Jinek, Zondag met Lubach en Boer zoekt vrouw worden niet alleen door Nederlanders bekeken, ook nieuwkomers zitten regelmatig voor de buis. En ze steken er ook nog aardig wat van op.

‘Koppig bouwen we huizen op de kwetsbaarste plekken, zoals in Lelystad – tweeënhalve meter beneden NAP,’ klinkt de voice-over. ‘Gelukkig wonen wij in Groningen,’ lacht de Syrische Tmador (36). In de Nederland van
boven
-aflevering waar ze met klasgenoten naar kijkt, vliegen we over de Afsluitdijk, de Waddenzee en ingepolderde gebieden, terwijl onze haat-liefdeverhouding met water wordt becommentarieerd. ‘Ik vind het erg bijzonder, hoe kom je erop om ­polders te maken? Dat lukt Japanners ­bijvoorbeeld niet.’

Het is woensdagochtend elf uur. Tmador en negen andere Syrische twintigers en dertigers zitten in een Gronings klaslokaal voor hun Nederlandse taalles. Allemaal wonen ze zo’n drie jaar in Nederland. Eerst in een asielzoekerscentrum en sinds een jaar of twee in een eigen woning in of rondom Groningen. Met of zonder familie. Allemaal zouden ze hier het liefst zo snel mogelijk een toekomst opbouwen, met een nieuwe studie en Nederlandse ­vrienden.

In Syrië was Tmador juf, ook hier zou ze graag voor de klas staan. Ahmad (29) studeerde civiele techniek, Rouba (29) was docent Frans en Muhanad (28) is afgestudeerd in rechten. Allemaal willen ze het staatexamen Nederlands als tweede taal halen, een soort overtreffende trap van het inburgeringsexamen waarmee ze aan een hbo- of wo-opleiding kunnen beginnen. Daarom leren de jonge Syriërs nog beter Nederlands in de taalles van Dorothé Pietersma. Ze hebben hun handen vol aan de lessen, het huiswerk en vrijwilligersbaantjes. Mohammad (23) helpt in een kringloopwinkel, Muhanad is tolk bij Vluchtelingenwerk in Haren en Diana (21) werkt in een restaurant.

Vandaag mogen Ahmad en de rest kijken naar zelfgekozen Nederlandse televisieprogramma’s. Dorothé gebruikt vaker journaalitems of documentairefragmenten in haar lessen omdat het inburgeraars helpt bij hun integratie. Vooral televisie blijkt nuttig om de nieuwe wereld om hen heen te begrijpen: het is een handig middel om de samenleving te leren kennen wanneer praten met Nederlanders nog niet zo makkelijk gaat. Als Dorothé peilt wat haar leerlingen willen kijken, schieten er na enige aarzeling vingers in de lucht. ‘Ik kijk soms Jinek,’ zegt Tmador trots. ‘De nieuwe maan vind ik een mooi programma,’ vult Muhanad aan. 

Tmador, Rouba, Ahmad en Klara

Beleefdheidszinnetjes

Even later zien we Wouter Koolmees in Jinek praten over het integratiebeleid – dat moet op de schop. Een invoelbaar onderwerp voor de cursisten, er wordt na afloop dan ook flink over gediscussieerd. In tegenstelling tot Koolmees, die nieuwkomers meteen wil laten werken om de taal sneller te leren, vindt deze gemotiveerde groep jonge inburgeraars het juist belangrijk om te studeren. Daarvoor worden allerlei opties aangedragen. ‘Misschien moeten we zoals kinderen hier gewoon zes uur per dag naar school,’ oppert Rouba. De meeste inburgeraars volgen nu drie lessen van drie uur per week, waardoor het inburgeringstraject soms langzamer verloopt dan inburgeraars zouden willen. Meer lesuren volgen mag maar is lastig, omdat het persoonlijke inburgeringsbudget sneller opraakt, scholen met meer lesuren duurder zijn en niet alle scholen meer lesuren aanbieden.

Niet alleen leren nieuwkomers de Nederlandse politiek kennen, ook van het taalgebruik in Jinek steken ze wat op. ‘Weten jullie wat het woord “radicaal” in deze context betekent?’ vraagt Dorothé als Koolmees spreekt over een radicaal ander beleid. ‘Helemaal verschillend,’ klinkt het uit drie monden tegelijk. Ze spreken een aardig woordje Nederlands, al is de woordenschat nog wat beknopt.

