mondo lapone

Oliver Kerkdijk ,

Het coververhaal van VPRO Gids #3, die vandaag uitkomt, gaat over het werk van Antonio Lapone. Diep in Walloniƫ tekent deze Italiaan stilletjes een fijnproeversoeuvre in charmante retrosferen bij elkaar. Ruim baan voor een perfectionistische lijnvirtuoos.

Een mozaïekvernuftige grotestadsvertelling over personages die, in het Brussel van eind jaren vijftig, de liefde door hun vingers zien glippen (Accords sensibles). Momentopnames van zeer verschillende mensen op een verregende dag (Rainy day). Een archeoloog van smetteloos blazoen en een drinkebroerende ritselaar die in exotische contreien speuren naar raadselachtige kunstobjecten (A.D.A. - Antique Detective Agency). Een reeks zorgvuldig gestileerde schilderijen als mijmering over jazz en de nacht (Sentiers nocturnes).

Dit alles en nog veel meer moois vloeide in het eerste decennium van deze eeuw uit de pennen en penselen van striptekenaar, graficus, schilder en illustrator Antonio Lapone. Lapone, in 1970 te Turijn geboren als zoon van een naaister en een Fiat-arbeider, bezit een elegantie van lijn en oog voor compositie die, in het millennium van lawaaierig en lelijk, een zeldzaamheid zijn. Sophisticated en sierlijk is zijn stijl, gedrenkt in de sfeer en vormgeving van de jaren vijftig en vroege jaren zestig. Niet louter vanwege de terugkerende jazzreferenties heeft het iets muzikaals. Zingend en swingend ademt dat tekenwerk nu eens het raffinement van een mondaine cocktailbar om middernacht, en knistert dan weer in filmische cliffhangers van de ouderwetse suspense. Als invloeden citeert Antonio onder anderen de Franse art-deco-ontwerper Achille Luciano Mauzan, de Italiaanse affichekunstenaar Leonetto Cappiello en Belgische tekenaars als Yves Chaland, Serge Clerc en Ever Meulen. Een stripverhaal, portfolio, canvas van Lapone is als de perfecte martini: je wilt er het liefst in plonzen.

De laatste jaren zoekt Lapone steeds meer naar de intieme vertelling, en daarin weer naar dat wat je het kleine alledaagse moment van betekenis zou kunnen noemen. Naar het impliciete in een gebaar, een woord, een oogopslag. Met die verkenning van een subtieler universum in gedempte, vertraagde mineurnoten roeit hij onversaagd tegen de tijdgeest in.

koffie

Andenne, een door de vooruitgang vergeten plaatsje in Wallonië aan de zuidoever van de Maas. In het huis van Antonio Lapone en zijn Namense wederhelft Virginie Vertonghen – jaargang 1976, illustratrice, tingietster, beeldhouwster van stripfiguurtjes – worden momenteel driftig bananendozen verzameld. ‘We verhuizen naar de Ardennen,’ aldus de kittige Vertonghen, die een opvallende gelijkenis vertoont met de jongedame in Lapones winters glamoureuze omslagtekening voor deze gidseditie.

Eerst schuiven we, verrassing, aan voor het déjeuner. De meegebrachte fles Franse Limoux-chardonnay blijkt een uitstekende begeleider van de heerlijke quiches die Vertonghen heeft bereid. Anderhalf uur geanimeerde eettafelconversatie over bont allerlei passeert in een oogwenk. Als rechtgeaard Italiaan serveert Lapone uitstekende koffie, in een kop-en-schotel in de modernistische stijl van de Brusselse Wereldtentoonstelling 1958. Dezelfde Atoomstijl (vernoemd naar het Atomium, pronkstuk van de expo) die de Waalse tekenaars van Lapones preferentie al tot zo veel moois inspireerde.

