Onze creatieve revolutie kreeg momentum toen ongeveer 14.000 jaar geleden
mensen in het Midden-Oosten begonnen dieren te houden en gewassen te planten. De voedselvoorziening werd efficiënter zodat er steeds meer mensen konden worden vrijgemaakt voor andere taken. De eerste Chinese karakters en het spijkerschrift zijn pas zo’n 5000 jaar geleden onafhankelijk van elkaar tot ontwikkeling gekomen. Het spijkerschrift betrof voor 90 procent de boekhouding van de handel in dadels, graan en schapen, maar er is ook literatuur, religie en wetenschap ontcijferd. Meer dan 2000 jaar geleden heeft een Babylonische astronoom zelfs de afstand in graden berekend die Jupiter aan de hemel aflegde.
In de groeiende gemeenschappen kregen steeds meer mensen onderling contact, kon nieuwe informatie efficiënter gedeeld worden en kon onze gezamenlijke creativiteit, door middel van competitie en samenwerking, voor snelle technologische ontwikkelingen zorgen. Mensen hebben technieken
ontwikkeld om alle informatie op te slaan zodat de volgende generatie kan
beginnen waar de vorige gebleven was.
Recentelijker zijn daaraan toegevoegd de verregaande specialisering van mensen en de ontwikkeling van steeds betere vervoers- en communicatiemiddelen die ook internationale samenwerking en competitie mogelijk hebben gemaakt. Onze creatieve ontwikkeling is hierdoor in een stroomversnelling geraakt. De Industriële Revolutie, laat in de achttiende eeuw, en de golven van economische groei daarna zijn voornamelijk te danken aan een relatief klein aantal wetenschappelijk en technologisch zeer creatieve mensen die uitvindingen deden die een verbetering van de levensomstandigheden voor de hele populatie teweegbrachten.
Ons brein is bijzonder. We leren meer en beter dan andere dieren, hoewel de basismechanismen hetzelfde zijn. Ook voor apen is cultureel leren cruciaal. Ze leren hoe ze met een stokje termieten kunnen vangen en hoe ze noten moeten kraken met een steen door de ouderen na te doen. We spreken niet voor niets van ‘na-apen’. De neurobiologische basis voor sociaal leren, het leren van anderen, zijn de spiegelneuronen in onze hersenen die door de Amerikaanse neuroloog Ramachandran de ‘basis van onze beschaving’ zijn genoemd.
Wij zijn mens door onze typisch menselijke hersenen die cultuur en zelfreflectie mogelijk maken. Onze enorme creativiteit uit zich in een voortdurende stroom van nieuwe technische en wetenschappelijke ontwikkelingen en in kunst en muziek – een combinatie van techniek, creativiteit en emoties. De mens kan zich, met dat grote, creatieve brein met zijn extra cellen en verbindingen, beter aanpassen dan andere soorten aan een veranderende omgeving. Daarnaast creëert hij hiermee bijzondere apparatuur en een complexe andere culturele, sociale, en taalomgeving, en beïnvloedt hij de hersenontwikkeling op een voor de omgeving specifieke wijze. Toen onze voorlopers daarmee begonnen, zo’n 50.000 jaar geleden, werden we de moderne mens.
Wij zijn Ons Creatieve Brein.