Deze zomer reist de VPRO Gids door Europa voor een serie reportages over werelderfgoed en massatoerisme. Deel 3: Mostar, in Bosnië en Herzegovina, waar de brug – symbool van verzoening – werd verwoest tijdens de Balkanoorlog en herbouwd door onder meer Unesco.

De ziel van mostar

Mostar, 1983. In spin, de bocht gaat in, uit spuit... de straten zijn niet breed in deze buurt in west-Mostar, een kwartiertje lopen van de oude stad met de beroemde brug. Er is geen stoep en de auto’s moeten er ook nog door. Maar de buurtkinderen spelen gewoon buiten. Touwtjespringen en elastieken zijn de favoriete spelletjes van de achtjarige Senada Demirovic. Met haar ouders en haar broer woont Senada hier al haar hele leven en ze kent iedereen. Ze is een uitbundig meisje met grote, oplettende bruine ogen. Later wil ze Jacques Cousteau worden en het leven onder water bestuderen. Haar vader Zijad Demirovic is ook duiker, al is zijn eigenlijke beroep architect. Net als haar oom, tante en grootvader. Maar voorlopig moet Senada gewoon naar school. Nooit had dit meisje, dromend van diepzeevissen, kunnen denken dat het nog eens van levensgroot belang zou zijn dat zij moslim was. En sommige andere vriendjes en vriendinnetjes niet.

Na veel omzwervingen
Toen de oorlog uitbrak, in 1992, was ze zeventien en zat ze in de derde van de middelbare school. Met haar familie werd ze gevangen genomen, en kwam na zes weken in de gevangenis terecht in het concentratiekamp van Mostar, Heliodrom. Tussen 1992 en 1994 zaten in deze voormalige opleidingsschool voor piloten duizenden burgers gevangen, vooral moslims, tijdens de etnische zuiveringsoperatie van de Kroatische strijdkrachten. Het kamp was overbevolkt, mensen sliepen op het kale beton, er waren veel te weinig wc’s. Gevangenen werden gefolterd, moesten dwangarbeid verrichten of werden gebruikt als menselijk schild aan het front, zoals Senada’s broer. Hij raakte zwaar gewond.
Ze wist – het kwam voor – te ontsnappen met hulp van een familievriend en belandde, na een hoop omzwervingen en eindeloos gedoe om papieren te krijgen, in het buitenland. In Mostar heeft ze niks te zoeken: het ouderlijk huis is geconfisqueerd, haar familie uiteengevallen. Vluchtelingenhulp biedt haar opvang aan in Rabat. Daar, aan het strand en onder de palmbomen van de hoofdstad van Marokko, komt ze op adem. Met een beurs van de Marokkaanse overheid studeert ze Frans, Arabisch en architectuur. Haar kinderdroom om duiker te worden heeft ze achter zich gelaten. Ze wil architect worden, net als haar vader. ‘Zodat ik iets kon betekenen voor mijn land tijdens de wederopbouw.’

Het verhaal van de brug
Nu is het twintig jaar later en nemen diezelfde bruine ogen me onderzoekend op als we elkaar voor het eerst ontmoeten in Mostar. Het meisje van toen is nu een vrouw van 38 en een gelukkige moeder van drie gezonde kinderen. Over de oorlog zegt ze: ‘Het was allemaal totaal onwerkelijk, het leek wel een film. Ik denk er zo weinig mogelijk aan. Het heeft geen zin stil te staan bij het verleden. We moeten vooruitkijken, dat is de enige manier. Twintig jaar is misschien nog niet veel, voor een stad. Maar voor ons persoonlijk wel. Er is een hele nieuwe generatie. Voor mijn kinderen is de oorlog alleen maar een verhaal.’
Nadat ze terug was gekomen, maakte Senada haar architectuurstudie af in Sarajevo en Denemarken, en schreef haar scriptie over cultureel erfgoed. ‘Een van de eerste grote projecten waaraan ik meewerkte, nog tijdens mijn studie, was de restauratie van de brug van Mostar.’ Zo kwam ik haar op het spoor. Op zoek naar het verhaal van de brug.
Onze ontmoeting vind plaats in Hotel Villa Anri. ‘Great view of the Bridge!’, aldus Tripadvisor. Het zit goed vol. Zweden, Bologna, Texas, Istanbul, Canada – aan het gastenboek te zien komt de hele wereld hier over de vloer. Mooi is anders, een interieurstylist zou gillend wegrennen, maar de gastvrijheid is goud. Ze zijn hier oprecht aardig, uiterst behulpzaam en het is duidelijk dat ze geen steek willen laten vallen. En vers geperst watermeloensap bij het ontbijt, daar kan een sterrenhotel nog een puntje aan zuigen. Rond het hotel is niet veel te beleven. Barretjes waar op geen enkel tijdstip van de dag iemand zit. Getekende gezichten achter de toonbank van de buurtwinkel. En het bureau voor toerisme is zo te zien al heel lang dicht; dik stof zit op de ramen. Het enige toeristische hier is het reclamebord op de lantaarnpaal voor de deur, met vakantievierders op campingstoeltjes. Of ze er wat aan hebben, aan de brug, vraag ik de kruidenierster op de hoek. Ik ben vast niet de enige hotelgast die fruit komt kopen? De kruidenierster op de hoek haalt haar schouders op. Dat is zo. Maar daarna gaan ze naar de oude stad. Eten en drinken. Zij ziet ze niet meer.