Monter verplaatsen we ons gedrieën naar de eerste verdiep. De pakweg tien, vijftien passen van de smaakvol ingerichte kamer en suite naar het kleine, door het duo gedeelde atelier zijn als een tijdreis naar vijftig, zestig jaar terug. We passeren artefacten, ingelijste tekeningen, schilderijen, curiosa. Kasten vol kunstboeken, oude tijdschriften en uiteraard rijen strips. Op de overloop waakt een bijna manshoge kartonnen Nestor Burma, de Parijse privédetective van auteur Léo Malet, in zijn Tardi-stripincarnatie met getrokken pistool over de schatten.

In de bewonderenswaardig efficiënt ingedeelde kleine werkruimte: kunstenaarsgerei en nog meer strips en stripparafernalia. Tussen de klassiekers van Hergé, Franquin en tijdgenoten ontwaren we uitgaven van Nederlandse Klare Lijners Erik de Graaf en Henk Franka Kuijpers. Consciëntieus zet Vertonghen zich aan de arbeid, en de eerste vraag voor Lapone dient zich vanzelf aan. Hoe is dat eigenlijk, met een ongewis vrij beroep landverhuizen voor de liefde?

‘Toen na bijna tien jaar het Winnie the Pooh tekenen voor een Disney-tijdschrift in Italië ophield, viel mijn laatste barrière om te vertrekken weg,’ steekt de tekenaar van wal. ‘Dat is nu [hij leunt even achterover en kijkt naar Vertonghen, die aan haar werktafel secuur een tinnen smurf op zijn voetstukje bevestigt], ja, vijf jaar geleden alweer.’ Het span wisselt een glimlach vol affectie uit.

Maar ook aan huize Lapone-Vertonghen gaat het burgertjepesten van de stropdassenarmada niet voorbij. ‘Bureaucratisch en administratief gezien is het een beproeving,’ tandenknarst Lapone. ‘Als werkend eu-ingezetene zou je je eenvoudig van het ene land naar het andere moeten kunnen verplaatsen, maar nee, niets daarvan. Overheidsambtenaren begrijpen bovendien totaal niet wat dat is, een zelfstandig tekenaar. De Europese Unie is er niet voor de individuele burger, alleen voor de grote ondernemingen.’

Op de vraag of hij zijn geboorteland mist, antwoordt de import-Waal: ‘Niet echt. Maar ik ben volgens Italiaanse vrienden ook eigenlijk geen Italiaan, want ik houd niet van voetbal. [grinnikt] Met wat ik maak had ik in Italië nauwelijks toekomst. Doe je niet iets dat politiek of controversieel is, niet iets “verantwoords” over wereldproblematiek, oorlog of sociale misère, dan ben je vrijwel kansloos.’

baardje

Met het enkeltje België viel een zekere focusverlegging in Lapones werk samen. Maakte hij met de Franse scenarist Régis Hautière in de bijzonder gedetailleerde A.D.A.-albums nog ouderwetse avonturenstrips die in weekblad Robbedoes of Kuifje circa 1958 beslist hadden geschitterd, het melancholieke Accords sensibles is in ieder opzicht een andere wereld. In deze prachtige, van jazz doortrokken grafische roman uit 2011, eveneens op scenario van Hautière, zijn de hartsaangelegenheden van zes hoofdfiguren in vier hoofdstukken als een puzzel gelegd. Iedere akte heeft een ander tweekleurenpalet, waardoor de grondtoon telkens subtiel verandert.

‘Oorspronkelijk zou Accords sensibles ergens anders verschijnen, maar door een overname belandde het bij Glénat,’ vertelt Lapone. ‘Het ongewone formaat [ergens tussen A5 en A4 in] en het intieme verhaal werkten uiteindelijk tegen het boek. Tussen de populaire stripreeksen met hun marketingbombardement was het te klein en afwijkend om het in de grote boekhandels en op de stripafdelingen van supermarkten [belangrijke verkooppunten op de Franstalige markt] goed te kunnen presenteren. Ook ontbrak de tijd om met zoiets verfijnds het juiste publiek te bereiken. Na een korte periode verdween het boek gewoon, het was zo teleurstellend.’ Lapone wrijft over zijn baardje, haalt dan berustend zijn schouders op. ‘Enfin, nu is het een soort kennerstip geworden.’

