Het duurt eindeloos en er gebeurt vrijwel niets, maar het Noorse ‘slow tv’ zorgt in eigen land voor zelden vertoonde kijkcijfers. Wat is dat slow tv nu precies, waar komt het vandaan, waarom is het zo’n succes, en komt het misschien naar Nederland?

Het begon allemaal ergens in 2009 toen iemand bij de Noorse staatszender nrk2 het idee opperde om een camera voorop een trein te monteren en het hele traject live op televisie uit te zenden. Geprogrammeerd op prime time, tegenover populaire programma’s als Have I Got News for You en The X-Factor stemden 1,2 miljoen kijkers af op het zeven uur durende Bergensbanen – Minutt for minutt, terwijl er toch niet veel meer was te zien dan het landschap waar de trein doorheen reed. In 2011 volgde Hurtigruten – Minutt for minutt, een vijfdaagse live televisie-uitzending van een scheepsreis langs de fjorden. Op een bevolking van vijf miljoen waren tweeënhalf miljoen Noren er getuige van. Een vergelijkbaar kijkerspubliek trok de twaalf uur durende Nationale nacht van het haardvuur, waarin hout werd gehakt en een vuur werd aangemaakt, terwijl ondertussen een deskundige vertelde over de techniek van het houthakken en het aanmaken van het vuur. En november vorig jaar volgde de Nationale avond van het breien waarin de kijkers getuige waren van de vervaardiging van een trui, vanaf het scheren van het schaap via het spinnen van de wol tot aan de laatste breisteek. Het duurde niet lang of de Noorse programma’s werden op Wikipedia tot nieuw genre verklaard: slow tv was geboren.

lunchideetje

Wie op zoek gaat naar de oorsprong van slow tv stuit onvermijdelijk op Andy Warhol. In 1963 maakte hij Sleep, een ruim vijf uur durende filmopname waarin niets werd gezegd en niets te zien was dan het statische beeld van een slapende man. Sleep inspireerde een New Yorks televisiestation om een paar jaar later op kerstavond urenlang beeld van een haardvuur uit te zenden. Yule Log was bedoeld als kerstgeschenk aan alle huishoudens zonder open haard (en stelde tegelijk de medewerkers van het station in staat op kerstavond tijd door te brengen met hun familie). De werkelijke duur van Yule Log was geen vier uur, want de op 16mm-film vastgelegde loop duurde exact zeventien seconden, maar dat stond succes niet in de weg. In de jaren negentig was er plotseling Die schönsten Bahnstrecken. Zes nachten per week kon ook de Nederlandse insomnialijder zich via de ard vergapen aan opnames van het Duitse landschap vastgelegd vanuit een trein. De eerste webcams waren toen al opgehangen – langs snelwegen, op gebouwen, in natuurgebieden – en niet zelden werden de beelden live via het internet uitgezonden of door lokale televisiezenders geprogrammeerd als goedkoop vulsel voor in de uren waarop toch slechts anderhalve man en een paardenkop achter de televisie zat.

Maar volgens Thomas Hellmann, een van de makers van de Noorse slow tv, dacht niemand aan die voorlopers toen het idee ontstond: ‘We waren ons helemaal niet bewust van Warhol en Die schönsten Bahnstrecken, dat kwam pas achteraf. Het was een lunchideetje. Een van ons suggereerde dat het leuk zou zijn om de Duitse invasie van Noorwegen tijdens wo ii op de radio te verslaan alsof het die dag plaatsvond. Die lunch vond echter plaats in maart en de Duitsers vielen Noorwegen al op 9 april binnen, dus er was geen tijd. Maar het idee om een lang durend live-programma te maken, bleef hangen. Later dat jaar zonden we in verband met het honderdjarig bestaan van de Bergensbanen, de treinverbinding van Bergen naar Oslo, een aantal documentaires uit. Zo kwam het bij elkaar en bedachten we die camera op de trein.’