Parel in een oester
Mag het buiten sombertjes zijn, in het hotel komen we, als Alice door de spiegel, in een andere wereld. De opgepoetste wereld van het toerisme, met z’n uitroeptekens en superlatieven. Maar wat brengt het toerisme de mensen van Mostar? Zijn ze trots op hun erfgoed? En hoe zit het met de symbolische functie van de brug, als toonbeeld van naoorlogse verzoening?
Vanuit het hotel kun je de brug inderdaad zien liggen. Als een parel in een oester ligt hij ingebed in de oude stad, een gezellige wirwar van straatjes. Maar voor we erheen gaan, neemt Senada me eerst mee naar de buurt waar ze opgroeide. Pas in 2002 kreeg de familie Demirovic haar eigen huis weer terug, vertelt ze. Zo vers is het oorlogsverleden nog. Vrolijk groet ze links en rechts bekenden: ze kent nog steeds iedereen.
Veel bewoners keerden na de oorlog terug in de buurt, maar veel ook niet. Vermoord, geëmigreerd, wat er ook gebeurd is in de bewogen levens van de mensen, feit is dat Mostar na de oorlog 40.000 zielen minder telde.
Senada: ‘Toen ik klein was woonde iedereen hier door elkaar: moslims, Kroaten, Serviërs.’
Zo op het eerste oog is de stad nog steeds een smeltkroes: minaret en kerktoren staan zij aan zij, en souvenirwinkeltjes verkopen zowel basepallpetjes als fezzen. Je ziet gesluierde vrouwen en kortebroekendraagsters.
Maar sinds de oorlog leven de bevolkingsgroepen grotendeels gescheiden en is de stad verdeeld in oost en west, met de moslims aan de ene kant en de Kroaten aan de andere.
Senada groeide op in het huidige west.
Hoe is het nu hier? ‘Ik vond Belfast, waar ik voor mijn werk een conferentie bezocht, erger. Daar staat een hoge muur tussen de katholieken en de protestanten. Dat hebben wij niet. En ik denk niet dat de tijd ooit nog terugkomt dat je achtergrond er niet toe doet, zoals vroeger. Al proberen de mensen het wel.’ Grote rellen of incidenten zijn er weinig.
De spanningen tussen de bevolkingsgroepen komen vooral tot uiting op het voetbalveld: wedstrijden zijn hier ware veldslagen. Het supportershonk dat we passeren, is een vesting die doet denken aan de Hells Angels bij ons. Als ik een foto maak, zegt Senada dat ze maar hoopt dat ze dat daar binnen niet hebben gezien.
Haar oude buurt is prettig, groen en netjes. Maar op mijn omzwervingen in de stad kom ik veel armoedige wijken tegen, met straten als gatenkaas. Vol skeletten van gebombardeerde gebouwen waar nu de wind doorheen waait. ’s Nachts bieden ze onderdak aan katten, ratten en de magere sloebers die er de hele dag rondhangen, schuw in de schaduw.

