Tekst door Jonathan Maas, videoportret door Karen van Dijk
‘Het eerste deel van mijn leven stond ik in de schaduw van mijn tweelingzus Lotte. Ik was het eeuwige zilver; zij het goud. Ik werd vroeger altijd tweede of stond haar aan de kant aan te moedigen. Zaten we samen op voetbal: zij stond spits en scoorde continu, ik stond rechtsback te hopen dat de bal niet kwam. Korfbal, tafeltennissen en tennis – met alles had zij een winnersmentaliteit, ik het loserssyndroom. We schaakten vroeger veel, heel competitief. Op school deden we examen voor het koningsdiploma: mijn zus haalde het, ik zakte. Ik herinner me nog de wandeling naar huis, vol schaamte om mijn slechte nieuws thuis te vertellen. Ik ontdekte daar voor het eerst een limiet aan mijn kunnen. Zelfs op persoonlijk vlak vergelijk ik mezelf nog altijd met mijn zus. Zij had op een gegeven moment een gezin met twee kinderen. Ik niet. Dus ik was dolblij toen ik zelf ook een kind kreeg. Maar toen ging ik scheiden. Faalde ik daar weer in.