Maak een deeg van de bloem, zout en het water. Kneed met schone handen tot het een stevig en zachtsponzig deeg is. Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkblad. Pak de koolraap er mee in en zorg dat alle naden dicht zijn gedrukt. Gebruik eventueel een likje koud
water als het niet wil plakken. Zet het bolle deegoventje op een bakplaat en bak hem 2 uur in een voorverwarmde oven op 200-225 graden.
Tik hem met een hakmes of hamer open (pas op: hete stoom!) en haal de gepofte koolraap er voorzichtig en eventueel met behulp van een tang uit. Veeg de raap schoon en laat haar ietwat afkoelen.
Snij de gepofte koolraap in zo dun mogelijke plakjes, spreid ze uit over een mooi grote platte schaal. Bak cantharellen (of ander paddenstoeltje) met peper en zout in goede olijfolie. Laat uitlekken op keukenpapier. Doe nog wat boter in de pan erbij en bak het roggebroodkruim in een paar minuten al omscheppend krokant. Laat ook uitlekken op keukenpapier.
Verdeel de paddenstoelen over de koolraap, schaaf er krullen Pecorino over, wat reepjes verse salie, een paar druppels witte balsamico en overgiet met een dun straaltje hele goede olijfolie. Bestrooi met roggebroodkruim. Maal er zwarte peper over en serveer.