Stef: ‘Ik hoorde van een man die al 25 jaar vrouwenkaravanen organiseert, al wel duizend, schreef hij in zijn brief. Deze Manolo regelt voor zo’n karavaan een bus vol vrouwen die naar afgelegen dorpjes rijdt, waar een groot deel van de bevolking is weggetrokken. Daar wonen vooral veel mannen, en die komen maar heel moeilijk aan de vrouw.'
'In de bus zitten vooral Latijns-Amerikaanse vrouwen. Want die zijn vrijer dan de Spaanse, schreef Manolo. En dat Spaanse vrouwen het maar seksistisch vinden, zo'n karavaan. Hij noemde het handig dat die Latina’s vaak in de huishouding werken, want dat werk kunnen ze makkelijk opzeggen om bij een vrijgezel in te trekken.'
'Zijn karavanen hebben al 120 huwelijken opgeleverd, vertelde hij me, waaronder dat van hemzelf. Hij ontmoette zijn vrouw, die uit de Dominicaanse Republiek kwam, bij de derde editie. En nu organiseren ze het samen. Zij rijdt mee in de bus en bereidt de vrouwen voor, hij vertelt de boeren in het dorp hoe ze zich moeten gedragen.'
'Het is natuurlijk sowieso ongemakkelijk, zo’n kennismaking. Het voelde ook nogal ongelijk, vrouwen uit de oude koloniën die kwamen om in de behoeften van Spaanse mannen te voorzien. Of waren de rollen eigenlijk omgedraaid, en zag ik een groep sterke vrouwen die als een soort veroveraars waren gekomen en konden kiezen wat ze wilden hebben? Het was in elk geval wel duidelijk wie de vragende partij was. Ik sprak Olga, al dertien jaar vrijgezel, met de arm van een man uit het dorp om haar heen. Het was duidelijk dat hij het helemaal zag zitten met haar, maar zij… “Willen jullie niet even alleen zijn?”, vroeg ik. Ja, zei hij. Nee, zei zij. Ik vond het wel tekenend voor de verhoudingen tussen Spanje en Latijns-Amerika, eigenlijk.’