Ik stond in een Rotterdamse boekhandel en las in een boek van een jonge Engelse schrijver dat zich afspeelde in Rusland. Al snel ergerde ik me. O, wat was hij goed.

Ik stond in een Rotterdamse boekhandel en las in een boek van een jonge Engelse schrijver dat zich afspeelde in Rusland. Al snel ergerde ik me - de woorden leken van kant, de zinnen waren keurige stapeltjes. O, wat was hij goed. Ik wide de schrijver schoppen. Toen zag ik een boek van de voormalige medewerker aan pulpbladen die door Martin Amis tot de allergrootste schrijvers wordt gerekend. Ik pakte zijn onlangs verschenen boek en voor ik het wist had ik tien bladzijden gelezen.
Hoe zal ik zijn sublieme stijl typeren? Laat ik het zo zeggen: vorig jaar stond ik tijdens een literatuurfestival in een lift, de deur ging open, daar was hij, hij knikte, en vroeg voordat de deur dichtging:
Going down? Die stijl. Of zoals Raymond Carver, een andere
meester, een keer schreef: It's simple? It's that simple.