Belofte ben je niet in een dag. Kijk mee met Harrie zijn weg naar de top.

fietsertje

Harrie wordt geboren in het Brabantse Luyksgestel. Hij heeft twee oudere zussen: Mieke (23) en Anne (25).

2 jaar: de eerste keer

Het fietsen wordt 'm met de paplepel ingegoten. Als hij twee is, mag-ie het voor 't eerst proberen...

4 jaar: zes hechtingen

‘Ik weet ’t zelf niet meer, maar er is me verteld hoe mijn eerste keer op de BMX-baan verliep. Toen ik vier was, fietste ik met m’n vader langs de baan bij ons in Luyksgestel en ging ik erop, met m’n gewone fiets. Ik ging van de eerste heuvel en viel meteen. Er moesten direct zes hechtingen in m’n hoofd, haha.’

6 jaar: bij de Durtrappers in Luyksgestel

‘M’n buurjongen zat op BMX en ik ging een keer met hem mee. Veel mensen in onze streek doen aan BMX, het was een logische keuze.’ Harrie traint meteen twee keer per week en rijdt in het weekend wedstrijden bij omliggende clubs. ‘Er waren zo’n tien, twaalf clubs in de regio en bij elke club had je per seizoen één wedstrijd.’

7 jaar: een extra sport

‘Ik weet nog dat ik van m’n ouders een extra sport mocht kiezen op mijn zevende. Ik heb toen een proefles judo en een proefles turnen gedaan. Dat laatste vond ik veel leuker. Ik ben toen ook op turnen gegaan, dat heb ik tot m’n twaalfde gedaan. Vooral de trampoline en de vloer vond ik leuk: een beetje trucjes doen.’

‘Ik was wel erg fanatiek, maar won niet zoveel’

Van zijn jonge jaren op de BMX-heuvels kan Harrie zich vooral zijn fanatisme herinneren. ‘Ik won niet zoveel. Werd vaak vierde, derde, zesde… Ik reed toen al wel eens samen met Sam Ligtlee, met wie ik nu op de baan fiets. Hij won toen altijd van mij.’

8 jaar: een druk jochie

‘Toen ik acht, negen jaar was, kwam ik met turnen in een speciaal groepje. Ik trainde drie keer per week en deed op dinsdag en donderdag BMX. In het weekend had ik op zondag nog BMX. Een lekker druk leven had ik dus.’

9 jaar: met de caravan naar het EK BMX

‘Bij BMX’en is het vrij gebruikelijk dat je al op jonge leeftijd meedoet aan internationale toernooien. Ik had er zo’n vijf à zes per jaar. We hadden vroeger een caravan en m’n ouders reden dan mee naar toernooien. Die waren in Duitsland, Italië, Zwitserland… Op mijn negende deed ik voor het eerst mee aan het Europees kampioenschap BMX.’

hoe werkt BMX eigenlijk?

Bij de traditionele fietscross race je zo snel mogelijk over een gesloten parcours met bulten en bochten. Daar heb je techniek en snelheid voor nodig. Er zijn meerdere afsplitsingen van de traditionele cross zoals freestyle, vert en dirt. In deze disciplines gaat het om de trucs en de 'flow'.

de competitie
Tijdens de fietscross sprokkel je in regionale wedstrijden punten bij elkaar. Er bestaat een nationale ranking. Behoor je tot de top 32, dan mag je meedoen aan het Nederlands kampioenschap. De top acht daarvan mag naar het EK. Harrie: ‘Die EK’s zijn soms best groot, ga maar na. Van elk land acht deelnemers… Ik heb weleens een wedstrijd gehad waar tweehonderd BMX’ers aan meededen.’

de tienerjaren

12 jaar: voor ’t eerst Nederlands kampioen

‘Op m’n twaalfde werd ik voor het eerst Nederlands kampioen. Vanaf toen is het snel gegaan. Ik kwam in het Verlu-team, zij zorgden voor goed materiaal en kleding. Tot mijn zestiende heb ik daarbij gezeten, maar ik kwam nog steeds uit voor de Durtrappers. In het wielrennen mag je namelijk alleen wedstrijden rijden als je een licentie hebt. Die krijg je als je bij een club staat ingeschreven.’

de weg naar de top

Harrie rijdt in zijn jeugdjaren voor afdeling zuid. ‘In onze regio zitten zo’n tien, twaalf clubs. Elke club organiseert een wedstrijd, dus je had zo’n tien tot twaalf wedstrijden per jaar. Je startte op leeftijdscategorie: boys zes, boys zeven, boys acht… Vanaf je dertiende kun je tegenwoordig trainen bij een Regionaal Talent Centrum als je goed bent. In mijn tijd was dat nog niet zo. Vanaf je achttiende hoor je bij de elite, zoals dat wordt genoemd.’

