kan een schuldig volk wel slachtoffer zijn?

Het Duitsland van mijn moeder

In de filmische reisserie 'Het Duitsland van mijn moeder' reist programmamaker Britta Hosman aan de hand van haar Duitse familiegeschiedenis terug in de tijd.

'Een prachtige serie'

Remco Campert, de Volkskrant

In de zesdelige serie Het Duitsland van mijn moeder reist programmamaker Britta Hosman de familiegeschiedenis van haar moeder na, en daarmee die van heel naoorlogs Duitsland, waarbij de actualiteit - vluchtelingencrisis en Russische dreiging - opvallende parallellen vertoont met het verleden.

Hosmans moeder vluchtte als vierjarig meisje met haar ouders in de winter van 1945 uit Oost-Pruisen. Ze behoorden tot de in totaal 14 miljoen Duitsers die uit de Ost-Gebiete op de vlucht sloegen voor het oprukkende Russische Leger. Halsoverkop verlieten ze huis en haard en vertrokken met paarden, karren en sleeën richting het westen. Het was een erbarmelijke volksverhuizing. Mensen raakten elkaar voorgoed kwijt in de chaos en bijna twee miljoen mensen kwamen om het leven.

De odyssee begon met de barre tocht naar havenstad Pillau (nu Baltiesjk). Vandaar ging het per schip naar Gotenhafen (Gdynia) bij Dantzig (Gdansk) in Polen, waar de familie zich wegens plaatsgebrek niet meer kon inschepen op de Wilhelm Gustloff. Tot haar geluk, want dit cruiseschip verging door een Russische torpedo, waarbij ongeveer 9000 Duitse opvarenden verdronken in de Oostzee. Met een andere boot ging de reis verder westwaarts.

Na de nodige ontberingen belandde het gezin in Jessen, Saksen-Anhalt, dat vanaf 1949 bij de ddr hoorde. Britta’s grootvader wist zich hier als gewezen landgoed-eigenaar ongewenst en wilde niks met het communistische regime te maken hebben. De ‘Rotkäppchen Sektkellerei’, eigendom van bevriende adellijke familie, werd door de Russen onteigend. Voortaan werd de Oost-Duitse champagne door een staatsbedrijf geproduceerd.

In 1954 wist het gezin te ontkomen naar Mülheim, in het Ruhrgebied. Hier, in een typische wederopbouwstraat gefinancierd uit Marshall-hulp, kwam Britta Hosman (1967) als kind vaak.

Alle bewoners kwamen uit het oosten en torsten vaak een wonderlijke geschiedenis met zich mee. Britta’s moeder ging in de jaren zestig in München studeren, waar ze ook haar eerste, Nederlandse man ontmoette. Met haar tweede echtgenoot woont ze nu in Nederland.

Al deze stadia en locaties uit de familie- geschiedenis is Britta Hosman nagereisd. Oude kaarten, brieven en overgebleven fotoalbums wijzen haar de weg. Steeds stelt ze zich de vraag: wat verbindt het heden met het verleden?

De persoonlijke zoektocht geeft een bijzonder inzicht in het verloop van de geschiedenis en de helende kracht van tijd in het naoorlogse Duitsland; het land dat transformeerde tot een voorbeeldland met de meest vooruitstrevende grondwet van de wereld, dat bovendien binnen de EU de grootste economische en daarmee ook politieke slagkracht heeft. Wat was er toen, wat is er nu? En wat vertelt het verleden over het heden, nu Europa weer op drift is en de Oost-West verhoudingen weer op scherp staan?

Regie: Britta Hosman en Jorien van Nes

 

 

'Een pijnlijke reis door geografie, geschiedenis, actualiteit en morele dilemma’s.'

Walter van der Kooi, de Groene Amsterdammmer

afleveringen & verdieping

aflevering 1: Verloren land
aflevering 2: De vlucht
aflevering 3: Klassenvijand
aflevering 4: Een nieuw thuis
aflevering 5: Vliegenier Traute
aflevering 6: 'Wir schaffen das'

'Het Duitsland van mijn moeder belooft veel goeds.'

