Aafke Romeijn doet heel veel. Ze is muzikant, schrijver, journalist en weet al haar talenten vaak ook nog te combineren. Zo publiceerde ze in 2018 haar debuutroman 'Concept M', waarna ze in 2019 muziekalbum 'M' uitbracht: de soundtrack bij het boek. Hoe bedenkt ze haar projecten? Wat en wie inspireert haar? Kortom: op welke schouders staat Aafke Romeijn?

#1 Martin Kippenberger

‘Als ik een boek schrijf, vertrek ik vaak vanuit de ruimte; de plek waar het verhaal zich afspeelt. Hoe ziet die ruimte eruit? Welk gevoel maakt hij los? Ik schrijf graag over architectuur en hou van scifi-ruimtes: ruimteschepen bijvoorbeeld. Vorige week liep ik door het Stedelijk en zag ik boven in de badkuip twee schilderijen hangen die ik nog niet eerder had gezien. Ze vielen me op omdat ze passen bij de sfeer die ik zelf in mijn nieuwe boek, dat volgend jaar verschijnt, probeer op te roepen. Het waren twee schilderijen van de Duitse kunstenaar Martin Kippenberger. Het was abstract, maar het leek wel om een kamer te gaan. Allebei de schilderijen waren erg grafisch, met gebruik van harde, rechte lijnen. Dat soort abstracte beelden vind ik interessant omdat ze mij inspireren om nieuwe ruimtes te bedenken.

Ik kende Kippenberger nog niet, maar ik heb hem gelijk opgezocht in de catalogus en twee boeken over hem gekocht. Hij heeft verschillend werk gemaakt; van schilderijen tot 3D-beeld met diverse materialen. Soms abstract, dan pop-art, dan weer een beetje Dada. Het is altijd inspirerend om een nieuwe kunstenaar te ontdekken en dan helemaal in het werk te duiken.’

#2 De dagboeken van Eva Hesse

‘Ik ga altijd op zoek naar de stemmen van vrouwelijke kunstenaars in tijden waarin dat geluid niet zo vanzelfsprekend was. Eva Hesse kwam ik per toeval tegen toen ik zapte op tv. Er is een documentaire over haar gemaakt, Tracing the Rope, aan de hand van de dagboeken die zij schreef. Ze schilderde ook en hoewel ze in de laatste jaren van haar leven wel bekender werd, is haar werk pas ver na haar dood in musea terechtgekomen. Ze maakte veel gebruik van vrouwelijke vormen; zowel in haar schilderkunst als in de teksten die ze schreef. De dagboeken vind ik bevrijdend en pijnlijk om te lezen tegelijk. Je voelt hoe een vrouwelijke kunstenaar een halve eeuw geleden dezelfde struggles doormaakte als vrouwen nu. Ze schreef bloedeerlijk over geestelijke gezondheid, wel of geen kinderen krijgen, depressie en het vrouwelijke lichaam.

Zelf ben ik nooit zo bewust bezig geweest met het ‘vrouwelijke’ toelaten in mijn werk, tot ik een keer een gedicht schreef over ongesteld zijn. Een aantal mannen vond dat ontzettend smerig en wilde om die reden geen poëzie meer van mij lezen. Die vanzelfsprekende walging over het vrouwelijke lichaam is nog steeds sterk aanwezig in de literatuur, terwijl er tegelijkertijd door mannen vaak heel oppervlakkig over vrouwelijke personages wordt geschreven. Ik wil het vrouwelijke lichaam – met name ook het oudere lichaam; dat al gebaard heeft – net als Eva Hesse zonder schaamte onderdeel maken van mijn werk.’

#3 David Bowie

‘Ik kan niet echt om David Bowie heen. Op de een of andere manier kom ik altijd weer bij hem terecht. Hij is voor mij zo bijzonder omdat hij zijn hele leven lang zichzelf opnieuw heeft uitgevonden. Al zijn platen zijn typisch Bowie, maar toch net anders. Hij is ook een van de weinige muzikanten die oud relevant is gebleven. In de beeldende kunst en literatuur is dat veel vanzelfsprekender dan in de muziekwereld. Bowie is de perfecte combinatie van talent, durf en een beetje geluk. In de jaren 90 heeft hij een soort drum-’n-bassalbum gemaakt. Toen vond iedereen dat maf, maar als ik die plaat nu luister vind ik hem fantastisch. Je hoort dat hij nieuwe genres probeerde te incorporeren in de muziek die hij al maakte. Dat is zo gedurfd en knap. Als persoon vind ik hem interessant omdat hij heel vroeg gender heeft losgelaten in hoe hij eruitzag, wat hij schreef en hoe hij op het podium stond. Als een complete vanzelfsprekendheid.

Daarnaast was hij ook heel grappig, charmant en leuk; iemand waarmee ik getrouwd zou kunnen zijn. Er zijn weinig artiesten die ik zo van A tot Z bewonder. Toen hij overleed was ik hoogzwanger en ben ik een week verdrietig geweest. Het nummer Slip Away is mijn all time favourite; een breekbare ballad over een televisieprogramma dat hij als puber keek. Iets kleins waar hij dan iets ontzettend weemoedigs van maakte; typisch Bowie. Ik probeer net als hij zonder compromissen te sluiten mezelf te zijn. Ik schrijf geen muziek om een hit te scoren. Ik schrijf geen boek om per se in de bestsellerlijst te staan. Ik wil net als Bowie mijn fantasieën en alle hoeken van mijn verbeelding verkennen. Dat is voor mij kunst.'