Naar de middelbare school

Van Luyksgestel gaat de Brabantse coureur naar het Rythovius College in Eersel. Daar begint hij aan het VWO.

14 – 16 jaar: Europees kampioen

‘In de periode op de middelbare school, van 2011 tot 2013, ben ik drie keer Europees kampioen geworden. Eerst in Haaksbergen, in 2012 in Orleans en toen kwam de meest bijzondere...

het EK in Dessel (2013)

16 jaar: schouder uit de kom

'Het was een speciale dag, alles ging goed. Maar in de kwartfinale schoot m'n schouder uit de kom, ik maakte een fout op de tweede bult. Ik heb de ronde uitgereden, ben nog vierde geworden. Zette m'n schouder weer in de kom en ging door. Weten hoe 't verder gaat? Kijk de video van collega-BMX' er Niek Kimmann.

het begin van het einde

Na het EK blijft het talent uit Luyksgestel wedstrijden fietsen, maar het gaat steeds vaker mis. BMX is een ruige sport. Coureurs vallen veel en hard. Zo ook Harrie, en zijn schouders zijn telkens de pineut. 'Tijdens een wedstrijd in Weiterstadt viel ik op mijn rechterschouder, meteen bij de start. Een tijdje later reed ik het WK in Nieuw-Zeeland, daarna ben ik voor het eerst aan mijn schouder geopereerd.' Hij heeft dan net een mooie uitnodiging gekregen...

16 jaar: naar Papendal

‘Toen ik zestien was kreeg ik een aanbod om op Papendal te gaan wonen en trainen. Ik kan me herinneren dat ik het fantastisch vond, heel gaaf.’ Het is de bedoeling dat Harrie na de zomer voor de KNWU gaat fietsen, tussen jongens als Niek Kimmann en Marten Kooistra. ‘Ik zou in Arnhem mijn VWO afmaken tussen het trainen door. In de weekenden kon ik naar huis.’

'Ik voelde me nauwelijks BMX'er meer'

zware jaren

De jaren op Papendal vanaf 2013 zijn leuk, maar ook zwaar. 'In 2014 was ik net klaar voor een nieuw seizoen na lang revalideren, maar een week voor het seizoen begon viel ik weer. Ik moest geopereerd worden en revalideerde opnieuw de rest van het jaar. Dat was erg zwaar. Ik had na twee jaar nog geen wedstrijd gereden, voelde me nauwelijks BMX’er meer.’

18 jaar: de laatste keer

‘Het gebeurde in 2015 tijdens een wedstrijd in Valkenswaard, ik weet het nog goed. De heuvels waren hoger want ik deed voor het eerst mee met de elitemannen. Ik viel van zo’n twee meter, maar dit keer voor het eerst op m’n linkerschouder. Die schoot uit de kom. De andere ook. Ik wist meteen; dit is mis. Ik had heel veel pijn, moest geopereerd worden en wist het stiekem zelf al: BMX’en zat er niet meer in.’

(Bekijk de video van collega-BMX'er Niek Kimmann hierboven voor het hele verhaal rondom Harrie's schouders!)

de overstap

18 jaar: een mooi aanbod

Na twaalf jaar stoppen met BMX is een zware dobber voor de Brabander die zichzelf grote doelen heeft gesteld. Maar door de schouderproblemen sluimert het idee om de baan op te gaan al langer.

‘Ik reed hoge wattages en ook de talentcoach van de KNWU was onder de indruk van mijn testen. Hij had al eens gevraagd of ik mee wilde trainen op de baan. Ik vond het trainen voor de topsport zo leuk: doelen stellen en daar alles voor geven. Het was op een maandag dat ik besloot te stoppen met BMX’en en op woensdag trainde ik met de jongens op de baan.’

'Ik weet nog dat ik er niks van snapte, haha'

Harrie over zijn eerste baanwedstrijd

steile weg omhoog

Vanaf dan gaat het snel. Harrie traint en traint en doet in 2015 in het Duitse Cottbus voor het eerst mee aan een baanwedstrijd voor junioren. 'Ik weet nog wel dat ik er niks van snapte, haha.' Toch wint hij de wedstrijd meteen. Er ligt een glansrijke baancarrière in het verschiet.

19 jaar: als debutant naar 't WK

Ook bondscoach René Wolff ziet de potentie. Hij neemt Harrie als debutant mee naar het WK baanwielrennen in Hong Kong. Tot zijn eigen verrassing komt Harrie tijdens de halve finale in actie op de teamsprint, waarop hij zich als middenman samen met Nils van 't Hoenderdaal en Matthijs Büchli kwalificeert voor de finale tegen Nieuw-Zeeland.