Hans Beerekamp, NRC Handelsblad

Interview met Britta Hosman

'Als kind was ik vaak bij mijn grootouders, in het huis dat ze na de vlucht hadden kunnen kopen. Wij woonden in Nederland, maar alle vakanties gingen we, mijn broer, zus en ik, daarheen. We werden door mijn grootouders erg vrij gelaten. Ik denk dat ze ons een beetje het gevoel van hun jeugd mee wilden geven. Met mijn grootvader gingen we vaak paardrijden en eindeloos wandelen. Hij las iedere avond voor, uit de sprookjes van Grimm. Hij verkleedde zich soms om het extra leuk te maken. Ze hadden een boomgaard, een moestuin en buren die taart bakten en verhalen vertelden.

Ik heb mijn grootouders nooit over de oorlog gehoord, nooit over waarom “we” niet meer op Kringitten woonden. Niemand in de straat waar mijn grootouders leefden vertelde over de oorlog. Iedereen daar was als vluchteling uit de Ostgebiete gekomen, zoals meneer Von Doetinchem die een jachtgeweer bij zich droeg. De een was boer geweest, de ander graaf, maar nu was iedereen gelijk. Ze leefden in dezelfde huizen en bezaten allemaal niets meer. Over hun lotgevallen heb ik later pas gehoord. De overbuurvouw die jarenlang in haar eigen dorp gevangen was gehouden door de Russen en heel vaak was verkracht. De buurman die al in de jaren dertig wilde vluchten naar Zweden, wat mislukte. Hij werd als jongeman naar de Wehrmacht gestuurd en zat tien jaar lang in een gevangenenkamp in Rusland. Hij was er trots op dat hij al die tijd zijn horloge had kunnen houden. Veel verhalen heb ik pas gehoord tijdens het maken van deze serie. Ook van mijn moeder kreeg ik veel te horen wat ik nog niet wist.

Als kind keek ik eindeloos naar oude foto’s. In de woonkamer hingen foto’s van Kringitten en van paarden, maar er was ook een fotoalbum. Een verloren wereld; vrouwen in lange jurken, mijn overgrootvader in zijn uniform van het Garde du Corps van de keizer. Het was een sprookjesachtige wereld. Ik maakte daar voor mijn gevoel deel van uit. Voelde mij een prinses van een verloren koninkrijk.

Mijn grootouders vertelden wel veel over hun jeugd.

Over irritante tantes, de huislerares, de koetsier en de smederij op het landgoed. Over waar ze zich verstopten, over dansen, uitgaan in lange jurken en dan in de ochtend met de slee naar huis door een winters landschap. De ijzige lucht, de sterrenhemel. Het zachte ruisen van de zee, waar ze vlakbij woonden. Je zag ze dan helemaal verdwijnen in hun herinneringen.

Mijn grootouders zijn nooit teruggekeerd. Dat kon ook niet, het was Russisch militair gebied. Ze verloren niet alleen hun land maar ook hun sociale structuur; alle houvast is voor altijd weg. Zo voelen vluchtelingen zich.

De zwaarte van dat verleden heb ik als kind ook wel gevoeld. In de zomers gingen we met mijn moeder naar Polen. We liepen over het strand richting Oost-Pruisen. Daar stonden grote hekken met wachttorens. Mijn moeder wees en zei: daar ben ik geboren, we kunnen er niet meer heen.

In de herinneringen werd Kringitten het paradijs. Het wás ook een bijzondere samenleving. Voor Oost-Pruisische begrippen was het een relatief klein landgoed: 250 hectare. Er woonden vijftig mensen, ze hadden dertig paarden. Het was geheel zelfvoorzienend. Mijn overgrootvader had het laten bouwen. Oorspronkelijk was het een Rittergut uit 1405.

Hij zette er een nieuw huis op met alle voor die tijd luxe voorzieningen, zoals elektrisch licht en stromend water in de badkamers en keuken. Elektriciteit wekten ze zelf op. Alles maakten ze zelf, op kleding en schoenen na.

Duitsers hebben het moeilijk met hun geschiedenis. Dat heeft te maken met schaamte en schuld. Auschwitz is oneindig vreselijk. En ook al heb je daar als individu niets mee te maken, “de Duitsers” hebben het gedaan.