De rest van de stad is nog deels gehavend door de oorlog

Symbool van verzoening
Senada Demirovic was een studente, toen ze met een team van binnen- en buitenlandse studenten en experts betrokken raakte bij een langlopend, groots project: de ‘rehabilitatie’, zoals zij het noemt, van de beroemde brug van Mostar en de middeleeuwse stad eromheen. Tot dan toe was er een noodbrug, de echte brug lag in brokstukken in de zes meter diepe rivier. De restauratie was een gezamenlijke onderneming van Unesco, de Europese Unie, de Wereldbank, het cultuurfonds van zakenmagnaat Aga Khan, en werd ook financieel ondersteund door de vs, Nederland, Italië, Kroatië en Turkije. Het duurde vijf jaar, van 1997 tot 2002. Volgens het Aga Khan Cultuurfonds met als expliciet doel, ‘het economisch potentieel van de stad, dat leek te liggen in het toerisme,’ te vergroten.
Het project ademde een oprechte zorg voor de identiteit van het eeuwenoude gebied. ‘Het ging er om te bepalen wat er behouden moest blijven, en wat kon worden gladgestreken. Als je te veel wegpoetst, is het net een mislukte facelift en verliest het zijn karakter. Daarover is uitvoerig gediscussieerd.’ Dit ging over veel meer dan alleen stenen. De brug, in het hart van de stad, moest een belangrijk naoorlogs symbool worden van verzoening en solidariteit. ‘Pas als de brug is hersteld, kan Mostar de oorlog achter zich laten,’ aldus de toenmalige locoburgemeester.
De opening was vooral een feestje voor de officials en de massaal toegestroomde internationale pers, zegt Senada. ‘Voor ons, voor de bevolking, was de dag toen het eerste brokstuk van onze eigen brug weer boven water kwam een bijzonder moment. Dat was zo symbolisch. Dat gaf hoop. Daar kwam ónze brug boven water. De stenen zijn later gebruikt bij de reconstructie.’ Een team van Hongaarse en plaatselijke duikers hees de duizenden kilo’s omhoog. ‘Een van die duikers was mijn vader,’ zegt Senada trots. Een Amerikaanse journalist die erbij was, tekende het hele verhaal op in de
Pittsburgh Post-Gazette van 17 februari 1998 met als kop ‘Old Bridge fell 4 years ago, a casualty of war’. Zijad Demirovic wordt daarin geciteerd als leider van het duikteam. Voordat het zware hijswerk begon, spendeerde hij tien dagen onder water om plaats en conditie van alle fragmenten te filmen, schrijft de krant. ‘Demirovic – een grote, gespierde moslim met een handdruk van staal, overlevende van een Kroatisch concentratiekamp tijdens de oorlog – is enthousiast over het werk: “God houdt van mensen met passie.”’

Leven in de verdrukking
Op welk moment van de dag je er ook komt, altijd trekken er drommen toeristen over de brug. Fotootje, klaar. En door. Hooguit volgt nog een bezoek aan het museum over de oorlog, waar je een video kunt bekijken die ook op YouTube staat, of het museum in de toren van de brug met de opgravingen van de oudste, middeleeuwse fundamenten en wat gereedschap. Vanaf de dikke vestingmuren in de toren heb je mooi uitzicht. Als mieren krioelen de mensen beneden door het kleine stukje stad. Hier vind je aangename restaurants, met weids uitzicht over de rivier, ruisende watervalletjes. Afgeladen zijn ze, lunch en diner, de obers werken zich de ganse dag in het zweet. Ondanks dat hebben ze geen last van de toeristitis waaraan veel horecapersoneel lijdt; merkbare weerzin tegen klanten die maar van alles willen. Ze zijn niet kortaf, niet blasé. ‘We zijn dolbij dat we werk hebben,’ zegt Zafed (23). Laat maar komen, die klandizie.
Terwijl we langs de souvenirstalletjes lopen, geeft Senada haar visie op het toerisme in Mostar. ‘Als stedenbouwkundige denk ik dat het zoveel beter zou kunnen. Veel beter georganiseerd. Nu is al het toerisme geconcentreerd in de oude stad. Die verliest daardoor zijn werkelijke waarde als monument. En met alle souvenirshops en coffeeshops komt het echte leven in de verdrukking. Dit is een wereldwijd probleem bij werelderfgoed. Mijn oplossing is om het gebied breder te trekken. Andere stadsdelen erbij te betrekken. Dit is het onderwerp van mijn proefschrift.’ Maar die andere stadsdelen moeten dan wel eerst opgeknapt worden, en waar moet dat geld vandaan komen? Het klinkt als verre toekomstmuziek.

