Vroeger bouwden we houten huizen, maar met de komst van beton en staal verdween die traditie. Hout is echter helemaal terug, en daar zijn volgens architect Bjarne Mastenbroek goede redenen voor. 'De ontwikkelingen gaan razendsnel.'

‘Er wordt in Nederland op een vreemde manier naar bomen gekeken: als hij ons niet tot direct nut is kan hij ook wel weg, heel gek.’ Architect Bjarne Mastenbroek (1964) windt zich op als de Nederlandse omgang met natuur ter sprake komt. Het heeft wellicht te maken met zijn Noorse wortels zegt hij, en met zijn ouderlijk huis, dat midden in het bos stond: een huis zonder hekken, waar de reeën gewoon door de tuin liepen. ‘Het huis was echt één met het bos.’

Het was in dit bos dat hij voor het eerst iets van hout bouwde: een boomhut, samen met vriendjes. De liefde voor hout bleef, maar het duurde nog dertig jaar voor Mastenbroek als volwassen architect voor hout koos. Zijn eerste houtbouwproject, een woonboerderij bij Zutphen, werd in 2004 opgeleverd. Mastenbroek tekende het als bouwpakket, in de vorm van zeventig stukken hout die als een puzzel in elkaar pasten. 

Deze werden vervolgens in Duitsland in een fabriek als kant-en-klare elementen op maat gemaakt en in Zutphen in elkaar geschroefd, in zes dagen tijd.’ Andere houtprojecten volgden, zoals Hotel Jakarta op het Amsterdamse Java-eiland, de synagoge van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam en de recent opgeleverde basisschool Klein Amsterdam.

(tekst loopt door onder afbeelding)

Bjarne Mastenbroek bij een maquette van de synagoge van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam

‘Bij hout voelen mensen zich niet alleen prettiger,’ zegt Mastenbroek, ‘houtbouw kan ook een belangrijk aandeel leveren in de strijd tegen CO2-uitstoot. Wat weinig mensen weten is dat de betonindustrie enorm vervuilend is. De sector stoot drie keer zo veel CO2 uit als de hele luchtvaartindustrie.’ 

Om een betonnen wandje te bouwen, rijden vrachtwagens bovendien meer dan tien keer op en neer. Terwijl het transport van de houten woningmodules van fabriek naar bouwlocatie in één keer gaat.

cross-laminated timber

Houtbouw heeft als het om het klimaat gaat nog een tweede voordeel. Bomen nemen CO2 op, door in hout te bouwen sla je die CO2 vervolgens voor lange tijd op. ‘Als je een eengezinswoning van hout bouwt, zet je daarmee de CO2 van ongeveer twintig jaar autorijden van een vorige generatie weer vast.’ 

Dat houtbouw aan een opmars bezig is, hangt ook samen met technologische ontwikkeling. Het is niet alleen noodzakelijk vanwege het klimaat, het is nu ook mogelijk dankzij de uitvinding van CLT, cross-laminated timber: houten planken, vaak van dennenhout, die kruiselings op elkaar worden gelijmd en geperst. Je kunt er balken van maken, en platen van veertig centimeter dik, bijna vier meter breed en zeventien meter lang. Planken en balken die in hypermoderne fabrieken met hightechmachines in de gewenste vorm worden gefreesd. 

Er is genoeg bos, in Europa groeit elke paar seconden een nieuw huis.

Bjarne Mastenbroek

Houtbouw mocht zich al langer in de aandacht van media en politici verheugen, maar veel opdrachten leverde dat nooit op. ‘Met een houten ontwerp sta je bij een aanbesteding op achterstand en zelfs als je wint, volgt vaak nog een hele strijd. Veel van die oorspronkelijk houten ontwerpen bestaan bij oplevering in werkelijkheid grotendeels uit beton. Je bent overgeleverd aan andere partijen en dan blijkt dat tijdens de bouw telkens weer wordt besloten ergens hout te vervangen door beton. Dat is goedkoper, zeggen ze dan.’ 

vooroordelen

Houtbouw zal echt wel goedkoper worden, denkt Mastenbroek. ‘Vergelijk het met de eerste elektrische auto’s, het gaat om schaalvoordeel. Het is bovendien oneerlijke concurrentie. De maatschappelijke kosten van de betonindustrie vanwege de vervuiling worden niet doorberekend in het product, maar afgewenteld op de maatschappij.’