Omdat veel nieuwkomers het aanvankelijk lastig vinden contact met Nederlanders te maken, zijn talkshows een goede manier om te zien hoe Nederlanders kletsen. Dat gaat aan Jineks tafel niet met de beleefdheidszinnetjes uit inburgeringsboeken. Ook sociale omgangsvormen zijn te kopiëren van televisie als je nog geen Nederlandse vrienden hebt. Geef je een Nederlander bij een begroeting bijvoorbeeld een knuffel of een hand? Heel Holland bakt blijkt bovendien een perfecte afspiegeling van de Nederlandse samenleving te zijn, met student Hans, multitaskende moeders
Corrie en Ine en het vriendelijke doch directe commentaar van André van Duin.

Even later neemt Arjen Lubach het inburgeringsexamen op de hak in Zondag met Lubach. Het duurt niet lang voordat de klas dubbel ligt om de – ook in hun ogen – ­belachelijke examenvragen die Lubach ­bespreekt. De combinatie van humor en Nederlandse actualiteit is populair onder Arabische inburgeraars; Zondag met Lubach wordt veel bekeken. ‘Je leert de gemeenschap goed kennen. Je ziet wat Nederlanders zeggen over elkaar,’ licht Tmador toe. Lubachs programma is de ideale manier om verbinding met de
Nederlandse cultuur te krijgen, iets waar nieuwkomers naar op zoek zijn. ‘Hij komt uit Groningen!’ roept Raya ineens. Er klinkt een opgewonden ‘oooh’.

Rolmodel

Volgens Dorothé mogen er meer rolmodellen voor nieuwkomers op televisie, zoals Ajouad El Miloudi. In zijn programma Kaaskop of mocro? onderzoekt hij zijn identiteit als geboren en getogen Nederlander met Marokkaanse wortels. ‘Hij is iemand die twee dingen succesvol samen weet te brengen. Hij zegt niet helemaal vaarwel tegen zijn Marokkaanse achtergrond en cultuur, maar sluit ook de Nederlandse cultuur niet buiten. Ik merk aan cursisten dat ze heel nieuwsgierig zijn hoe iemand dit doet.’ Ook verhalen van succesvol ingeburgerde nieuwkomers verdienen meer media-aandacht volgens Dorothé.

Niet alleen in de les staat de televisie aan. Zo keek Rouba thuis de film Bloed, zweet & tranen over André Hazes. ‘Hij ging dood door alcohol,’ weet Muhanad. Diana kijkt soms Zomergasten en Tegenlicht. ‘Een Nederlandse vriendin raadde het aan. Het is goed voor mijn Nederlands en er zitten interessante onderwerpen in.’ Muhanad heeft liever The Voice: ‘Met Marco Borasto, die vind ik heel mooi.’

In Nederland van boven zweven de dijken en polders ondertussen nog steeds voorbij. ‘We bouwen op de Loosdrechtse Plassen, vijftig centimeter boven nap. En in Itteren hebben ze ieder jaar natte voeten zodra de Maas buiten haar oevers treedt.’ Misschien komt dit stukje geschiedenis van pas bij het staatsexamen dat de meeste nieuw­komers volgende week doen. Ondertussen vertelt Dorothé over een kennis die zijn leven in de Noord-Hollandse polder niet zeker was en daarom een nieuw huis bouwde op een heuvel in Limburg. De cursisten horen het verhaal geamuseerd aan. ‘Leuk die Nederlandse geschiedenis in de les,’ klinkt het plots uit het lokaal. ‘Maar misschien moeten we in plaats van ons examen eerst ons zwemdiploma halen!’

Diana, Muhanad, Mohamad, Tmador, Rouba, Ahmad, Klara en Mahmoud kijken naar Zondag met Lubach

Net in Nederland

Sinds twee jaar kunnen nieuwkomers diverse Nederlandse programma’s on demand bekijken op onlineplatform Net in Nederland. Het journaal, Het klokhuis, Bureau vooroordeel en talkshows zijn hier te zien met Nederlandse en Arabische ondertiteling. Daarnaast schrijft de redactie – die overwegend uit nieuwkomers bestaat – berichten over typisch Nederlandse zaken als ‘code oranje’ en ‘de Noord/Zuidlijn’, maar ook over ‘de baas van de EU’. Met name de themapagina’s over feestdagen, historische figuren en het Nederlandse landschap blijken populair. 

Net in Nederland is voornamelijk ­gericht op Syrische nieuwkomers, momenteel de grootste (relatief hoogopgeleide) groep inburgeraars, die daardoor vrij soepel integreert. Bij Net in Nederland bestaat de wens om programma’s ook in andere talen – zoals Tigrinya, een taal die in Eritrea wordt gesproken – te ondertitelen om zo in de behoeften van andere ­inburgeraars te kunnen voorzien.

netinnederland.nl