Veeg de paddenstoelen -zoveel als er in uw potten passen- goed schoon met keukenpapier. Snijd grote exemplaren misschien even door de helft of in kwarten. Kook ze in 2 delen water, 1 deel azijn, kruiden naar smaak: bijvoorbeeld rozemarijn, tijm of juist iets heel anders als steranijs en kaneelstok en een snuf zout zo'n 15 minuten zachtjes door. Giet de paddestoelen af boven een kom en bewaar het kookvocht. Laat ze een uurtje uitlekken op keukenpapier.
Kook ondertussen in een pan water één of meerdere lege jampotten met deksels uit om de potten te steriliseren. Dit kan ook in de vaatwasser, want die wordt ook kokend heet. Laat de potten omgekeerd op een schone theedoek uitlekken.
Verdeel een laurierblaadje, takje rozemarijn en takje tijm, of andere droge specierijen over de schone potten. Voeg daar uitgelekte champignons bij, schud de potten even kort en vul ze af met olijfolie. Zoveel dat ze helemaal onderstaan. Laat ze zeker 3 dagen marineren. Op een koele donkere plaats blijven ze een winter goed. Eenmaal geopend wel in de koelkast bewaren.