Join the elite, is een uitspraak van Mackenzie. ‘Ga naar het museum, probeer het. Het enige dat je verliest als je het niks vindt, is tijd.’ Waar komt haar focus op participatie vandaan? ‘Ik denk uit mijn jeugd. Racisme, discriminatie, seksisme: ik had daar al jong sterke gevoelens over,’ vertelt ze. Mackenzie is enig kind van Zuid-Afrikaanse journalisten die moesten vluchten voor het Apartheidsregime. Zij groeide op in Londen. ‘Mijn moeder werd opgepakt tijdens het Sharpeville protest in 1960. Daar heeft ze nog lang weet van gehad. De overheersende ervaring in mijn jeugd was de politiek, niet het theater. Toen ik klein was gingen we vaak naar Trafalgar Square om te protesteren tegen Apartheid.’
Wat Mackenzie cultureel heeft gevormd, is het kinderkoor, vertelt ze. Niet zomaar een koortje: ze zong bij de Finchley Children's Music Group, met een grote reputatie op het gebied van eigentijdse muziek. ‘We traden op in de Royal Festival Hall, ik was gewend de artiesteningang te nemen. Dat was geweldig. Het gevoel dat je er recht op had om daar als kind aan deel te nemen; ik vind dat ieder kind die kans moet krijgen.’ In Cambridge zat ze bij het studententoneel, tot haar jaargang behoorde ook Stephen Fry. ‘Maar ik had al snel door dat ik beter ben achter de schermen. Inspireren, mogelijk maken, kunstenaars laten schitteren. It’s the best job!’
Als ze één voorstelling mag noemen van haar eerste editie, is dat het koor uit Kaapstad, the Cape Traditional Singers. ‘Dat is voor mij persoonlijk heel bijzonder. Dit is waar mijn ouders het voor deden. Zwarte jongens en meisjes op toneel! Had nooit gekund, toen.’ In de stilte die valt, schieten haar de tranen in de ogen.