Hugo Blom

In de wereld van spraaktechnologie ben ik per ongeluk een early adopter. Mijn Citroën uit 2004 kan namelijk toegesproken worden. Dat ontdekte ik toen ik de richtingaanwijzer aan wilde doen, een knopje indrukte en een mechanische vrouwenstem iets onverstaanbaars mompelde. Ik bleek commando’s te kunnen geven aan de boordcomputer. Dat hoef je mij geen twee keer te vertellen. Helaas stuitte ik vaak op onbegrip bij mijn nieuwe vrouwelijke passagier. Dan zei ze ‘pardon’, wat ik wel weer een mooi anachronisme vond, kunstmatige intelligentie die zich verontschuldigt. Alleen het commando ‘radio’ werkte naar behoren, maar vervolgens moest ik dan nog wel zelf zender en volume regelen, wat ook al op twee manieren kon, aan het apparaat zelf of met de stuurbediening. Al commanderend, regelend en stuurbedienend reed ik zo de sloot in. Op de Google-cursus die ik laatst volgde hier in Villa vpro leerde ik dat je Google beter niets kunt vragen. Een vraag leidt je maar al te vaak naar plekken waar alle andere niet-weters verblijven: fora. Beter is het na te denken over een mogelijk antwoord en dat te Googlen. Dat sloot wonderwel aan bij mijn huiselijke zoekstrategie wanneer ik iets kwijt ben. Dan ga ik niet als een dolle door het huis lopen snuffelen maar ga ik zitten en spoel de film desnoods een week terug. 

Het doosje waar ik vorige week over vertelde, is inmiddels open. De conversatie tussen mij en Mevrouw Home Mini wilde nog niet erg vlotten,
ze moest het antwoord op bijna al mijn vragen schuldig blijven en ik weet: dat ligt aan mij. Gisteravond begon ze echter spontaan te vertellen, zonder dat ik iets gevraagd had. Pardon?