Arme mensen lachen meer
We slenteren langs de souvenirverkopers. In de zestiende eeuw zaten er al kleine nerinkjes rond de brug, in de rotsen uitgehouwen, met houten luiken ervoor. Dat is nog steeds zo. Maar nu is bijna alles Made in China, dezelfde kitsch die je overal tegenkomt, met als enige verschil dat je in Kiev minibustes vindt van Stalin en in Mostar van Tito. Toch zijn er nog authentieke ambachtslieden. Zoals Nedzad, zeventig jaar, koperslager van beroep. Na jarenlang werken in de Toyotafabriek van Kentucky drijft hij sinds twee jaar weer zijn oude winkeltje. ‘Ik hou van het leven hier.’ En Amerika dan? ‘Daar heb je geen leven. Het is werken, werken, werken. Hier heeft niemand zin om te werken – maar je hebt wel een leven.’
Ook Safet is op leeftijd, met z’n 72 jaar. Al 39 jaar drijft hij hier zijn handel. Voor vijf euro verkoopt hij bewerkte koperen armbandjes, en hij restaureert. Maar de mensen willen geen ouwe dingen meer. Zijn leven lang woonde hij in Mostar, op zes maanden India na. ‘Ik heb daar geleerd dat arme mensen meer lachen.’ Met z’n baard en witte gewaden is Safet een bekende figuur. Een ouwe gek, zeggen sommigen. Wat vindt hij van het toerisme hier? ‘De tijd van Tito was het beste,’ zegt hij. ‘Toen kreeg je alleen als gediplomeerd vakman een winkel. De jonge generatie heeft geen vak, die verkopen alleen kitsch. Ik heb geen contact meer met de mensen, zoals in de hippietijd. Toen reisden ze alleen. Een man, een rugzak, soms een gitaar. Je leerde van elkaar, wisselde dingen uit. Nu is het voor 95 procent groepstoerisme. Groepen hebben geen tijd. De gids jaagt ze op, ze moeten het hele programma afwerken in anderhalf uur.’ De restauratie van de brug heeft niks voor de stad gedaan, vindt hij. ‘Kapitalisme is niks voor Mostar. De burgemeester hier is de rijkste man in de verre omstreken. Dat zegt toch genoeg?’ Dat hele oost-westdenken van tegenwoordig moet hij ook niet. ‘Mijn vrouw was katholiek. Als ze mij vragen welk geloof ik aanhang, zeg ik homo sapiens.’

Het kerkhof van Mostar

De brug is de ziel van Mostar
Tolk en gids Armana Crnalic is hier ’s zomers vrijwel dagelijks te vinden. ‘Als ik zeg dat ik uit Bosnië kom, is de eerste vraag van toeristen die ik altijd krijg: ligt dat in Rusland? En de tweede: is dat waar de oorlog was? Ik hoop dat dat nog eens verandert,’ zegt ze lachend. Volgens Armana is de betekenis van de brug voor Mostar nauwelijks te overschatten. ‘Voor veel mensen was het bombardement van de brug alsof een familielid of je beste vriend omkwam. Dus je kunt je voorstellen hoe belangrijk hij is voor de mensen. De brug is de ziel van Mostar, en met het herstel van de brug keerde die ziel terug. De restauratie betekende dat we na de oorlog niet aan ons lot zijn overgelaten. En erkenning van de rest van de wereld, dat wij hier iets hebben dat mooi en uniek is, en dat het waard is om tot werelderfgoed te worden benoemd.’ Over het toerisme hier zegt ze: ‘Er is onvoldoende diversiteit in het aanbod van accommodaties. Zeker om de nieuwe luxe markt te kunnen bedienen. Investeringen blijven achter, en buitenlandse investeringen al helemaal.’ Volgens Tripadvisor kunnen maar twee hotels in Mostar doorgaan voor luxe. Een kamer kost vijftig euro.
Terwijl Mostar achterblijft, groeit het toerisme in de rest van het land juist sterk, laten cijfers zien van de World Tourism Organisation van de vn. In Sarajevo is dat in juli goed te merken. Het is afgeladen, het aanbod van hotels groot en divers. Er is ook meer te doen: in de omringende bergen kun je fietsen, klimmen, wandelen. Armana is nu 28. Ze heeft rechten gestudeerd, maar ze kan geen stageplaats krijgen. ‘Bedrijven hebben geen geld voor de stagevergoeding. Zonder stageplaats doe je geen ervaring op, en ervaring wordt gevraagd in elke advertentie. Als je verder wilt komen hier, moet je contacten hebben, de juiste mensen kennen.’ Emigreren wordt door veel jongeren gezien als de enige uitweg.

