Max Verstappen zette Nederland weer op de kaart in de internationale autoracewereld. Andere tijden sport kijkt terug op een ander Nederlands fenomeen uit de race- wereld: de vrouwelijke coureur Liane Engeman, die het in de jaren zestig en zeventig succesvol opnam tegen grootheden als Emerson Fittipaldi en Jacky Ickx.

Hannah Dogger

Andere tijden sport ontmoette Liane Engeman in de Spaanse badplaats Marbella, waar ze tegenwoordig woont. 74 is ze nu en nog altijd een bijzondere verschijning: tenger en met helderblauwe ogen. We spreken haar op een terrasje, witte wijn binnen handbereik. Regelmatig begroet ze voorbijgangers, ze kent hier iedereen.

In 1965 – het is een mooie zomerdag – staat de Haarlemse Engeman te liften, ze wil naar het strand. Rob Slotemaker, eigenaar van de Rensportschool in Zandvoort stopt en biedt aan haar mee te nemen. Zijn renschool is tevens kweekvijver van racetalent. Liane, wier vader een taxibedrijf heeft, kan al vanaf haar veertiende autorijden. Ze besluit er een kijkje te nemen en raakt bevriend met Slotemaker. Ze volgt er een slipcursus en al gauw rijdt ze haar eerste races op het circuit van Zandvoort. En dat smaakt naar meer.

De avontuurlijke Liane besluit naar Engeland te gaan om daar haar racecarrière van de grond te krijgen. In Engeland wordt namelijk veel meer geracet dan in Nederland. Om een eigen Formule Fordwagen te kopen verdient ze bij met een baantje als serveerster in een outfit met bunny-oortjes bij de Londense Playboy Club. Al snel blijkt dat de combinatie van ’s nachts werken en overdag racen niet ideaal is en lang houdt ze het niet lang vol bij de nachtclub.

In de pitstraat, Brazilië, 1970

flirten

Liane pakt alles aan wat langskomt, als ze maar kan rijden. Ze racet in verschillende auto’s en reist de hele wereld over. Gewoon met de mannen mee, want er is geen aparte vrouwencompetitie. Met emancipatie is ze in die tijd nog niet bezig: ze wil racen en is toevallig een vrouw. Op die manier wordt ze al snel allround. In 1968 rijdt ze de legendarische twaalfuursrace in Sebring, Florida, een zware race waarin je met één bijrijder twaalf uur achter elkaar rijdt. Ze rijdt – samen met de Amerikaanse coureur Janet Guthrie – een Javelin. Tijdens de race komt ze in conflict met de Austra- lische rauwdouwer Paul Hawkins in zijn Ford gt40, die beweert dat ze hem afsnijdt. Woedend geeft hij af op de dames die toch zeker beter achter het aanrecht kunnen gaan staan en niks op het racecircuit te zoeken hebben. Maar daar heeft Liane toch echt heel andere gedachten over.

Met haar blonde lokken en tengere figuur is Engeman een bijzondere verschijning op de circuits, een echte mannenwereld. Er zijn veel mannen die wel iets in haar zien. Maar op de vraag of ze wel eens flirtte met die mannen antwoordt ze resoluut: ‘Nee, dat kon niet. Dat was gewoon niet verstandig. Dan zou je er tijdens een race anders tegenaan kunnen kijken.’ Geen geflirt en relaties dus op het circuit voor Engeman. In 1973 rijdt de dan piepjonge Jan Lammers zijn eerste race in de overall van Liane. Hij past Lammers, die nogal klein van stuk is, perfect. ‘Ik was zestien jaar en mijn hormonen begonnen zo’n beetje op hun plaats te vallen. Liane was echt een plaatje in die spartaanse wereld.’

schokbreker

Op het circuit in Brazilië kijkt Engeman de dood in de ogen als ze met haar Formule Ford over de kop slaat en in een moeras terechtkomt. De auto is total loss. Ze kan zich ternauwernood onder de zinkende wagen vandaan manoeuvreren. Ze heeft pijn in haar nek. Iets waar ze tot op de dag van vandaag last van heeft. Tegenwoordig  hebben coureurs nekbeschermers, maar in die tijd was dat nog niet gebruikelijk. Ook de auto’s waren nog veel minder veilig. Brandwerende kleding was nog niet verplicht. Of iets als een uitloopstrook, bijna geen enkel circuit had dat in die tijd. Engeman: ‘Als er een ongeluk gebeurde, was dat doorgaans fataal – over en sluiten.’

