Er leven veel minder moslims in Nederland – en in Europa – dan we denken, blijkt uit onderzoek. Vanwaar dan toch dat verkeerde beeld? Chris Kijne steekt de hand in eigen boezem.

Eén van de aardigste en nuttige digitale speeltjes van deze verkiezingscampagne is De Stand van het Land van de Volkskrant. Bij allerlei vragen waarop een cijfermatig, statistisch antwoord mogelijk is, kunt u eerst uw eigen onderbuikgevoel laten spreken. Om daarna de echte statistiek te zien te krijgen. Vooral even doen, omdat het u niet alleen leert wat die echte cijfers zijn, maar vooral waar uw vooroordelen en misconcepties zitten.

En waar uw electorale afweging dus misschien nog even bijstelling behoeft.

Dat met name het aantal mosliminwoners in de meeste Europese landen zwaar overschat wordt, is al langer bekend. Het fenomeen werd recentelijk vooral benoemd in dit rapport van de Britse denktank Chatham House. Dat rapport gaat over de overwegend negatieve houding die in veel Europese landen zou bestaan ten aanzien van de aanwezigheid en mogelijke toename van het aantal moslims in onze samenlevingen. En daar werd ook breed over bericht.

Maar in een wat verborgen slotalineaatje wordt terloops melding gemaakt van het feit dat daar wel eens grotendeels debet aan zou kunnen zijn: dit onderzoek van de ook al Britse onderzoeker Ipsos. Dat laat zien hoe schromelijk de meeste Europeanen de hoeveelheid aanhangers van het islamitische geloof in hun land overschatten.

rimpeling

Om er een voorbeeldje uit te pikken: in Frankrijk, waar in werkelijkheid 7,5 procent van de bevolking moslim is, wordt die aanwezigheid op 31 procent geschat. Vier keer zo groot. En wanneer het om projecties naar de toekomst gaat, wordt de kloof tussen perceptie en werkelijkheid nog veel groter: gevraagd naar de verwachte hoeveelheid islamitische inwoners in 2020 schatten de ondervraagden die gemiddeld op 40 procent terwijl er in werkelijkheid een minimale groei van 0,8 optreden gaat optreden, van 7,5 naar 8,3.

De tsunami blijkt, bij nadere beschouwing, een rimpeling.

En dus is de vraag hoe dat komt. Hoe komt het dat een overheersend sentiment bij alle verkiezingen die dit cruciale Europese jaar voor ons in petto heeft, zó op een niet bestaande werkelijkheid is gebaseerd? Want al is het de laatste weken ook steeds duidelijker geworden dat het steeds ónduidelijker wordt waar deze verkiezingen eigenlijk over gaan, dat de angst voor de moslim nog steeds een rol zal spelen is onmiskenbaar. Maar waar komt die vandaan?

In Polen, waar men hoegenaamd geen ervaring heeft met dat soort immigratie, is het percentage het hoogst, ruim 70 procent wil er geen moslim meer bij.

Chris Kijne

Ik kan een hoop begrijpen. Ik snap heel goed dat het je neus uitkomt wanneer het winkelplein in je buurt beheerst wordt door Nederlands-Marokkaanse hangjeugd. Dat je er doodziek van wordt als je om de haverklap toegesist wordt wanneer de temperatuur weer een gezellig rokje toestaat. Dat het moeilijk te verteren is wanneer een vluchtelingengezin een woning krijgt toegewezen, met basale huisraad en al, wanneer jij al jaren op een wachtlijst staat. En ik geloof best dat er voldoende mensen in Nederland zijn met dat soort ervaringen voor pakweg tussen de 5 en 10 procent van de stemmen, ergens tussen de 500.000 en een miljoen.

En nee, die aanslagen zullen ook niet geholpen hebben.

Maar het lijkt me allemaal geen verklaring voor het door Chatham House gemeten sentiment: meer dan 50 procent van de Europese bevolking vindt dat de immigratie uit islamitische landen volledig moet worden stopgezet. Ik denk niet dat er echt veel mensen zijn die denken dat je daarmee het risico op terreur enorm vermindert. En een kleine aanwijzing dat dit gegeven ook niet op persoonlijke ervaringen met vervelende straatschoffies is gebaseerd: in Polen, waar men hoegenaamd geen ervaring heeft met dat soort immigratie, is het percentage het hoogst, ruim 70 procent wil er geen moslim meer bij.

Sinds Fortuyn zijn we met zijn allen zo bang geworden om wegkijker te zijn, dat we de kijkers en luisteraars een totaal verwrongen beeld van de samenleving hebben voorgeschoteld.

Chris Kijne

En er zijn vast meer redenen voor, maar wat mij betreft mag de hand fiks in eigen boezem. Want op maandag 20 februari keek ik Nieuwsuur. Meer in het bijzonder: de aflevering van 'Buiten het Binnenhof', de mooie serie gesprekken die Jan Eikelboom maakte met een dwarsdoorsnede van Nederland.

Het sleutelmoment in het interview kwam toen Henk Kooiman uit Lekkerkerk – zelf een mooi leven, vrijstaand huis, en eigenlijk geen enkele persoonlijke ervaring met vluchtelingen of migranten – antwoord gaf op de vraag waarom hij zo bang was voor al die moslims in Nederland.

‘Dat straks iedereen een hoofddoekje moet dragen. Of nog veel gekker misschien. Dat je straks misschien niks meer mag doen.’ Dat baart hem zorgen, voor de kinderen en kleinkinderen.

Jan Eikelboom zit er, en terecht, vooral om te luisteren. Maar kon het bij dit antwoord toch niet laten op te merken dat er maar krap 6 procent moslims in Nederland wonen. Met als onderliggende suggestie dat het voor dat kleine groepje nog wel eens hele toer zou kunnen zijn de boel hier zo verregaand over te nemen.

‘Oh,’ zei Henk, ‘En waarom zijn ze dan zoveel in het nieuws?’

En daar slaat Henk wat mij betreft de spijker op zijn kop.

wegkijkers

Ik heb het voor mijn ogen zien gebeuren, in de mainstream media: sinds Fortuyn zijn we met zijn allen zo bang geworden om wegkijker te zijn, dat we de kijkers en luisteraars een totaal verwrongen beeld van de samenleving hebben voorgeschoteld.

Waarmee we pas echt wegkijkers werden. Weg van de feiten. Waardoor we en passant van een integratieprobleem een immigratieprobleem hebben gemaakt. Een rimpeling hebben aangeblazen tot een tsunami. Een religie de schuld hebben laten krijgen van eigen falen, bewuste beleidskeuzes en het wegbezuinigen van wat er aan integratiebevorderends bestond, zoals taalcursussen of buurtwerk.

Zodoende zijn we niet, nu, als mainstream media, het slachtoffer van de politiek gestuurde mediahaat, maar hebben we die over onszelf afgeroepen.

Het geldt voor ons, journalisten, en voor de politiek. Ook die laat nog steeds in meerderheid – minder vluchtelingen! Het Wilhelmus! – liever de oren hangen naar een verwrongen wereldbeeld dan er de feiten en de analyse tegenover te durven zetten.

Nog een ruime week om er iets aan te doen.