Het Gorki Theater uit Berlijn vaart een opwindende nieuwe koers en is nu even cultureel divers als de stad zelf. In Der Untergang der Nibelungen wordt de klassieke Ring-mythe omgetoverd tot eigentijds verhaal over macho’s en macht.

Der Untergang Der Nibelungen opent ijzersterk met pontificaal op toneel een zwarte Mercedes. Snelle gozers en meiden hangen rond de patserbak, beetje geilen op de motorkap met het ritmisch openen en dichtsmijten als metafoor van seks. Maar de auto, het symbool van het naoorlogse Duitse Wirtschaftswunder, is gebutst, aangereden zo te zien.

Er zitten deukjes in het Duitse mirakel. Het Berlijnse Gorki Theater ging aan de haal met het eeuwenoude Nibelungenverhaal en maakte een oneerbiedige, eigentijdse bewerking van het Duitse erfgoed, de middeleeuwse mythe waarop niet alleen Wagners Ring-cyclus is gebaseerd, maar ook Tolkiens The Lord of the Rings. In de oude mythe hebben de Nibelungen het Rijngoud in handen, bron van ongebreidelde rijkdom en macht. Regisseur Sebastian Nübling en Jens Hillje, vaste dramaturg van Gorki, brachten het verhaal terug tot de essentie, als klassiek verhaal over de hoogmoed van de macht die ten val komt in een destructieve kolk van hebzucht, wraak, liefde en haat. Het Rijngoud is vervangen door de nieuwe heilige koe: de moderne economie, op het altaar waarvan vele offers worden gebracht. Het loopt niet goed af.

‘In wezen gaat ons stuk over de Duitse ziekte: superioriteitsgevoel en arrogantie,’ zegt Sebastian Nübling in Berlijn, na afloop van een opvoering van het stuk in februari. ‘We hebben de mythe afgepeld. Siegfried en zijn trawanten zijn bij ons niets anders dan egoïstische machtswellustelingen.’ We zitten in de kantine, een afgebladderde ruimte met typisch Oostduitse charme. Openbaar toegankelijk, zodat na de voorstelling het publiek zich mengt met de zojuist afgeschminkte acteurs.

Bewogen verhaal

De ster van Sebastian Nübling schoot als een komeet omhoog nadat hij werd uitgeroepen tot Jonge regisseur van het jaar in 2002. Nu is hij een veelgevraagd regisseur, ook in het buitenland. In 2010 maakte hij bij Toneelgroep Amsterdam Ubu, ook over het thema misdaad en macht. Hij staat bekend om zijn eigenzinnige, fysieke stijl en maakt stukken met naast tekst ook een groot aandeel voor muziek en beweging.

In zijn regie is Der Untergang der Nibelungen speels en vol verassende vondsten, zoals de Mercedes als centerpiece. Opvallend zijn de vele culturele citaten en verwijzingen, zoals de kruipende man aan de halsband, een echo van Pasolini’s film 120 Dagen van Sodom. De Mercedes is ook een citaat, van Kienholz indrukwekkende 5 Car Stud uit 1969, een installatie over raciaal geweld van vijf auto’s waartussen blanken een zwarte man molesteren. Ook de speech van Göring uit 1943 (‘Wollt Ihr den totalen Krieg?’) en de ‘Dönermoorden’ op Turkse winkeliers door neonazi’s die een paar jaar geleden voor veel ophef zorgden, komen voorbij. Zowel in Nüblings werk als bij het Gorki zelf is de actualiteit nooit ver weg.

In deze stad, waar de muren hun kogelgaten dragen als littekens, is het Gorki Theater weer een geval apart. Gelegen aan Unter den Linden staat het tussen gebouwen die samen het bewogen verhaal vertellen van Berlijn: het ministerie van Financiën uit de Pruisische tijd, de Neue Wache waar de Eerste Wereldoorlog is uitgeroepen, en het Bebelplein waar de nazi’s in 1933 boekverbrandingen hielden. Na de oorlog bevond dit gebouw zich in de Russische zone, in 1952 werd het het Maxim Gorki Theater met veel marxistisch repertoire – al ging ook toneelrevolutionair Heiner Müller hier in première. De cirkel is rond in de wetenschap dat het Gorki uitkijkt op het zachtgele appartement van Angela Merkel, centrale leider in het hedendaagse machtsblok Europa.

