Bron videofragment: EYE Filmmuseum

Fien de la Mar

Josephina Johanna de la Mar was een actrice en cabaretière in Nederland. Ze kwam uit een echte theaterfamilie. Ze begon aan de meisjes-hbs (hogere burgerschool, nu opgesplitst in havo en vwo), maar haakte af zodat zij zich vol op het theater kon storten.

Haar eerste rollen speelde De la Mar bij het Rotterdamsch-Hofstad-Toneel en later, in de jaren dertig, verscheen ze voor het eerst op het witte doek. Zo debuteerde ze in De Jantjes en was later in 1934 te zien in Bleeke Bet. Hier werd ze bekend met het lied 'Ik wil gelukkig zijn'.
Veel mensen kenden haar grillige karakter. Zo zou ze zich vaak te buiten gaan aan drank en had ze veel minnaars. Volgens sommige bronnen had haar vader, Napoleon de la Mar, haar erg verwend.

Ze werkte aan zes films in de jaren voor de oorlog. Vanaf 1940 moesten kunstenaars, journalisten, muzikanten en acteurs zich aanmelden bij de Nederlandsche Kultuurkamer om te mogen werken. De la Mar weigerde zich aan te sluiten, waardoor zij niet kon werken tijdens de bezetting. Ondertussen trouwde zij met Piet Grossouw. Hij was architect en hij kocht na de oorlog een gebouw dat gedeeltelijk was uitgebrand. Hij maakte er een intiem theater van en vernoemde het naar haar: het De la Mar Theater. Later werd het overgenomen door Wim Sonneveld, die er het Nieuwe De la Mar Theater van maakte.
Toen haar man in 1957 stierf aan longkanker schreef Fien de la Mar in zijn overlijdensadvertentie: 'Het enige en het liefste wat ik had is van mij heengegaan'.

Het greep haar erg aan en ze raakte depressief. Toch trad ze een aantal jaar later weer op, maar ze vond weinig aansluiting bij de jongere mensen. In 1965 deed ze een zelfmoordpoging en hieraan overleed zij uiteindelijk in het ziekenhuis.

Later schreef Jenny Pisuisse een biografie over de bijzondere vrouw en Annette Apon maakte een documentaire over haar in 2016, genaamd 'Ik wil gelukkig zijn'.