Hout mag dan het bouwmateriaal van de toekomst zijn, er zijn nog genoeg weerstanden te overwinnen. Veel vooroordelen ook volgens Mastenbroek, die ze een voor een van tafel veegt: beton is steviger (‘Ga in een aardbevingsgebied bouwen, daar wil je toch echt liever een houten gebouw’), hout fikt (‘Nee, het brandt in, wanden blijven urenlang overeind’), hout rot (‘Hout neemt vocht op als het binnen vochtig is, laat het weer los als het droog is en zorgt zo voor een prettig binnenklimaat, overigens: wel eens van betonrot gehoord?’), het gaat minder lang mee (‘Dan zou mijn huis nu al verzakt zijn, want dat is vierhonderd jaar oud’), het is ongeschikt voor hoogbouw (‘met hout kun je op dit moment nog niet gemakkelijk naar zeventig à tachtig meter, maar twintig jaar geleden was het toch ook ondenkbaar dat je met een elektrische auto zeshonderd kilometer aflegde?’), het is bewerkelijk, bouwen duurt een eeuwigheid (‘Je bouwt er juist veel sneller mee en het veroorzaakt bovendien minder overlast voor de buurt’). 

Het is een kwestie van niet willen. Een grote betonfabriek wil natuurlijk niet horen dat zij over vijftien jaar de helft produceert. Maar grootschalige houtbouw is echt mogelijk.

Bjarne Mastenbroek

Houtbouw ontmoet om nog een andere reden scepsis. Allemaal leuk en aardig natuurlijk zo’n bijzondere woonboerderij en zo’n hotelletje, maar de bouwopgave in Nederland bedraagt een miljoen woningen in de komende twintig jaar. Met houtbouw is dat toch onmogelijk?

Onzin volgens Mastenbroek. ‘Het is een kwestie van niet willen. Een grote betonfabriek wil natuurlijk niet horen dat zij over vijftien jaar de helft produceert. Maar grootschalige houtbouw is echt mogelijk. Wij waren onlangs bij de opening van een enorme productiehal in Duitsland. Die ene fabriek alleen al is in staat om een miljoen kuub per jaar te draaien.’

Tegenlicht Meet Up: De houten eeuw

woensdag 23 oktober om 20.00 uur in Pakhuis de Zwijger, Amsterdam.

Met onder anderen regisseur Geert Rozinga en architecten Leen Borst en Jeroen van Schooten. Toegang gratis, reserveren via dezwijger.nl/tegenlicht. Kijk ook in de agenda voor een Meet Up in de buurt.

houten palen

Aan hout geen gebrek, zegt Mastenbroek. ‘Er is genoeg bos, in Europa groeit elke paar seconden een nieuw huis. Je kunt elk jaar miljoenen huizen bouwen, met de bestaande bosvoorraad, als je maar weer evenveel bomen aanplant.'

Voorlopig is de meeste houtbouw nog hybride bouw, ook Hotel Jakarta heeft nog ‘gewoon’ een betonnen fundering. Maar er is geen enkele belemmering om die funderingen van hout te maken, zegt Mastenbroek. ‘Eeuwenlang is er met houten palen gebouwd. Het Paleis op de Dam staat op houten palen. Mijn eigen huis staat op houten palen. Waarom niet terug naar houten palen? Je ramt ze de zompige grond in en zolang ze maar onder water staan, voldoen ze voor honderden jaren. Het is een kwestie van tijd, de ontwikkelingen gaan razendsnel. Ja, ik geloof echt dat na de betonnen eeuw nu de houten eeuw in aantocht is.’