Over dromen en betekenis.

Er zijn mensen die hun dromen onthouden, hoewel ik soms de verdenking koester dat ze hun dromen na het ontwaken verzinnen.
Ik onthoud mijn dromen zelden. Soms heb ik een vaag vermoeden van wat er allemaal gebeurd is tijdens het slapen, maar meer dan een vermoeden is het niet. En vaak lost ook dat vermoeden na het ontwaken snel op.
Na de dood van mijn moeder heb ik twee of drie keer bewust, dat wil zeggen op zo’n manier dat ik het me kon herinneren, over haar gedroomd. Ik had eigenlijk verwacht dat ze ’s nachts vaker zou verschijnen.
Dat dromen iets zouden betekenen, dus dat ze uitgelegd zouden kunnen worden, is een oude gedachte. Al in de Bijbel staat hoe de farao een droom had die hij liet uitleggen door onderkoning Josef. Volgens de Tsjechische econoom Sedlácek was deze uitleg de eerste macro-economische voorspelling.
De onverbeterlijke behoefte van mensen om betekenis aan van alles en nog wat toe te kennen beperkt zich niet alleen tot de droom. Bakvissen van alle leeftijden kennen betekenis toe aan betrekkelijk onschuldige berichten van potentiële geliefden. Berichten die urenlang bediscussieerd en geïnterpreteerd kunnen worden met vriendinnen en vrienden.
Andere mensen kennen betekenis toe aan het toeval. De gedachte die hierachter schuilgaat is dat er een plan zit achter de loop der dingen, hoe willekeurig en chaotisch het ons ook allemaal mag lijken.
Zonder betekenis valt niet goed te leven. Het feit dat wij bestaan, moet wel iets betekenen. Tegelijkertijd is er het besef dat die betekenis ons ontglipt of op een vergissing berust. Religie en kunst komen de mensen te hulp.
Betekenis moet niet worden verward met zingeving, betekenis is niet meer dan het ontcijferen van berichten. Zingeving gaat over bedoelingen, plannen, zin gaat verder dan betekenis.
Voor zover leven verlangen is, draait het verlangen denk ik uiteindelijk om betekenis. Men verlangt ernaar het bericht te kunnen ontcijferen. Anders gezegd, het leven is de droom. Nu nog een droomuitlegger.