Hugo Blom

We zijn alweer heel veel tijdperken verder, maar in het hart van de ironische era (1989-2002) krabbelden mensen tijdens een gesprek voortdurend met hun vingers in de lucht. Om precies te zijn met de wijs- en middelvinger van zowel linker- als rechterhand. Daarmee plaatsten ze een woord of een zin tussen aanhalingstekens. Het was altijd goed opletten, want er kon zomaar een heel gesprek tussen aanhalings­tekens geplaatst zijn, alsof
alles wat er het afgelopen uur was gezegd toch niet zo was. Gelukkig zijn we nu in het post-iroceen aanbeland, waarin álles letterlijk en serieus wordt genomen.

Twee weken geleden noemde ik drie aspirant-politici dwaallichten. Toegegeven, dat was een beetje kort door de bocht, maar de ruimte is beperkt en het stukje ging ook niet over deze drie musketiers van de directe democratie (kijk, zo kan het ook). Volgens een lezer van deze gids (Forum #2) was ik een arrogante betweter, behorend tot de ‘linkse elite’. De aanhalingstekens zijn van hem en dan wordt het best ingewikkeld. Want, bestaat die elite nu wel of niet? En zo ja, waarom dan die aanhalingstekens? Zo nee, hoor ik er dan toch nog bij?

Ik zaag even door, omdat dit kenmerkend is voor iedere discussie die op dit moment gevoerd wordt. Eén woord verkeerd en je hoort ergens bij, of niet, en al snel is het huis (land) te klein. De aanhalingstekens om linkse elite waren misschien slechts een relativering. Daarom, beste lezer, zal ik uw aanhalingstekens met een korreltje zout nemen. Wel jammer dat ze niet om arrogante betweter stonden ;-)