Hoge bloeddruk, diabetes en andere gezondheidsproblemen zijn typerend voor de armste inwoners van Mississippi. De nieuwe zorgwet van Obama heeft voor de bewoners van de ziekste staat van het land nog maar weinig veranderd. Ook in Nederland is het zorgstelsel de laatste jaren ingrijpend veranderd. Aan beide zijden van de oceaan springen geëngageerde burgers in het gat en bieden met creatieve oplossingen een helpende hand.

Cevahir Varan

Mississippi

Wie in Mississippi geboren wordt, hoeft geen al te hoge verwachtingen van het leven te hebben. Een derde van de kinderen in deze staat leeft onder de armoedegrens. De kindersterfte is twee keer zo hoog als het landelijk gemiddelde - de levensverwachting op sommige plekken lager dan in Tanzania.

Het racistische verleden in Mississippi heeft diepe sporen nagelaten: veel zwarte bewoners zijn huiverig om blanke hulpverleners te bezoeken. Bij gebrek aan een vangnet door de overheid, komt de hulp hier van particuliere initiatieven. Een kapper biedt uitkomst: naast het knippen van de haardos meet hij de bloeddruk van zijn klanten - want hij heeft wel toegang tot de mensen die de reguliere zorg mijden.

Den Haag

De zorg is in Nederland de laaste jaren stevig veranderd. Duurder, ingewikkelder, technocratisch en onpersoonlijk. Vooral ouderen voelen zich vaak een nummertje dat wordt afgewerkt; de thuiszorg of huisarts heeft geen tijd meer voor een praatje. Pilletje voorschrijven en klaar - en de apotheek is het doorgeefluik van medicijnen. Waar de kapper in Mississippi uitkomst biedt aan zwarte klanten om hun bloeddruk te meten, springt een bijzondere apotheek in Den Haag in het gat waarin vooral veel ouderen in Nederland belanden. Apothekers zijn vanuit commerciële belangen op zoek naar strategische samenwerkingen met huisartsenpraktijken; Sonja Keizers koos bewust voor een persoonlijke consumentenbenadering met de oprichting van haar apotheek Pillen en Praten. ‘De apotheek was een plek waar je je doosje kreeg en verder niks toevoegde', zegt ze. 'In 2005 startte ik mijn apotheek Pillen en Praten met het idee dat mensen in een apotheek niet alleen pillen krijgen, maar ook begeleid worden. Ik wilde een emancipatieslag maken.’

Anders dan andere apotheken bevindt de kamer van Sonja Keizers zich naast de ingang. ‘Dat zorgt ervoor dat mensen mij zien als ze hier binnenlopen. Normaal gesproken hebben patiënten een apotheek, maar hier krijgen ze een apotheker. Het bijzondere aan Pillen en Praten is dat het een hele persoonlijke aanpak is: mensen krijgen er een gesprekspartner bij in de gezondheidszorg. Ik voer medicijngesprekken met patiënten om ze te begeleiden in hun medicatie. Het nut van het ervan is dat je er veel medicijnongelukken mee kan voorkomen: alert zijn, fouten uit recepten halen, signalen van patiënten oppakken.’

De clientèle van Pillen en Praten wordt voornamelijk gevormd door oudere mensen. ‘Onlangs praatte ik met een kankerpatiënt, die veel trekkingen had, over zijn medicatie. Hij was er onzeker van geworden, omdat het niet duidelijk was door welke medicijnen het kwam.’ Sonja Keizers legt uit dat huisartsen tijd tekort komen. ‘Op een nascholing hoorde ik een keer van een medisch specialist “ik vraag patiënten nooit naar bijwerkingen van medicijnen, omdat ik weet dat mijn spreekuur dan gaat uitlopen.” Als je jong bent, is het veel belangrijker dat je een goede kapper hebt dan een apotheker. Maar oudere mensen hebben behoefte aan zorgvuldige begeleiding.’

Enerzijds ziet Sonja Keizers dat de thuiszorg onder druk staat vanwege de bezuinigingen. Anderzijds biedt dat volgens haar ook weer kansen. ‘Samen met een thuiszorginstelling zijn we van plan om een applicatie te lanceren waarin voor patiënten automatisch hun medicatie wordt bijgehouden. Op die manier kunnen de thuiszorgmedewerkers goed in de gaten houden welke medicijnen ze moeten toedienen aan ouderen.’

Al met al is Pillen en Praten een voorbeeld van een gepassioneerde apotheker die niet wacht op beleidsmatige oplossingen om de driehoek tussen huisarts – thuiszorg – apotheker te versterken. ‘Veel apothekers wachten totdat het beleid eenmaal klaar is en er een deal is gesloten met de zorgverzekeraar, omdat ze er anders niet voor betaald krijgen. Ik heb altijd gedacht: ik doe het en ik zie wel waar het geld vandaan komt. Dat is ook de beste zakelijke houding, omdat je eerst moet bewijzen dat het waarde heeft. Dan vind je altijd wel iemand die ervoor wil betalen. Dat heb ik bewezen met de medicijngesprekken: ik was de eerste die ervoor betaald kreeg omdat men de urgentie ervan inzag.’