Het Schrijfhok: Esther Gerritsen

Esther Gerritsen in het schrijfhok

Op 25 april was Esther Gerritsen te gast in het schrijfhok van 'Brommer op zee'. Lees hieronder de column die Wilfried de Jong aan haar schreef en uiteraard Gerritsens repliek.

Wilfried aan Esther:

Beste Esther, 

Je hebt je hond meenomen naar de studio. Ik vermoed dat jij voor haar hebt besloten. De hond als brave slaaf van de baas. Een hond is te lijmen met eenvoudige aanwijzingen. Stop. Zit. Water. Bot. Mand. Vandaag kwam daar een nieuw bevel bij: TV. Je hond is op tv. In een hok, ja. Dat wel. Hok.  

Ik begreep dat je hond bang is voor onverwachte geluiden. Zelf ben ik bang voor onverwachte honden. In die zin ben ik blij met de glazen afscheiding in dit hok. De hond en ik zijn op gepaste afstand van elkaar.

Als een mens een hond neemt, is dat doorgaans voor eigen plezier. Je mag ermee wandelen, knuffelen. Een weggegooide stok wordt teruggebracht. En je kunt ertegen praten, vooral rond middernacht, na het laatste journaal.  

De grote tragiek van mensen is dat ze denken dat ze hun huisdieren begrijpen. Kwispelen is goed, grommen is fout. Esther, jij met je vermogen om in elke huid en misschien wel vacht te kruipen; hoe kijkt je angstige hond naar boeken?

Esther aan Wilfried:

Als mijn hond zou weten, wat boeken waren, dan zou ze zeggen, als ze iets zeggen kon, dat ze van boeken houdt. Mijn hond houdt van verhalen, dat weet ik. Ze houdt ervan als je tegen haar praat.  

Als ik me niet goed voel, praat ik niet, en is ze veel angstiger. Ik moet leren om ook dan tegen haar te spreken. Ook die verhalen wil ze horen. Niet alleen maar vrolijke boeken.  

Haar smaak is ruim, zoals ze ook alles wat op straat ligt opeet, zo luistert ze naar de mensen. 

Een Duitse vriend van me, die van zijn vrouw hun ongehoorzame hond vaker moest corrigeren, zei braaf wanneer de hond weer eens een slof kapot had gebeten: ‘Ach, du böse, du böse Hund.’

Het is de enige Duitse zin die mijn dochter kent, het is de enige Duitse zin die mijn hond kent.  

We zeggen zo graag tegen haar: ‘Du böse Hund.’ 

De intonatie is alles natuurlijk.  

Ik denk dat voor mijn hond stijl belangrijker is dan inhoud. Misschien betekent dat wel dat ze verstand van literatuur heeft.  

Elke onderwerp is interessant, als de schrijver er haar hart aan wijdt. 

De Duitse vriend is niet lang geleden onverwachts gestorven. Dat maakt zijn voortlevende zin nog betekenisvoller, we spreken ‘m met zoveel liefde uit: ‘Ach, du böse, du böse Hund.’