trending topic

Met de keuze voor de Bergensbanen als onderwerp grepen de Noren terug op een gekoesterd verleden. Het past in het beeld dat van slow tv bestaat: als een genre dat zich schrap zet tegen de tijd, als antidotum tegen een televisiewereld waarin alles luidruchtig moet en snel en brullachende talentsscouts en woordratelende talkshowhosts de dienst uitmaken. Maar de Noorse programma’s zijn niet in alle opzichten zo old school als op het eerste gezicht lijkt. De uitzendingen worden op internet druk bekeken en zijn urenlang trending topic op twitter. Tijdens Hurtigruten – Minutt for minutt trokken dankzij de social media duizenden mensen naar plekken waar de boot zou langskomen, om zo onderdeel uit te maken van het evenement (zelfs koningin Sonja stapte even uit haar paleis om het schip toe te zwaaien), en tijdens de Nacht van het haardvuur ontbrandden in diezelfde social media verwoede discussies over de juiste wijze van houthakken en welk houtblok als volgende aan de beurt moest komen.

‘Inmiddels bedenken we voor elk programma hoe we het internet kunnen inzetten,’ zegt Hellmann, ‘maar bij Bergensbanen, de eerste keer, maakten we pas twee uur voor aanvang een Facebookpagina aan, zo van, oh ja, misschien moeten dat ook nog maar even doen. Dat het zo’n vlucht zou nemen, konden we niet vermoeden. Mensen keken naar de televisie en hadden ondertussen een laptop op schoot en namen deel aan discussies over de reis. Er hadden nog nooit zoveel passagiers op die trein gezeten. En ze gedroegen zich alsof ze echt samen in een coupé zaten.’

geluid uitzetten

Het trage tempo van het programma is daarbij volgens Hellmann essentieel: ‘Het geeft je de tijd om die reis te maken en je in het onderwerp te verdiepen, om tegelijk te kijken en met anderen koffie te drinken of een gesprek te voeren. Je hoeft er niet steeds honderd procent met je aandacht bij te zijn. Je kunt ook gewoon het geluid uitzetten. Dan is het een mooie poster in je huiskamer. Het tempo wordt gewaardeerd, we krijgen wel te horen dat het televisie is zoals het in de jaren zestig en zeventig bestond. En mensen vinden het ook prettig dat ze bij onze programma’s zelf kunnen bepalen hoe ze kijken. Al het andere op televisie is gemonteerd, iemand heeft voor jou de beslissing genomen wat je moet kijken, wat interessant is, waar je op moet letten – het wordt je opgedrongen. Maar dit is echt, real time. De camera’s gaan aan en dan zien we wel wat er gebeurt.’ Het hoort daarmee tegelijk ook juist thuis in deze tijd, zegt Hellmann, de tijd van webcams waar ook geen montage is, en geen script. Zoals het tempo ook niet louter als een terugkeer naar oude tijden moet worden gezien: het programma wordt intensief gevolgd door een generatie die is opgegroeid met livecams, met het staren naar screensavers en bufferende streams. Traagheid en gebrek aan actie vormen net zo goed onderdeel van de hedendaagse mediaconsumptie. 

lange winters

Vier jaar later wordt de Noorse succesformule inmiddels ook elders uitgeprobeerd. De Fransen hadden onlangs de mogelijkheid om gedurende negen uur mee te kijken met een man die (achterwaarts) door Tokio liep, en deze zomer zal de Amerikaanse kijker eraan moeten geloven. Aantrekkelijk is ongetwijfeld dat de programma’s niet duur zijn. De Nationale avond van het breien werd gemaakt voor iets meer dan honderdduizend euro. Maar of slow tv buiten Noorwegen zal aanslaan, wordt door sommigen betwijfeld. Het succes wordt ook wel toegeschreven aan de lange Noorse winters. Het geduld en de geestesgesteldheid nodig om die winters door te komen, zouden bij het kijken naar de uitzendingen van pas komen. En zelfs schuldgevoel over de Noorse oliewelvaart is genoemd als bron: de programma’s grijpen terug naar een eenvoudiger en soberder tijd toen mensen nog vuurtjes stookten en van het landschap genoten, en zelf warme truien breiden om die eindeloze winters door te komen. Maar volgens Hellmann is dat allemaal onzin: ‘De belangrijkste verklaring voor het succes is dat we hier dappere zenderprogrammeurs hebben die de moed hadden om het op televisie uit te zenden, en niet alleen op het web, die de moed hadden om het op primetime uit te zenden en niet ’s nachts. Wanneer je dat doet, geef je een boodschap af, zeg je tegen de mensen: dit is belangrijk, dit is iets waarvan we echt denken dat je ernaar zou moeten kijken.’

