In 'White Riot' laat de Britse documentairemaker Rubika Shah zien hoe uit een klein groepje idealisten de Rock Against Racism-beweging ontstond. Een verhaal dat nu, veertig jaar later, relevanter is dan ooit.

Het is moeilijk te geloven dat Eric Clapton - Britse held van de bluesgitaar met als megahit een cover van Bob Marleys I Shot the Sherrif - racistische taal uit zou slaan. Maar de tirade die hij in 1976 hield in een concertzaal in Birmingham loog er niet om. ‘Zijn er buitenlanders in de zaal?’, riep hij halverwege zijn concert. ‘Als dat zo is vind ik dat jullie allemaal moeten vertrekken. Ik wil jullie hier niet in mijn zaal en ook niet in mijn land.’ En: ‘We moeten ze allemaal terugsturen. We moeten voorkomen dat Engeland een zwarte kolonie wordt.’ 

Claptons woorden hadden grote gevolgen, zien we in de documentaire White Riot. Daarin vertelt maker Rubika Shah het verhaal van Rock Against Racism, een grassroots-protestbeweging tegen de opkomende vreemdelingenhaat in het Groot-Brittannië van de jaren zeventig. Het was een grimmige tijd; er heerste armoede en onvrede. Het National Front, dat racistische ideeën uitdroeg over het ‘terugsturen’ van niet-witte mensen, kreeg een steeds luidere stem in de politiek.

Ook in de muziek was deze tendens te zien. Niet alleen was neonazistisch gedachtegoed onder punks en skinheads populair, ook artiesten als Rod Stewart spraken hun bewondering uit voor het National Front. Zelfs David Bowie zei in een interview in Playboy in september 1976 dat hij ‘sterk in fascisme geloofde’. Hij noemde Adolf Hitler ‘een van de eerste rocksterren’.

De oprichters van Rock Against Racism in hun hoofdkantoor, met in het midden Red Saunders (met krant).

Who shot the sherrif?

Rock Against Racism, wat binnen een paar jaar zou uitgroeien tot een gigantische protestbeweging, begon met een brief van popfotograaf Red Saunders aan alle muziektijdschriften. Hoe durfde Clapton dit soort dingen uit te kramen, vroeg Saunders zich af, terwijl hij nota bene groot was geworden met bluesmuziek, afkomstig van zwarte mensen, en met een cover van een reggaenummer. ‘Who shot the sheriff Eric!?’, besloot hij de brief, ‘It sure as hell wasn’t you.’ 

Saunders’ oproep om rock in te zetten tegen ‘het racistische gif’ in de muziekwereld kreeg steun van allerlei muzikanten, schrijvers, fotografen, grafisch designers en andere kunstenaars. Samen zetten ze het protestmagazine Temporary Hoarding op, gingen ze naar National Front-marsen om die te blokkeren en organiseerden ze muziekavonden. Hun strijdkreet was: ‘Love music, hate racism.’

Mykaell Riley van reggaegroep Steel Pulse herinnert zich de avonden die RAR organiseerde nog goed, zegt hij in een online groepsgesprek met de makers van White Riot, gehost door het Museum of London. ‘Zwarte en witte artiesten werden in die tijd nauwelijks samen geprogrammeerd. Het is nu moeilijk je voor te stellen, maar alleen dat al was vernieuwend. Ik denk dat zowel witte als zwarte jongeren uit de lagere klasse het zwaar hadden. Ze zochten naar een identiteit om zich aan vast te houden. Door RAR konden ze dat op een verenigde manier doen.’ 

De beweging groeide en groeide. Het hoogtepunt was een protestmars dwars door Londen in april 1978 die eindigde met een festival in Victoria Park, waar onder andere The Clash, Steel Pulse en de Tom Robinson Band optraden. Op de nooit eerder vertoonde archiefbeelden in White Riot zie je hoe Victoria Park zich vult met een gigantische, uitgelaten mensenmassa. ‘We hadden geen idee hoeveel mensen er zouden komen’, zegt mede-organisator Roger Huddle. ‘Ik had tegen de gemeente gezegd dat we 500 mensen verwachtten.’ Dat werden er meer dan honderdduizend, in een legendarische bijeenkomst. In de verkiezingen van 1979 werd het National Front verslagen.

Opnieuw actueel

Toen ze vijf jaar geleden aan deze film begon, had ze niet kunnen bedenken hoe actueel hij zou worden, zegt maker Rubika Shah in het groepsgesprek van het Museum of London. Ze stuitte op het verhaal van Rock Against Racism en kon niet geloven dat het nog nooit goed verteld was. ‘Ik vond het heel inspirerend om te zien dat iets wat begint met een klein groepje creatievelingen met een missie kan uitmonden in iets gigantisch als het festival in Victoria Park. Iets dat echt impact heeft. Ik heb de tijdsgeest blijkbaar goed aangevoeld, want sinds de verkiezing van Trump en de protesten van de Black Lives Matter-beweging, is de film ineens ontzettend actueel.’

De sterke overeenkomsten met deze tijd zijn soms eng, zei Shah in The Guardian. ‘De slogans van het National Front, zoals ‘Het is ons land, laten we het terugwinnen’, doen erg denken aan taal die nu in de politiek wordt gebruikt. Ik hoop dat mensen naar mijn film kijken en denken: wauw, de dingen die in de jaren zeventig speelden, gebeuren nu gewoon opnieuw.’ 

Ook nu, in de Black Lives Matter-beweging, laat de muziekwereld overal zijn stem horen. Met een brief in de Sunday Times waarin ze verklaarden racisme te willen uitbannen uit de muziekindustrie, bliezen 700 Britse artiesten, producers en labels Rock Against Racism nieuw leven in. Hier in Nederland spreken hiphoppers zich uit tegen institutioneel racisme in de estafette-track Adembenemd, en zo zijn er nog talloze initiatieven.

Deze strijd lijkt een eeuwige cyclus, zegt Rubika Shah, ‘maar toch komen we elke keer weer een klein stukje vooruit. ‘We kunnen nu termen als ‘wit privilege’ gebruiken, en daarmee een genuanceerder gesprek voeren over wat racisme is. In de jaren zeventig was het niveau van het debat nog lang niet zo ver.’ 

‘Tijdens de Black Lives Matter-mars hier in Londen dacht ik: hee, dit heb ik eerder gezien’, zegt  Pervez Bilgrami van punkband Alien Kulture, die destijds speelde in Victoria Park. ‘Maar de tijden zijn erg veranderd. Vroeger keken we gewoon in de krant waar het National Front bijeen zou komen en dan gingen we erheen. Je kon je vijand zien. Nu speelt het gevecht zich af via sociale media, waardoor het veel complexer geworden is. 

Toch is er hoop, vindt Mykaell Riley van Steel Pulse. ‘Mensen die nu jong zijn hebben dit soort grootschalige protesten nog niet eerder meegemaakt. Door de overeenkomsten met onze eerdere strijd is er nu een kans het heden aan het verleden te verbinden. Ik hoop dat jongeren kijken naar de stappen die wij al gezet hebben en daar kracht uit putten.’

White Riot is te zien bij Eye on Sound: Pop!, een programma over de relatie tussen film en muziek in Filmmuseum Eye in Amsterdam van 4 t/m 27 september. De film gaat in meer Nederlandse bioscopen in première vanaf 17 september.