André de Ridder, Jherek Bischoof en Stargaze wagen zich met de herinterpretatie van Bowies Blackstar op ‘een glibberige helling’. Aan de andere kant: ze doen wat David Bowie zelf ook deed, zijn eigen werk opnieuw belichten.

Als het bewerken van muziek van David Bowie al een zonde zou zijn, dan is een herinterpretatie van Bowies laatste album Blackstar heiligschennis in het kwadraat. Blackstar, dat uitkwam twee dagen voor zijn dood begin 2016, is Bowies zwanenzang. ‘Look up here, I’m in heaven’, zingt hij in Lazarus. Wie aan zulke beladen muziek gaat sleutelen, moet ballen hebben.

De Amerikaanse componist Jherek Bischoff maakte daags na het overlijden van Bowie al een herbewerking van Blackstar – de titel- en de openingstrack. Aan de overzijde van de oceaan werd de Berlijnse componist André de Ridder ondertussen door de BBC benaderd voor een Bowie Tribute op de Proms. De Ridder wist onmiddellijk: als hij ja zou zeggen tegen dit project, wilde hij samenwerken met Jherek Bischoff en met orkestcollectief Stargaze, een jonge, frisse club die wars is van hokjesdenken en zowel Sufjan Stevens als Bartók op het repertoire heeft. Meer nummers van het album Blackstar kregen voor de Proms nieuwe arrangementen en voor het Holland Festival wordt nu twee jaar later het album integraal onder handen genomen.

Tribute to Blackstar

David Bowie, S T A R G A Z E, Anna Calvi, Soap&Skin, Laetitia Sadier

Stadsschouwburg Amsterdam

Woensdag 13 juni, donderdag 14 juni, 19.30 uur

Meer info

Als het bewerken van muziek van David Bowie al een zonde zou zijn, dan is een herinterpretatie van Bowies laatste album Blackstar heiligschennis in het kwadraat. Blackstar, dat uitkwam twee dagen voor zijn dood begin 2016, is Bowies zwanenzang. ‘Look up here, I’m in heaven’, zingt hij in Lazarus. Wie aan zulke beladen muziek gaat sleutelen, moet ballen hebben.

De Amerikaanse componist Jherek Bischoff maakte daags na het overlijden van Bowie al een herbewerking van Blackstar – de titel- en de openingstrack. Aan de overzijde van de oceaan werd de Berlijnse componist André de Ridder ondertussen door de BBC benaderd voor een Bowie Tribute op de Proms. De Ridder wist onmiddellijk: als hij ja zou zeggen tegen dit project, wilde hij samenwerken met Jherek Bischoff en met orkestcollectief Stargaze, een jonge, frisse club die wars is van hokjesdenken en zowel Sufjan Stevens als Bartók op het repertoire heeft. Meer nummers van het album Blackstar kregen voor de Proms nieuwe arrangementen en voor het Holland Festival wordt nu twee jaar later het album integraal onder handen genomen.

Glibberig

‘Het is inderdaad een glibberige helling,’ geeft De Ridder toe na een repetitie met Stargaze en Bischoff in Amsterdam. ‘Aan de andere kant: Bowie deed zelf tijdens zijn leven niet anders. Bij iedere tour maakte hij nieuwe versies van zijn oude werk. Met nieuwe arrangementen, nieuwe musici en een nieuwe sound. Hij was continu uit op de metamorfose. Met Blackstar koos hij ervoor om met jazzmusici te werken. Iedere keuze sluit ook iets uit. De arrangementen die hij maakte, blijven zeker in het geval van Bowie eeuwig voortbestaan – de muziek ligt vast. Wanneer anderen de muziek openbreken, kunnen zij elementen laten horen die in de originele arrangementen dieper onder de oppervlakte liggen. Onze opzet is om nieuwe dingen te laten horen.’

Sacraal

Een paar dingen vallen op. Veel van wat op Blackstar al dreigend, onheilspellend of dramatisch klinkt, komt nu nog heftiger uit de verf. Een orgelsolo hier en daar maakt de muziek bij tijd en wijle sacraal. Soms verandert de muziek compleet door toedoen van een minimale ingreep. ‘Je kunt wegkomen met winrgende dissonanties zolang je maar een stuwende drumbeat hebt,’ legt Jherek Bischof uit. ‘Wanneer je die weghaalt, voel je ineens hoe vreemd een arrangement is; precies wat ik met de drum ’n bass uit Blackstar heb gedaan.’ Het gevolg: het jazzy artrocknummer Blackstar voelt aan als een trage begrafenismars. Bischof: ‘Wie weet is dat zoals Bowie het voor het eerst hoorde toen hij het op de piano speelde, voordat hij er drums aan toevoegde.’

André de Ridder: ‘We focussen juist op de elementen die in zijn originele arrangementen diep onder de oppervlakte liggen.’

Androgyn

Een ander ding: de zangpartijen worden vertolkt door drie zangeressen: Anna Calvi, Laetitia Sadier (bekend van Stereolab) en Soap&Skin – geen enkele man zingt mee. De drie dames laten verschillende facetten van Bowie weerklinken; de een de verstilling, de ander de melancholie en de volgende de dramatiek. ‘Voor mij kwamen maar twee mannen in aanmerking: Damon Albarn van Blur en Win Butler van Arcade Fire,’ verklaart De Ridder. ‘Beiden hebben met Bowie zelf gezongen en Bowie had groot respect voor hen. Maar ze waren niet beschikbaar. Het probleem met een zanger is dat je zijn stem onmiddellijk gaat vergelijken met Bowie. Zangeressen maken de muziek abstracter. Tegelijkertijd wordt de muziek androgyner, dat past enorm bij de artiest aan wie we eer betonen.’