Wenceslas de Heilige (ook wel Wenceslaus of simpelweg Václav, ca. 905-929/935) is de beschermheer van Bohemen en Tsjechië. Op de kroon die zijn naam draagt rust een vloek.

Stel, jij bent Wenceslas de Heilige. Of moeten we je Václav noemen? Zo ben je tenslotte geboren.

Er ligt een kroon met jouw naam in de Praagse Burcht. Een van ongekende pracht en praal, gemaakt van maar liefst 21-karaats goud, versierd met ruim negentig juwelen. Jouw onderdanen, de Tsjechen, mogen hem zo eens in de tien jaar bewonderen. De rest van de tijd ligt hij opgeborgen, daar in de Kroonkamer, verdedigd met wel zeven verschillende sloten. De sleutels zijn verdeeld onder de huidige heersers van Tsjechië en Praag.

Die kroon draagt jouw naam, maar je hebt hem nooit gedragen.

Op het moment dat hij wordt gesmeed, ben je al vierhonderd jaar dood.

baard in de keel

Het jaar is 921. Je bent achttien, dertien of zelfs nog maar tien jaar oud – de geschiedschrijving is het daar nog niet over eens – maar in ieder geval ben je nog maar een jongen als je vader, Vratislav I, de hertog van Bohemen, sterft. Had je de baard al in de keel?

Godzijdank voor je grootmoeder, Ludmila. Zij ziet er al tijden op toe dat jij de juiste opvoeding geniet. Je oma is streng in de leer: onder het bewind van je grootvader en vader heeft het Christendom flink aan invloed gewonnen in Bohemen. Je legt naar verluidt zelfs een eed van maagdelijkheid af en zolang je nog niet oud genoeg bent om te regeren, wil Ludmila je taken wel waar nemen.

Ze rekent buiten je moeder om.

Drahomíra werd dan wel gedoopt toen ze met je vader trouwde, maar van dat hele Christelijke geloof moet ze heimelijk niets hebben. Diep van binnen is ze nog steeds de trotse prinses van de Hevellistam. Een heiden dus, die met lede ogen toeziet hoe Ludmila haar oudste zoon transformeert in een monnik.

Amper een half jaar na het overlijden van je vader, sterft ook je oma. Gewurgd met haar eigen sluier door volgelingen van je moeder.

Van je familie moet je het hebben.

de Tsjechische kroonjuwelen

De kroonjuwelen van Tsjechië bestaan onder andere uit de Wenceslaskroon, een gouden scepter en een gouden dennenappel. Die is belegd met soortgelijke stenen als de kroon en laat enkele bijbelse scènes zien.

Pronkstuk is dus de kroon, die ongeveer 2,5 kilo weegt en belegd is met negen saffieren, 44 spinellen, een robijn, dertig smaragden en twintig parels. Het goud is 21- of 22-karaats.

De kroon werd vervaardigd in 1347, ter ere van de kroning van Karel IV, de 'vader des vaderlands' van Tsjechië. Hij liet toen al weten dat de kroon daarna enkel nog op speciale gebeurtenissen te zien mocht zijn. De laatste keer was in 2016, toen de Tsjechen stilstonden bij de zevenhonderdste geboortedag van Karel IV.

Gedurende vier jaar regeert Drahomíra Bohemen met een fel antichristelijk beleid.

Jij wil het anders doen. Als je in 925 oud genoeg bent om je plek aan het hof op te eisen, verban je je moeder en laat je de stoffelijke resten van je oma verhuizen naar Praag, naar de Sint-Jorisbasiliek. Daar rust ze nu nog steeds, als de heilige Ludmila.

Ondertussen verwelkom je Duitse missionarissen, die Tsjechië verder helpen te bekeren.

Je streeft vrede na, zoekt waar mogelijk het gesprek en niet het zwaard. Als de hertog van het nabijgelegen Kouřim, Rad(i)slav, tegen je in opstand komt, vraag je hem niet jullie beide legers te riskeren, maar een op een te ontmoeten. Op het moment dat Radslav je met getrokken zwaard benadert, ziet hij plots twee engelen aan je zijde en valt hij op zijn knieën. Van een man is wel te winnen, van God niet.

Zo doen er wel meer verhalen over je de ronde. Vooral over je liefdadigheid. In veruit de bekendste, die van Good King Wenceslas, maak je je een weg door de sneeuw om een arme te voorzien van een aalmoes. Als je page, een jonge aspirant-ridder, dreigt te bezwijken aan de kou en torenhoge sneeuw, strijdt je voor hem uit. In het volgen van jouw ferme voetstappen weet de jongen haard en huis dan toch te bereiken.

capitulatie

Nee, helemaal soepel loopt je heerschappij niet. In 929 staan Arnulf, de hertog van Beieren en Hendrik, de hertog van Saksen en koning van Duitsland, voor je deur. Capitulatie en een jaarlijks eerbetoon van zilver en koeien, redt jou en je volk. Om de relatie te repareren krijg je van Hendrik de relieken van de heilige Vitus, waarvoor je een kerk opricht in Praag.

