In Extremalism wordt de verbinding tussen de beide groepen meteen onderstreept. Greco en Scholten werken met een groot ensemble van 24 Franse dansers en zes dansers uit Amsterdam. Het is dan ook druk op de studiovloer. Twee maanden voor de première in het Holland Festival is de nieuwe choreografie nog lang niet voltooid. Het wordt, vertellen de twee later aan de vergadertafel in het kantoor van Scholten, een soort ‘back to the future’. ‘Een cadeautje aan onszelf, voor ons twintigjarig bestaan,’ aldus Scholten.
Hij is een vlotte prater, die soepel formulerend filosofen en andere intellectuelen aanhaalt. Greco is bedachtzamer, begint zijn zinnen vaak opnieuw en lijkt meer vanuit zijn lichaam te denken. Zijn uitleg in de studio klinkt ook zo: ‘De voet is een beetje verlegen,’ ‘De ogen trekken de beweging omhoog,’ ‘De handen blijven sensitief.’
Hun choreografieën vielen meteen op. Al in de eerste solo Bianco (1995) werd de toeschouwer getroffen door Greco’s intensiteit en dierlijkheid. Gespannen als een veer, alert en klaar om te reageren op zijn omgeving tripte hij over het toneel, met zijn blik nerveus en staccato de ruimte metend. Met zijn voeten tastte hij onderzoekend de vloer af. Introvert en tegelijk transparant.
Die lichamelijkheid was opmerkelijk. Een groot deel van de danswereld hield zich destijds onder invloed van choreograaf William Forsythe bezig met een puur rationele deconstructie van het lichaam, Greco en Scholten presenteerden het juist als een door intuïtie gedreven schepsel waarin hoofd en lichaam onverbrekelijk met elkaar waren verbonden.
Bianco vormde het eerste deel van een drieluik, Fra cervello e movimento (tussen brein en beweging), dat wegens de opvolgende delen Rosso en Extra Dry ook wel de Martini-trilogie is genoemd. Greco leverde het bewegingsmateriaal, Scholten kanaliseerde die woeste stroom in een dramaturgische structuur. In Extra Dry dook voor het eerst een partner op, waarna de overdraagbaarheid van bewegingen, bewegingsintenties en -kwaliteiten een belangrijk onderdeel werden van het werk in de studio.