Slow tv kan volgens Hellmann in elk land een succes zijn, elk land heeft immers dergelijke tradities en thema’s waarin de eigen culturele identiteit vorm krijgt. ‘Mensen zijn trots als ze naar de programma’s kijken, het brengt ze in contact met hun roots.’ Dat het programma door zo terug te grijpen naar oude waarden ook als kritiek op globalisering wordt geduid, interesseert Hellmann weinig. Het was in ieder geval nooit de bedoeling: ‘Als we zo’n zelfde programma maken over de Chinese Muur of het Suezkanaal of iets dergelijks is dat voor sommige kijkers wel interessant, maar alleen als we een thema uit onze eigen cultuur kiezen bereiken we een publiek dat groot genoeg is om het programma überhaupt te kunnen uitzenden.’
 

big brother

Of slow tv ook in Nederland zou kunnen werken, is daarmee niet gezegd, benadrukt Thomas Notermans van Talpa. Ze er hoe dan ook niet mee bezig. ‘Het is een leuk idee, ook omdat je er net als bij radio iets naast kan doen, maar bij Talpa ontwikkelen we formats waar je juist niet iets naast kunt doen, activerende televisie, het omgekeerde van slow tv misschien wel.’ Toch is ook Talpa’s eigen Big Brother wel genoemd als een van de voorlopers van het genre. Notermans: ‘Mensen herinneren zich nu dat ergens eind jaren negentig twaalf mensen onderuitgezakt honderd dagen op een bank hingen en dat daar ademloos naar werd gekeken door anderhalf miljoen mensen, en zeggen dan “slow tv”, maar dat is met de blik van nu. We waren ons natuurlijk bewust van het lage tempo en het gebrek aan actie, maar we zagen dat juist als een potentieel probleem. Daarom kregen die mensen in dat Big Brother-huis steeds opdrachten, zodat er toch wat gebeurde.’ Notermans is sceptisch over slow tv in Nederland: ‘Op de Nederlandse zenders zit je vast aan standaard programmalengtes. 25 of vijftig minuten, soms anderhalf uur, en dat is het wel zo ongeveer, daar moet het format in passen. En in het Nederlandse zenderlandschap zijn wel tien zenders die zich op het grote publiek richten. De concurrentie is hier heftiger dan in Noorwegen. Misschien dat het wel kan, maar niet op een grote nationale zender.’ 

iets met schaatsen

‘Ik wil niet op voorhand zeggen dat het onmogelijk is,’ reageert Marcel Peek, netmanager Nederland 1: ‘Die uitzending met de reis langs de fjorden sprak mij als idee erg aan, dat je er echt een evenement van maakt waar je mensen bij betrekt. We hebben zelf in de afgelopen jaren inhoudelijk wel verwante programma’s laten zien. Nederland van boven bijvoorbeeld, en de eo gaat Nederland vanaf het water doen. Dat idee van reizen, de tijd nemen om iets te laten zien en de beelden het verhaal laten vertellen, vind ik een heel interessante televisievorm die we bij de npo juist meer proberen te brengen. De vraag is natuurlijk op welke nieuwe manier je dat kunt doen, en je moet op zoek naar thema’s en evenementen die bij onze cultuur horen.’

Wat zou in Nederland het onderwerp kunnen zijn? Vlaggetjesdag misschien? De komst van de Hollandse Nieuwe, vanaf het uitvaren, het uitgooien en inhalen van de netten via het kaken, zouten en inleggen tot aan het binnenvaren van de haven, de veiling van het eerste tonnetje en de eerste hap? Peek: ‘Nou, dat weet ik niet hoor. Iets met schaatsen, dat komt als eerste op. En we hebben zelf natuurlijk ooit de Elfstedentocht gedaan. Toen werd de zender ook gedurende 24 uur vrijgemaakt en gingen we ook door tot de laatste mensen hun kruisje hadden opgehaald. Maar een hele dag live-televisie gericht op natuur of landschap zoals ze in Noorwegen doen, is wel iets heel anders. Wie weet in de toekomst. Laat de vpro maar met een opvolger voor Nederland van boven komen die om zo’n heel andere programmering vraagt. Ik laat me graag verrassen.’