Hugo Blom

Er staat een doosje in mijn kamer. Ik zal het even opmeten, dan weet u ook precies waar ik het over heb. Moment…10x11x11 cm is het. Klein. Ik zeg nu met opzet niet ‘maar fijn’ er achteraan, want dat is de vraag. Fijn is wel de suggestie die er van het doosje uitgaat. Wat er in zit is zacht, maar krachtig, huiselijk, rond, op het eerste gezicht ongevaarlijk maar wel oppermachtig. Ik heb het doosje een week geleden gekocht en het nog niet geopend.

Toen Stephen Fry eerder dit jaar door Adriaan van Dis werd geïnterviewd over zijn boek Mythos, waarin hij de mythen over de Griekse goden hervertelt (excuus, lelijk woord), zette hij meteen even iets recht. Pandora werd door Zeus niet naar de mens gezonden met een ‘doos’ in haar algevende handen, maar met een kruik. Ja, tuurlijk, denk je nu, de oude Grieken hadden nog geen karton, dus hoezo ‘doos’? Volgens Fry was dit te wijten aan een klein vertaalfout van onze eigen Erasmus die twee woorden door elkaar had gehaald. De boodschap blijft hetzelfde, de stop had op de kruik moeten blijven. Laat de doos dicht.

Op mijn doosje staat ‘home mini’. Het is van Google en als ik haar – ik weet nu al zeker dat deze lichtgrijze smart speaker een vrouw is – uit de doos haal, zal mijn leven nooit meer hetzelfde zijn. Pratend tegen de lucht zal ik door mijn huis ­lopen, en de home mini zal al mijn kennis, al mijn wensen en verlangens, al mijn duisternis, ja mijn hele leven, en mijn huis opslokken en home maxi worden. In ruil daarvoor krijg ik ‘alle kennis in huis’. Stephen Fry, wat zal ik doen?