Dat het fijnzinnig literair geschreven en wondermooi getekende Accords sensibles – met op pagina 108 een zonnige gastbijdrage van François Avril – nog altijd niet in het Nederlands werd vertaald is een mysterie. ‘Tja, dat ligt vooral aan de uitgeverij,’ zegt de tekenaar, zijn onbegrip en misprijzen niet onderdrukkend. ‘Daar zijn ze niet geïnteresseerd in zo’n klein taalgebied, ze gaan er gewoon niet mee de boer op, of weten nauwelijks wat ze ermee aan moeten.’

Iemand die het wél snapt, is Alain Beaulet, de Fransman die ongewoon tekenwerk uitgeeft in kleine oplagen en op incourante formaten. Met Rainy day, impressionistisch pareltje in zwart-witte gewassen inkt, trad Lapone in januari 2012 toe tot het uitgelezen fonds met namen als François Avril, André Juillard en Dominique Corbasson. De lach op Lapones gezicht wanneer het kleinood in de door Avril bedachte miniformaatreeks Les Petits Carnets ter sprake komt, zegt het allemaal. ‘Dat is het eerste boekje dat ik in één keer, zonder uitgeversgedoe en met enorm veel plezier heb gemaakt. Toen ik daarna vroeg of ik de tekeningen nog moest uitwerken, antwoordde Beaulet meteen: “Nee, ze zijn juist perfect, ik ga ze precies zo uitgeven”. Wat een verademing. Zelfs het mapje met de originelen is altijd binnen handbereik, ik ben eraan gehecht.’

In Beaulet lijkt Lapone inderdaad eindelijk een bezielde uitgever voor zijn onalledaagse kleinschalige projecten te hebben gevonden. In mei 2013 verscheen, als Petit Carnet nummer 40, Saturday morning in NYC, een serie indrukken van een lanterfanterochtend in The Big Apple. En het zal niet de laatste samenwerking met Beaulet zijn.

dertien uur

Van piepklein in zwart-wit op papier naar zeer groot in kleur op doek? Een uitdaging voor de wendbare kunstenaar. In 2011 exposeerde Lapone onder de titel Sentiers nocturnes voor het eerst solo schilderijen, in de prestigieuze Galérie Champaka van stripconnaisseur Éric Verhoest in het Brusselse Zavelkwartier. ‘Dat was een enorme kans. Allemaal nieuw te maken werk. Ik mocht het zelf invullen, dus het werd jazzy, met tekst uit Donald Fagens “The Nightfly” als verbindend element.’

Bij enkele van deze doeken, geschilderd in acryl, vervaardigde Virginie Vertonghen fraaie accessoires. Deze ambachtelijke coproducties worden, evenals een door Lapone ontworpen en door Vertonghen in tin gegoten gestileerde kat, onder de naam Les Étains de Virginie in kleine oplages aangeboden. Op aandringen van Lapone verscheen Sentiers nocturnes eveneens als een originele, met toewijding gedrukte versmelting van tentoonstellingscatalogus, kunstboek en grafische roman. ‘Verhoest kon geen nee zeggen, want hij hoefde alleen de drukkosten te betalen. Alles heb ik namelijk zelf gedaan, van grafisch ontwerp tot en met de lettering. Tenslotte ben ik van oorsprong graficus.’
 