Ze is er bij als op het circuit van Brands Hatch in Engeland de Zwitserse coureur Jo Siffert dodelijk verongelukt. Ze moet daarna zelf nog rijden. Eerst durft ze niet over de zwartgeblakerde plek van het ongeluk te rijden, terwijl dat wel de ideale lijn is. Maar ze weet dat ze er toch overheen moet en niet te veel moet nadenken, anders raakt ze haar concentratie kwijt.
 

'Als er een ongeluk gebeurde, was dat doorgaans fataal – over en sluiten.'

De Maastrichtse coureur Frans Lubin is teamleider van Frami Racing Team, dat furore maakt in de Formule Ford. Sponsor Ford draagt Engeman zelf aan. ‘Ford wilde meer publiciteit. En Liane was een persoonlijkheid,’ aldus Lubin. Ze rijdt veel in de Ford Twin Cam, een auto met brede wielen. Lubin en Engeman racen samen een succesvol seizoen. Hij laat haar verschillende keren expres winnen als ze eerste en tweede liggen. ‘Een meisje dat won, daar werd de pers heel enthousiast van,’ herinnert hij zich. ‘We draaiden weleens de schroefjes los van de schokbreker. Ze merkte dat direct.’

krulset

Engeman is goed in het regelen van sponsoren. Zo strikt ze het beautymerk Carmen, bekend van de krulset, om haar helm te sponsoren. Bij Alitalia regelt ze vliegtickets. Als ze in Nederland is, logeert ze bij haar ouders en spaart daar weer geld mee uit. Voor het bandenmerk Dunlop neemt ze een reclame op, ‘Vive le sport’, een commercial van 45 minuten die in de bioscoop als voorfilm vertoond wordt. Voor de opnames rijdt ze zes weken lang in een Mini Cooper door Europa, langs de prachtigste locaties. Het is leuk om te doen, maar ze heeft er nooit iets voor betaald gekregen.

In 1970 wordt Engeman bij Frami weg- gekocht door s.r.t. Racing Team van Ger Oosterman. Ze bieden 15.000 gulden en een Alfa Romeo. Toine Hezemans zit ook bij s.r.t. Ger Oosterman: ‘Liane was een gedreven meisje, ze kon heel goed sturen. En ze was een mooie vrouw, dat was ook een voordeel voor het team.’ Het aanvankelijke enthousiasme wordt al snel getemperd: Engeman verwijt Oosterman dat de auto’s niet in orde zijn. Hij vindt het op zijn beurt vervelend dat ze met de pers praat. In de kranten wordt de ruzie breed uitge- meten, met koppen als ‘Liane uit Racing Team gezet’ en ‘Ontslagen Liane Engeman spuwt haar gal’.

tweeling

In 1972 treedt Europa’s snelste vrouw in het huwelijk met Piet-Hein Keijzer, erfgenaam van de bekende tapijtfabriek Bonaparte. Ze trouwen in Haarlem op het stadhuis en worden zowaar een bekend koppel dat regelmatig op de societypagina van De Telegraaf verschijnt. Sneller dan verwacht, wordt Liane zwanger van een tweeling. Ze moet zelfs als ze al vier maanden zwangedais, doorgaan met racen om haar contract uit te dienen. Ook voert ze op dat moment onderhandelingen over een Formule 1-contract, het hoogst haalbare binnen de racerij. Toch besluit ze haar racecarrière aan de wilgen te hangen. ‘Ik stond toen voor een grote keuze. Ik heb nu leuke, lieve kinderen. Je weet natuurlijk nooit of dit een goede keuze is geweest. Ik had door kunnen gaan met racen, maar het is de vraag of het goed was afgelopen.’

‘Nu heb Ik leuke, lieve kinderen. Ik had door kunnen gaan met racen, maar het is de vraag of dat goed was afgelopen.’

De tweeling, een jongen en een meisje, wordt geboren in 1974. Nadat de Bona- partefabriek failliet is gegaan, emigreert het gezin Keijzer-Engeman in de jaren tachtig naar Spanje. Het huwelijk loopt uiteindelijk uit op een scheiding. De tweeling is dan negen jaar, en omdat Liane hen te oud vindt om in Nederland helemaal opnieuw te beginnen, blijft ze er. In Spanje valt niks te racen dus van herintreden was geen sprake. Liane woont er nog altijd, met haar kinderen, kleinkinderen en veel vrienden en kennissen. De enige keren dat ze nu nog racet, is als ze haar kleinkinderen op- haalt.

bekijk ook: VPRO De beloften