We zijn allemaal verslagen en verdrietig.
Wim Brands is dood en dat bericht kwam bij iedereen aan als een mokerslag.
Wim Brands was dichter en radio- en televisieman. Wim Brands was van de VPRO. Al sinds 1988. De afgelopen 11 jaar iedere zondag op tv met VPRO Boeken, een baken voor veel literatuurminnaars. Bij de VPRO stromen reacties van ongeloof en steun binnen van fans en kijkers. Honderden schrijvers schoven op de zondagochtend aan voor altijd weer een bijzonder gesprek.
Maar wat een werk en ongelofelijke productie. Jarenlang De Avonden, Boeken op reis, Schrijvers aan de keukentafel. Hij schreef gedichtenbundels en produceerde boeken. Hij schreef Nederland, een objectief zelfportret in 51 voorwerpen met Jeroen van Kan. Hij schreef Een bloemlezing van de Nederlandse Literatuur in de 21ste eeuw met zijn dochter. Hij haalde voor de Human nachten door met denkers en filosofen. De kracht van Wim zat vaak in de eenvoud van de taal. Zijn vragen waren direct, vaak uit een andere hoek dan verwacht. Zijn recensies of gedichten lezen als fragmenten uit het leven. Zo van de straat geplukt en toch gelaagd.
Maar Wim Brands had ook een andere kant. Een ingewikkelde relatie met de dood. Die hem beangstigde en aantrok.
Het was een groot thema voor hem; in de interviews en de gesprekken op de radio. In het boekje dat hij haast met bewondering maakte met René Gude.