'Zoals ik het alledaagse leven in Oświęcim aan mijn klasgenoten probeerde uit te leggen, zo wil ik nu het instrument zijn voor dit verhaal. Door andermans verleden en context te zien wordt ons wereldbeeld breder. Hoe ouder ik word, hoe diffuser mijn verleden. Ik scharrelde het bij elkaar in notitieboeken, audiofragmenten, in e-mails en whatsappberichten naar mijzelf, op de achterkant van bankafschriften, op bonnetjes die ik in mijn jaszak vond en in notitieboeken die ik mijn moeder gaf tijdens haar ziekbed. Soms waren het slechts een paar woorden. ‘Geur trappenhuis’, ‘kachel’, ‘paardenhoeven’, ‘broodjes met marmelade’. Ik sleepte eenentwintig fotoalbums naar mijn appartement en zat tussen flarden geschiedenis. Als kippenvel kriebelden de verhalen op mijn huid. Ik wilde de gouden sierletters van de Karolinabus onthouden, de mensen in de rij voor het museum en babcia’s krulspelden. Het overgrote deel van mijn geleefde leven ben ik vergeten, maar het miljoenste, miljardste deel lijkt haarscherp. Dat minuscule gedeelte wordt door mij kloppend gemaakt: geschiedenis kent een kwetsbaar evenwicht en is van het heden afhankelijk.'
'In Landschap en Herinnering adviseert historicus Simon Schama niet alleen boeken te lezen, maar een rechtstreeks ‘gevoel van plaats’ te ervaren en het ‘archief van de voeten’ te gebruiken. Voor de meeste inwoners van Oświęcim geldt dat hun stad een verleden heeft waar miljoenen toeristen op afkomen, maar waarmee ze zelf liever niets te maken hebben, ook al wonen ze tussen de overblijfselen.'
'Mijn nichtje werkt er aan haar toekomst en is in verwachting van haar tweede kind. Nu onze jeugd achter ons ligt en vóór ons het definitieve later, wonen we beiden in onze geboortestad. Ik met het idee dat ik altijd weg kan, terwijl ik dat niet doe. Emigreren kost te veel tijd. Een Bosnische Nederlander vertelde me eens dat het opbouwen van zijn nieuwe leven hem tien jaar had gekost. Ik denk aan de Poolse grootmoeders die op Nederlandse campings op de kleinkinderen passen terwijl hun kinderen appels plukken. De banen waar zij zich in Polen niet mee in leven kunnen houden, brengen in Nederland geld op. Gaat alles goed, dan blijven ze. Zo niet, dan trekken ze verder door Europa. Met onzekerheid als zekerheid. Wetende dat ze in Polen sowieso niets zullen opbouwen, wagen ze de stap. Mijn nichtje blijft in de wetenschap dat weggaan niet persé een verbetering is. Ik vraag naar de spullen uit babcia’s appartement in Oświęcim. Argeloos zegt ze dat alles weg is. De vergulde Jezus Christus-slaapkamerklok, de Jezus van plastic, die van hout en die van karton. Alle Jezusbeelden die ze had verzameld zijn in een container gegooid vergelijkbaar met de manier waarop Twin Peaks ooit in een container verdween en de nieuwe eigenaren het huis grotendeels in containers zullen gooien. Ergens op een afvalberg in Polen ligt onze familiegeschiedenis verspreid om vermalen te worden tot gruis.'