Daar gaat het mis: bij de start knalt Harrie tot tweemaal toe uit zijn pedaal en dat betekent zilver. Jammer voor de ploeg, maar geen onverdienstelijke prestatie voor een onervaren debutant. Tot ieders verbazing snelt Harrie ook op de sprint ook nog eens naar het zilver. 'Ik deed eigenlijk maar wat,' blikt hij in de video hieronder terug op zijn prestatie.

2018

kilo's sleuren

Harrie traint hard om zichzelf te transformeren tot een echte baanwielrenner. Om explosief te kunnen zijn op de wielerbaan, sleurt hij wekelijks heel wat kilo's de lucht in. Samen met de andere sprinters brengt het kersverse baantalent veel tijd door in het krachthonk op Papendal, waar hij soms nog steeds aangepast traint vanwege zijn schouders.

schaven en slijpen

Zijn bovenbenen groeien en ook aan het koppie wordt geschaafd: 'Tijdens wereldbekerwedstrijden probeer ik nieuwe tactieken uit en we kijken tijdens toernooien naar mijn belasting. Soms pakt het goed uit om voor één onderdeel te kiezen. Dat is allemaal kennis die we meenemen naar Apeldoorn,' vertelt Harrie, vooruitblikkend op het wereldkampioenschap in februari.

hoogtepunt: WK in eigen land

20 jaar: knallen op de teamsprint

Onder Wolff maakt Harrie grote stappen en tijdens het WK van een jaar later is hij een serieuze medaillekandidaat. Op de teamsprint moet het gebeuren, op individuele nummers is het nog steeds erop of eronder. Op de sprint vliegen Harrie en Jeffrey Hoogland er 'al' in de achtste finales uit. Maar de teamsprinters, met hun enorme bovenbenen al tijden ijzersterk, snellen in het Apeldoornse Omnisport naar de overwinning.

'Ik wil werken aan mijn sprinttactiek'

De sprinter uit Luyksgestel is inmiddels uitgegroeid tot een vaste waarde in het Nederlandse baanwielrenteam, bijna een belofte-af. Maar volgens hemzelf is er nog genoeg ruimte voor verbetering: 'Ik kan nog veel leren. Bijvoorbeeld als het gaat om mijn houding op de fiets. En ik wil werken aan mijn sprinttactiek.'

bekroning van een mooi jaar

In december worden de baansprinters door NOC*NSF uitgeroepen tot Sportploeg van het jaar 2018. Harrie doet als een volleerd speecher het dankwoord:

dromen over Tokio

Harrie's focus ligt in 2019 na de vele wereldbekerwedstrijden en de Zesdaagse in Ahoy Rotterdam op het WK baanwielrennen in Polen in februari en maart. 'We bereiden ons voor door middel van een trainingskamp in het Portugese Anadia. Daar kunnen we mooi trainen op een goede baan. Bovendien is daar de buitentemperatuur iets aangenamer dan bij ons.'

Voor Harrie liggen er, na veel tegenslagen en blessures, mooie prestaties in het verschiet. 'Ik wil heel graag naar de Olympische Spelen en ben blij dat ik die droom na al mijn schouderblessures nog niet heb hoeven opzeggen.'

de kwalificaties

Op de wielerbaan kunnen 198 atleten zich voor Tokio kwalificeren: 98 mannen en 91 vrouwen. Per Nationaal Olympisch Comité (de sportkoepel van een land) zijn er vijftien individuele plaatsen. Drie Nederlandse baanwielrenners moeten zich in eerste instantie als ploeg plaatsen voor de teamsprint. Dat gebeurt via toernooien zoals wereldbekerwedstrijden, het EK en WK.

Onder de drie renners die op de teamsprint naar Tokio mogen, worden individuele startbewijzen verdeeld voor bijvoorbeeld de keirin en de individuele sprint. Omdat de Nederlandse ploeg het afgelopen jaar al veel wereldbekerwedstrijden gewonnen heeft, is plaatsing als ploeg al zo goed als zeker. Binnen de ploeg is zoveel concurrentie, dat nog lang niet zeker is wie Nederland in 2020 gaat vertegenwoordigen.

2019

Waar 2018 mooi eindigde, gaat Harrie in 2019 op dezelfde toer door: in het Poolse Pruszków wordt Harrie niet alleen wereldkampioen met de teamsprintploeg, ook op de individuele sprint pakt hij het goud! Zijn eerste individuele WK-goud en het bewijs dat Harrie zich als benjamin van de ploeg kan meten met de mondiale top.

Op de teamsprint verpulverden Roy van den Berg, Harrie en Jeffrey Hoogland de Fransen in 41.9 seconden, een tijd die bondscoach Hugo Haak voor Tokio had ingecalculeerd. Om op de individuele sprint de snelste te zijn, moest Harrie zijn ploeggenoot en kamergenoot Jeffrey Hoogland in de finale verslaan.