 

Revolutie

Het gebouw behoorde altijd toe aan de Berlijners. Ooit repeteerde hier het eerste gemengde stadskoor, zegt de persvoorlichter die ons rondleidt. Lang duurt dat niet; het Gorki is het kleinste theater van de stad. Zo klein, dat het decor erbuiten is opgeslagen in containers. De Mercedes wordt iedere avond in stukken gedemonteerd omdat hij anders niet in het toneelliftje past.

Van buiten oogt het klassiek, binnen heerst de allure van een broedplaats: licht anarchistisch en met een vrolijk stemmende yes we can-energie. Avond aan avond zijn hier voorstellingen; het Gorki is repertoiretoneel, vrijwel elke dag staat er iets anders op de planken. Hillje: ‘Het Berlijnse publiek is dat gewend. Dit maakt dat ze blijven komen.’ Naast de grote zaal is er de kleine studio ja, ‘ik’ in het Russisch, met politieke discussies, optredens en manifestaties. Greep uit de agenda: De asielmonologen, Israel for Cowards en de viering van Nouruz, het Iraans/Koerdische nieuwjaarsfeest. Gorki participeert ook in lesprojecten op scholen. Net zoals in de tijd van het gemengde koor van weleer wil het gebouw openstaan voor iedereen die afgelopen decennia in de stad is beland. Immigranten, expats, asielzoekers, en geboren en getogen Berlijners. En ditmaal blijft het nu eens niet bij woorden.
 
Daaraan ging heel wat vooraf. In 2013 heeft hier niets minder dan een revolutie plaatsgevonden. Onder de nieuwe leiding van de half-Turkse Shermin Langhoff en Jens Hillje ging de voltallige bezetting, op één actrice na, de laan uit, middels gespreksrondes en het niet verlengen van aflopende contracten. Om plaats te maken voor 56 nieuwe jonge acteurs van gemengde afkomst, vooral Turkse Duitsers. Dat moet een moeilijke tijd zijn geweest. Alleen al praktisch gezien: hoe werk je zoveel mensen tegelijk in? Jens Hillje glimlacht. ‘We waren allemaal nieuw, dus we moesten allemaal wennen, dat scheelt.’

veelgevraagd

Het nieuwe Gorki wil voor alles een afspiegeling zijn van de huidige Berlijnse bevolking, en dit is daarvan de ultieme consequentie. Het is het eerste Duitse gezelschap dat zo ver durfde te gaan. Het werd bepaald niet door iedereen omarmd. Langhoff, de eerste Turkse intendant van een Staatstheater (en de eerste vrouw op zo’n post), werd in de pers met argusogen gevolgd. De theaterwereld deed lacherig over de ‘multi-culti schuur’, oudgedienden vroegen zich af: wat maken we nu, Turkentheater?

Maar een jaar later gaf de Duitse theaterpers Gorki gelijk, en benoemde Gorki tot Theater van het jaar. Ook kreeg Gorki de prijs voor Stuk van het jaar en Acteur van het jaar.
 
Een half jaar later lijkt alles op zijn plek gevallen. Sinds de eretitel zijn ze veelgevraagd, ook in het buitenland. De kaartverkoop was nooit eerder zo hoog, en de zaal zit vol jong, gemengd publiek – droom van menig vergrijzend theater. Al met al een hele prestatie. En dat niet alleen. Gorki is trendsetter, zegt directeur Ruth Mackenzie van het Holland Festival die het gezelschap naar Amsterdam haalde, in een reactie. ‘Dit is de toekomst.’

Stadsschouwburg

Der Untergang der Nibelungen
Woensdag 10 juni en donderdag 11 juni, 20.30 uur.
 
Sebastian Nübling: ‘We hebben de mythe afgepeld. Siegfried en zijn trawanten zijn bij ons niets anders dan egoïstische machtswellustelingen.’