So far, so good. Maar in de coulissen wacht al die tijd je broer, Boleslav.

Ze zullen hem later de Verschrikkelijke noemen.

Boleslav heeft al een aardig stuk land tot zijn beschikking, maar hij wil – zoals dat bij alle mensen gaat – meer. Je wordt het niet met hem eens. Dat kan ook niet als je vrede predikt boven oorlog. Boleslav laat het er niet bij zitten: hij nodigt je uit om eens te komen praten tijdens het feest van Cosmas en Damianus.

Als je samen op weg bent naar de mis, gaat het fout.

broedermoord

Gaat er een woordenwisseling aan vooraf, daag jij je broer misschien zelfs een beetje uit in een wat onchristelijke bui? Of is dit simpelweg koelbloedige broedermoord? Of erger nog: een heuse samenzwering?

Eerst valt Boleslav je aan, daarna zijn soldaten. Ze zeggen dat je weigert terug te vechten, omdat je je broer geen pijn wilt doen. Het doet er niet toe. De kerk haal je niet.

Troost je met de gedachte dat hij later wroeging zal krijgen, die Boleslav, en ook jouw resten naar Praag zal laten verhuizen, om te rusten in de Vituskathedraal.

En mooier nog: bijna onmiddellijk word je heilig verklaard, een martelaar van het geloof. Je groeit uit tot de beschermheilige van heel Tsjechië: wanneer jouw volk het moeilijk heeft, heft zij jouw oude banier en verslaat iedere tegenstander. Zo gaat in ieder geval de legende. Van die banier wordt na de middeleeuwen overigens niets meer vernomen.

(tekst gaat verder onder afbeelding)

Het standbeeld van Wenceslas de Heilige in Praag, met links van hem Ludmila de Heilige. Als opschrift staat erbij: 'Sint Wenceslas, leider van Tsjechië, onze Prins, laat ons niet doodgaan, noch zij die komen zullen.'

Jij slaapt ondertussen, zeggen ze, in of onder de berg Blaník. Daar rust je met een gigantisch leger, klaar om het moederland te verdedigen als zij tegen een onverslaanbare tegenstander komt te vechten. Dan ontwaak jij en trek jij ten strijde op je witte paard en zal je elke vijand van Tsjechië doen sterven.

Noch jij noch die banier komt de Tsjechen te hulp als de Duitsers opnieuw aan de deur kloppen. Was de dreiging daarvoor te klein?

Hitler ziet ook geen engelen als hij Emil Hácha ontmoet. Kun je het hem dan echt kwalijk nemen, dat hij zich zonder tegenstribbelen overgaf? Deed jij niet hetzelfde met Hendrik?

Maar goed, terug naar die kroon. Daarom vertellen we dit verhaal toch?

de vloek van Wenceslas

In 1941 presenteert Emil Hácha de kroonjuwelen, samen met de zeven sleutels die erbij horen, aan Reinhard Heydrich, de nieuwe Reichsprotektor van Moravië en Bohemen (Heydrich gaf overigens drie sleutels terug). Er bestaan foto’s van, van Heydrich (‘het blonde beest’) die de kroon bestudeert, terwijl zijn hand rust op de scepter die ook jouw naam draagt.

Heeft hij de kroon, in een bevlieging van totale arrogantie en ijdelheid, even op zijn hoofd gezet?

Dan zou dat zijn dood kunnen hebben betekend.

Zo schrijft althans die andere legende voor die aan jou wordt toegedicht. Wie geen recht heeft op de kroon maar hem wel opzet, sterft binnen een jaar.

En met hen ook hun eerstgeborene, trouwens. Om maar even duidelijk te maken dat je echt van die kroon af moet blijven.

Heydrich overlijdt inderdaad tien maanden later, na de aanslag van Jan Kubis en Jozef Gabcik. Worden zij niet door kolonel Moravec geïnspireerd, maar door jou? De goede Christen? Het lijkt onwaarschijnlijk.

Maar ja, ook Klaus, de oudste zoon van Reinhard en Lina Heydrich, komt voortijdig aan zijn einde. Op 24 oktober 1943, in een verkeersongeval.

Heb jij dat op je geweten?

Ach, als we eerlijk zijn is het waarschijnlijker is dat juist die twee slachtoffers de legende hebben geïnspireerd – maar gewaarschuwd zijn ze voortaan wel.

bronnen

Encyclopædia Britannica
HhhH, Laurent Binet, 2010
Old Czech Legends, Alois Jirásek (Engelse vert. Marie K. Holeček), 1992
The History of the Czech Republic and Slovakia, William M. Mahoney, 2011