Hoe hard warmt de aarde nou werkelijk op? En hoe erg is dat eigenlijk? Is er nog genoeg tijd om de hele boel te redden? Nu de klimaatwetenschap onder vuur is komen te liggen door fouten in het IPCC-rapport, gaat Beagle op zoek naar de feiten.

In deze aflevering zijn vier Nederlandse klimaatonderzoekers aan boord van de Clipper Stad Amsterdam, die ons meenemen naar Antarctica en de eilandengroep Cocos Keeling in de Indische Oceaan. Zij boorden onlangs naar de klimaatgeschiedenis die zowel verborgen zit in de Antarctische zeebodem als in tropische koraalriffen.

De Utrechtse klimaatonderzoeker Henk Brinkhuis stapt op de Clipper, rechtstreeks vanaf het boorschip JOIDES Resolution dat ruim twee maanden Antarctica bezocht. Twee onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ), Roel Nagtegaal en Geert-Jan Brummer, stappen op de Clipper na een duikexpeditie op Cocos Keeling. Geofysicus Bert Vermeersen vaart mee als zeespiegelonderzoeker.

Aan boord komen nieuwe klimaatgegevens naar voren. 50 miljoen jaar geleden was de Zuidpool subtropisch, met palmbomen en krokodillen. Het CO2-gehalte in de atmosfeer was toen zeven keer hoger dan nu en de gemiddelde temperatuur op aarde (van evenaar tot polen) was 34 graden. Nu is dat 15 graden. Het CO2-gehalte groeit sterk door het opstoken van fossiele brandstoffen als olie en kolen, en het kappen van regenwouden.

Als we de komende tweehonderd jaar op hetzelfde pad voortgaan, komen we op CO2-waarden uit die zo'n 40 miljoen jaar niet meer zijn voorgekomen op aarde. De gemiddelde jaartemperatuur zal dan kunnen verdubbelen en daarmee zal al het poolijs verdwijnen en de tropen onleefbaar heet worden voor mens en dier. Maar dat is het zwartste scenario, bij ongewijzigd beleid. De klimaatonderzoekers aan boord berekenen hoeveel tijd er nog is om in te grijpen.