomstandigheden bij zijn kledingproductie – een personeelsbeleid heeft waar vorm boven vaardigheid gaat? Mijn vrienden vinden het normaal. ‘Je wordt overal op uiterlijk beoordeeld. Dat is hoe de wereld werkt’ Misschien, maar American Apparel heeft dit ongeschreven feit verheven tot een beleid waarin alleen plaats is voor internationaal inwisselbare modepopjes. Ondertussen gaat de week voorbij en rinkelt mijn telefoon niet. Gewogen en te lelijk bevonden. Auw. 

Dit item werd eerder gepubliceerd op een van de vorige Dorst weblogs.