Iemand zei me eens: de Duitsers moeten worden gestraft tot in de achtste generatie. Ik denk dat dat niet nodig is. De meeste Duitsers voelen de schuld heus wel.

“De Duitsers zijn ermee begonnen en dit was onze straf,” zegt een vriendin van mijn moeder in de serie. Daarom is Oost-Pruisen natuurlijk “weggegeven” aan Rusland. Natuurlijk, na 25 miljoen doden kun je wel een landje opeisen, maar als je jaren verder bent is dat toch vreemd, dat je een geschiedenis volstrekt kunt uitwissen.

De schuld maakte dat mensen er niet meer over spraken. Wie gaat er over zijn eigen lot praten als anderen nog veel vreselijker dingen zijn aangedaan? Er waren ook wel revanchisten, die met geweld het land terug wilden hebben. Als je bedenkt dat de meeste famillies daar eeuwen hebben gewoond is dat misschien niet eens zo raar. Toch ben ik blij dat mijn famillie daar niet zo over dacht. Ze moesten het accepteren, maar ze hadden wel heimwee.

Deze geschiedenis kun je niet vertellen zonder de schuldvraag, die hangt er boven. Die schuld voel ik ook, ook al ben ik een kind van de jaren zeventig en heb ik er niets mee te maken behalve dan dat ik half Duits ben. Ik sta er verder van af, daardoor kan ik het dus wel vertellen. Veertien miljoen Duitse vluchtelingen, van wie twee miljoen omgekomen – dat is heel erg veel. Hoe Duitsland nu met vluchtelingen omgaat heeft hier veel mee te maken. Oorlog is het ergste wat mensen kan overkomen. Bijna iedere Duitser die ik sprak is het daarover eens.’

'Mooie momenten… ontroerende ontmoeting met oude mensen die na de oorlog in het huis van Duitsers zijn gaan wonen.'

Han Lips, Het Parool

Ondersteboven Britta's opa, met links zus Christa en rechts zus Traute

Over Britta Hosman
Britta Hosman (Utrecht 1967) studeerde Nederlands aan de Witte Lely in Amsterdam. Naast haar studie werkte zij voor het Amsterdams radio collectief AFM. Niet veel later begon ze bij de VPRO als presentator van Waskracht naast oud-nieuwslezer Fred Emmer. Vanaf deze tijd begon zij met het maken van zowel documentaire films als journalistieke verhalen. Voor de VPRO regisseerde zij, naast prijs winnende documentaires als The making of Teuntje en Best in Beef, ook tv-series als In Europa met Geert Mak en Roel van Broekhoven. En de gelauwerde serie Broers en Zussen, waaronder een portret van de broer van de Amerikaanse president Obama in de sloppenwijk Nairobi en over de broer van de legendarische Jimmy Hendrix. Over haar werk zegt ze: 'Ik ben altijd op zoek naar een samenhang van dingen in de verhalen, die ik als regisseur heb gehoord en heb beleefd. Wat bindt ons mensen, wat is universeel? Maar ook, wat is de mooiste manier om iets te vertellen?' In Het Duitsland van mijn moeder zet Britta Hosman voor het eerst haar persoonlijke familiegeschiedenis in om een verhaal te vertellen. Wat betekent het om Duitser te zijn? 'Ik heb me altijd Duits gevoeld, omdat ik als half Duits kind in Nederland leefde. Toen ik opgroeide waren de Duitsers nog fout, maar ik wist van de vlucht van mijn familie en alle andere 14 miljoen Duitsers. En ik wist over de verschrikkingen, die de Duitsers hebben ondergaan na de oorlog. Het voelde altijd als iets wat je niet mocht vertellen. Maar waarom eigenlijk niet?'

Regisseur en programmamaker Jorien van Nes (1971) maakte de afgelopen jaren een groot aantal korte en langere documentaires, reportages en films, voornamelijk voor de VPRO. In 2008 won zij een Gouden Kalf voor beste tv film Den Helder. Tijdens het NFF van 2013 ging haar speelfilm A Long Story in premiere. Eerder maakte zij samen met Britta Hosman voor de VPRO Vette Honger en Vis noch Vlees.

'De diepte die Hosman aan de naoorlogse geschiedenis geeft, is verbluffend'

Peter Buwalda