Zowel in het atelier als op de overloop staat een schildersezel met werk in uitvoering: in januari/februari 2014 presenteert Lapone verse creaties in Brux. ‘Aan de Champaka-ruimte op de Brussels Antiques & Fine Art Fair [BRAFA] draag ik twee schilderijen bij. Het thema is My favourite house, de doeken heten The new frontiers en Promenade.’ De twee stijlvolle voorstellingen roepen associaties op met elegante affichekunst uit de jaren twintig en dertig.
Kan hij dan nu eventjes verdiend pauzeren? Neen. Momenteel is Lapone druk met het inkten van de strip Adam Clarks, die in het najaar van 2014 moet verschijnen. ‘Het is een enorme klus, want het zijn 64 platen en ik ben pas bij nummer 20.’ Wanneer de map ter tafel komt met alle originelen op groot formaat, getekend met een 2B-potlood van 0,5 mm, wordt opnieuw duidelijk waarom voor Antonio Lapone werkdagen van dertien uur geen uitzondering zijn. Flinterdun en precies zijn de lijntjes, bruisend en toch harmonieus de afzonderlijke plaatjes. Inventief en dynamisch zijn kadrering en paginaindeling, die sterk aan die van Amerikaanse comics herinneren. ‘Ja, dat is ook een inspiratiebron, vooral de splash page [bravouretekening die een gehele plaat/pagina beslaat]. Het past hier natuurlijk uitstekend. Adam Clarks is een retrofuturistische avonturenstrip met een geheimagent in de hoofdrol. Aanvankelijk vond ik Régis’ scenario een deceptie, het heeft hier zes maanden op de plank gelegen. Maar gaandeweg heb ik het helemaal naar mijn hand gezet.’
 
Voor zowel de levendige kleuren van de A.D.A.-albums als de elegante bichromie van Accords sensibles tekende Cristina Stella. Gaat zij ook Adam Clarks van kleur voorzien? ‘Nee, dat is mijn ex, we gaan nu ieder onze eigen weg,’ meldt Lapone neutraal. ‘Deze keer doe ik de inkleuring zelf. Digitaal, dat scheelt enorm veel tijd. Uitbesteden is bovendien veel te kostbaar voor het uitgeversforfait dat ik ervoor tot mijn beschikking heb. Het wordt trouwens een opvallend boek, want het verschijnt op hetzelfde grote formaat als de originelen die je hier ziet.’

verhuizen

Ver van huis doet onvermijdelijk herinneren. Tijdens deze middag krijgen we meerdere malen de indruk dat vroeg of laat ook Lapones Italiaanse origines in zijn stripwerk zullen opduiken.

‘Ooit, ja, vast. Ik verwerk ze dan echter liever in een fictief verhaal. Mijn ouders waren hardwerkende mensen die het niet breed hadden. Mijn vader sleet zijn leven in de fabriek. Daarom ben ik in die zin niet nostalgisch over de jaren vijftig, al zie je stijlaspecten daarvan steeds terug in mijn werk. Wanneer je indertijd uit een bescheiden milieu kwam en bijvoorbeeld ziek was, had je vaak pech gehad. Dat is tegenwoordig anders. Hier in Andenne, in de hele streek eigenlijk, heerst dan weer een beroepswerklozencultuur die vaak van vader op zoon wordt doorgegeven. Dat kan omdat er vanuit de Waalse overheid nauwelijks druk achter zit om werk te zoeken, om iets van je leven te maken. Werkloosheid, alcohol, verwaarlozing, ruziezoeken, die combinatie is hier echt overal aanwezig. Waar is de waardigheid, het eergevoel? Zo’n omgeving is deprimerend, frustrerend. Er is hier dan ook weinig animo voor mooie dingen, voor bijzondere strips al helemaal niet. Ja, Virginie en ik zijn blij dat we gaan verhuizen.’
 
Mondo Lapone is in ieder opzicht in beweging. Zo heeft een ontwerpstudio in Antonio’s geboortestad de aanstekelijke vignetten voor de themakalender Girls on the air als basis genomen ter decoratie van kekke portemonnees en handtassen. Met een geestverwante Franse scenarist-tekenaar staat de samenwerking voor een kunstenaarsbiografie in grafische-romanvorm op stapel. De proefplaat voor een driedelig albumproject getiteld Greenwich House, op scenario van de Belg Gihef, presenteert hij binnenkort aan een uitgever. Maar eerst: Opération d’Andenne aux Ardennes. Het belooft een druk, divers en spannend jaar te worden voor Antonio Lapone. Stripminnend Nederland heeft een bijzondere tekenaar te ontdekken.