Dieuwertje Heuvelings is schrijver en dichter. Als playlistmaker bij Spotify was ze jarenlang een spil in de Nederlandse muziekindustrie. Haar ervaringen binnen die soms keiharde en meedogenloze wereld verwerkte ze in haar debuutroman Auxiety. Welke muziek heeft een speciaal plekje in haar hart? En wie inspireerde haar om te gaan schrijven? Op welke schouders staat Dieuwertje Heuvelings?

#1 Toni Morrison

‘Een van de redenen dat ik ben begonnen met schrijven is een quote van de schrijver Toni Morrison: ‘If there’s a book that you want to read but it hasn’t been written yet, then you must write it.’ Dat idee zat heel erg in mijn hoofd toen ik bij Spotify werkte en er allemaal dingen gebeurden waarvan ik niet goed wist wat ik ermee moest. Ik was op zoek naar een soort mentor; iemand die al eerder in mijn positie had verkeerd of een boek dat me ermee kon helpen. 

Zo’n boek bestond niet, maar de quote van Toni Morrison wel. Ik ben dan ook begonnen met schrijven omdat ik het zelf nodig had en omdat het tegelijkertijd als therapie diende. Morrison begon op haar veertigste, als moeder van twee zonen, met schrijven. Het feit dat ze op latere leeftijd nog zó succesvol is geworden, is voor mij een teken dat het nooit te laat is om aan iets nieuws te beginnen.’

#2 Jai Paul

‘Jai Paul is een zanger en producer uit Engeland die jaren geleden heel veel impact wist te maken met één single op MySpace. Hij had hoge ogen gegooid bij mensen in de muziekindustrie en er was een debuutalbum in aantocht, maar toen werd zijn laptop gestolen en al zijn demo’s op het internet verspreid. Hij raakte daardoor in zo’n diep gat, dat hij vijf jaar lang niks meer uitbracht en niets meer van zich liet horen.

Ondertussen ging zijn gelekte album de hele wereld over en lieten ontzettend veel artiesten zich inspireren door zijn muziek. Hij was echt een trailblazer op het gebied van alternatieve r&b. Ik denk dat iedereen die nu alternatieve r&b maakt wel direct of indirect door hem geïnspireerd is.

In 2018 is hij naar buiten gekomen met een statement waarin hij heel gedetailleerd uitlegt hoe het voor hem was dat zijn kunst van hem werd afgenomen en iemand anders besloot hoe zijn album werd uitgebracht.
Inmiddels heeft hij de plaat onder zijn eigen voorwaarden op streamingsdiensten gezet en tegelijkertijd twee singles uitgebracht die misschien nog wel beter zijn dan die voorgaande demo’s. Hij maakt gewoon heel tijdloze muziek. Hij is soort nageslacht van Prince, maar dan op een frisse, nieuwe manier. Ik vind het een heel interessant en inspirerend verhaal over hoe je met tegenslagen omgaat en hoe serieus je je eigen kunst neemt. Jai Paul is echt een cultheld geworden en ik ben heel blij om te zien dat men hem nog waardeert.’

#3 Mary Oliver

‘De dichter Mary Oliver heb ik twee jaar geleden pas écht ontdekt toen ik zelf begon met schrijven. Ze heeft best wel een andere schrijfstijl dan ik, vooral qua poëzie. Mijn gedichten zijn vaak best wel rechttoe rechtaan, terwijl die van Oliver een stuk bloemrijker zijn. Ik merk zelf dat ik naarmate ik ouder word, steeds bloemrijker ga schrijven. Bij Oliver merk ik het tegenovergestelde; haar oude werk is veel langdradiger en omvangrijker, terwijl haar latere werk veel meer to the point overkomt. 

Een gedicht dat ik prachtig vind in haar simpelheid is I go down to the shore. Ik herken me in de totale zelfobsessie die het gedicht beschrijft. Het idee dat je volledig vast kunt zitten in je eigen hoofd om vervolgens naar de natuur te kijken en te beseffen: O, ja. Er zijn nog zóveel grotere belangrijkere zaken dan dat wat er nu in mijn hoofd speelt.

Haar gedichten hebben altijd een ontzettend lieve toon zonder dat het truttig of wollig wordt. In die zin doet ze me heel erg aan Annie M.G. Schmidt denken. Een lieve, oma-achtige, wijze toon. Het lezen van Olivers gedichten werkt voor mij helend en kalmerend.’ 

I Go Down To The Shore

Mary Oliver

I go down to the shore in the morning
and depending on the hour the waves
are rolling in or moving out,
and I say, oh, I am miserable,
what shall—
what should I do? And the sea says
in its lovely voice:
Excuse me, I have work to do.