Souvenirmarkt: messen en kogelpennen

De politiek ligt op zijn gat
De afgelopen zes maanden heeft Senada drie keer salaris uitbetaald gekregen. ‘Ik werk gewoon door. Wat moet ik anders. Als ik stop, is er geen andere baan voor me, met de huidige werkeloosheid.’ Die bedraagt naar schatting zeker vijftig procent. De plaatselijke aluminiumfabriek draait nog, met zijn internationale handelscontacten. Maar vroeger had Mostar ook een tabaksfabriek en een textielfabriek. Soko, dat militaire vliegtuigen bouwde, doet nu alleen nog maar in auto-onderdelen.
Behalve de economie ligt ook de politiek op zijn gat. Met drie presidenten – een Bosniër, een Kroaat en een Serviër – en evenzoveel bevolkingsgroepen is Bosnië en Herzegovina een ingewikkeld land. De Bosniërs zijn moslims, de Kroaten katholiek en de Serviërs orthodox. De Amerikanen achter me in het restaurant ’s avonds blijven zich maar verwonderen over alle nationaliteiten en volkeren hier. Maar de politieke situatie in Mostar is nog gekker. Hier geldt niet: meeste stemmen regeren, maar krijgt iedere bevolkingsgroep een gelijk aantal zetels in de gemeenteraad. Die maatregel is in 2004 ingevoerd door de Hoge Vertegenwoordiger van de Internationale Gemeenschap, een positie geformeerd in de Dayton-akkoorden, het vredesverdrag. Als ultieme poging de stad te dwingen tot hereniging. Maar het tegendeel is gebeurd. Mostar geldt nu als volkomen onbestuurbaar. Er wordt geen enkel besluit genomen, partijen weigeren compromissen te sluiten of toe te geven. In 2009 zat de stad maandenlang zonder bestuur, en nu is het weer raak: sinds eind vorig jaar ligt de gemeenteraad stil. ‘De mensen zijn het spuugzat,’ zegt Senada. Maar als de regel van gelijke vertegenwoordiging wordt afgeschaft, dreigt er weer een ander probleem, zegt ze. ‘Dan worden de Kroaten de grootste partij hier.’ Mostar is de enige stad van Bosnië en Herzegovina waar de Kroaten in de meerderheid zijn. Ook burgemeester Ljubo Beslic, die hier al heel wat jaartjes zit, is een Kroaat. Die geeft zijn macht niet graag op. ‘Ik ben bang, dat de moslims dan de Palestijnen worden van Mostar.’ Het bestuurlijke vacuüm heeft een desastreuze uitwerking. Daar helpen geen tien bruggen tegen. En dan is er natuurlijk nog de corruptie.

Skeletten van gebombardeerde gebouwen

Verzoening is een traag proces
’s Avonds gaan we met z’n allen, Senada, haar man en haar drie kinderen, naar de opening van een tentoonstelling in het cultureel centrum, het Pavarotti Centre. Organisator is Zlatko Serdarevic, kunst- en cultuurjournalist. Onderwerp is de vriendschapsband tussen Mostar en de vs. Die dateert al van de Tweede Wereldoorlog, vertelt Zlatko, met het droppen boven Mostar van Amerikaanse voedselpakketten. ‘Daar zat een briefje bij van de Amerikanen. Mijn moeder heeft dat altijd bewaard, het hangt hier aan de muur.’ Het is een sympathieke kleine tentoonstelling met krantenknipsels en parafernalia over een positief onderwerp. We zijn er beduusd van. Als de bezoekers weg zijn praten we met zijn drieën verder bij een glas bier. De brug is een mooi symbool, zegt Zlatko. Maar verzoening is een traag proces. ‘Er zijn krachten die liever de status quo handhaven. Want chaos is de beste manier om aan de macht te blijven. Het is puur bolsjewisme. De huidige generatie politici heeft de manier van denken geërfd van de vorige. Maar ze gedragen zich nog erger.’ Hij beschrijft de maffiose praktijken van het bestuur en de politiek. ‘Het gemeenschapsgeld verdwijnt in eigen zak.’ Zijn grootste desillusie is dat de huidige overheid de jeugd geen enkel perspectief biedt. ‘De politiek vergooit de beste jaren van de nieuwe generatie,’ zegt hij, een wegwerpgebaar makend. ‘Alsof het niks is.’
Dan komt een stel kinderen aanzetten, kwetterend en lachend. Ze dragen blokfluitetuis en bladmuziek. Pavarotti Centre is niet alleen een cultureel centrum, maar ook een muziekschool, opnamestudio en een concertpodium ineen. Het is vernoemd naar de oprichter Luciano Pavarotti en gebouwd en betaald uit de opbrengst van gratis concerten door Pavarotti, Brian Eno en leden van u2 – over goede daden gesproken. De Facebookpagina staat vol vrolijke foto’s: kinderen in een bandje, een optreden van de balletgroep en een rockconcert. ‘Toch geweldig?’ zegt Senada. ‘Ik ben zo blij dat dit er is. Een plek waar je in aanraking komt met kunst en muziek is zo ontzettend belangrijk. Sinds een tijdje hebben we trouwens ook weer een bioscoop. Maar wat heeft dat lang geduurd.’
In september gaat Senada’s oudste dochter hier op balletles.

brugspringen

Jaarlijks vinden er kampioenschappen brugspringen plaats vanaf de brug van Mostar, een eeuwenoude traditie.