Shamira Raphaëla is regisseur en documentairemaker. In 2019 maakt ze de documentaire 'Ons Moederland' over de extreemrechtse partij de Nederlandse Volks-Unie. In datzelfde jaar wint ze voor de de documentaire 'Daddy and the Warlord', over de vader van journalist Clarice Gargard, een Gouden Kalf. Maar waar haalt zij haar inspiratie vandaan? Welke kunstenaars hebben haar visie op regisseren veranderd? Oftewel, op welke schouders staat Shamira Raphaëla?

#1 Kahlil Joseph

'Kahlil Joseph beperkt zich niet tot een genre. Zijn werk reikt van films tot kunstinstallaties in vooraanstaande musea, high fashion reclames voor merken als Kenzo en videoclips voor o.a. Flying Lotus en Lemonade van Beyonce. Zijn haast spirituele benadering van creëren, vanuit een (onder)bewustzijn, resulteert in werk dat niet in een definitie te vangen is. 

Joseph vertelt geen lineaire verhalen, maar betreedt een magisch realistische realm waarin heden, verleden en toekomst naast elkaar bestaan. In tijden van globale bewustwording van de biases en blinde vlekken van de dominant witte samenleving is het belangrijk dat we de stemmen als die van Kahlil op waarde schatten, maar ook die van andere zwarte makers zoals Khalik Allah, Arthur Jafa, Ava DuVernay. Dat zij onder een breder publiek gevierd zullen worden als verrijking van het eurocentrisch georiënteerde palet aan mainstream verhalen.

Zelf kwam ik vanuit Aruba naar Nederland om te studeren aan de kunstacademie en nam in mijn hart de Caribische kleuren van mijn eiland mee. Dit zie je onder meer terug in de cinematografische keuzes die ik maak in mijn werk. Het is belangrijk om vast te houden aan je wortels, te midden van een grijs en grauw (media)landschap. Het helpt om daarin je eigen rolmodellen te zoeken, dat wat je niet op de NPO ziet. Verhalen die verder gaan dan slachtofferschap en de zwarte cultuur, die zoveel meer is dan dat, in al haar glorie recht toe doen.’

#2 Frida Kahlo

'Frida Kahlo was mijn inspiratie om de kunst in te gaan. Ik leerde haar werk kennen toen ik vijftien was en het klikte direct in mijn hoofd. Zij gaf mij de moed om autobiografisch werk te maken. Frida maakte ons via haar schilderijen deelgenoot van haar innerlijke strijd en maakt deze op die wijze universeel. Er zijn weinig vrouwelijke kunstenaars die zo’n cultstatus hebben bereikt. Zij durft zichzelf te zijn, door zowel haar licht als haar donkerte aan de wereld te tonen.

Voordat ik haar werk kende dacht ik als tiener; je ondergaat het leven gewoon. Je probeert te blijven staan terwijl er allemaal dingen op je af worden gevuurd. Zij leerde mij dat je het leven kan transformeren. Hoe je diepste pijn je grootste inspiratiebron kan worden. Ik heb een bewogen familieachtergrond waar ik, in plaats van mij te schamen, kracht uit kan putten door iets negatiefs om te zetten in creativiteit. Ik zie het dan ook als een zegening. Ik ben ervan overtuigd dat het mijn missie heeft moeten zijn om deze verhalen te vertellen, of eigenlijk vertalen in het leven, als een tolk tussen twee werelden. Zeggenschap terugpakken op situaties waar je geen controle over hebt.

Frida heeft mij geleerd dat ik niet machteloos hoef toe te kijken, maar dat ik mijn camera kan gebruiken als middel dat mij kracht geeft. Zoals Frida zegt: “I don't paint dreams or nightmares, I paint my own reality.” Zij maakte mij uiteindelijk tot een betere filmmaker. Het is als regisseur immers meer dan eerlijk om eerst de lens op jezelf te richten, voordat je tracht anderen te bekijken.'

#3 Susan Sontag

‘Susan Sontag was een feministische schrijfster, filosoof en kunstcriticus met een grote voorliefde voor film en fotografie. Ik waardeer haar om haar kritische blik en scherpe tong, wat onder andere resulteert in haar essay On photography uit 1977. Hierin betoogt ze:

“There is something predatory in the act of taking a picture. To photograph people is to violate them, by seeing them as they never see themselves, by having knowledge of them they can never have; it turns people into objects that can be symbolically possessed.”

In deze vluchtige beeldconsumptiemaatschappij vind ik het als filmmaker belangrijk om bewust te zijn van de macht die de camera, mijn wapen van keuze, heeft over het leven van mijn hoofdpersonen. Door mensen op film vast te leggen kies je een bepaald kader dat letterlijk en figuurlijk nooit alles kan vatten. Een beperkte blik dus. We frame the other, wetende dat diegene nooit meer uit dat frame kan ontsnappen en voor altijd gevangen zit in het moment, bekeken door de ogen van een ander. Je identiteit wordt weerspiegelt in de keuzes die je maakt in de manier waarop je mensen in beeld brengt.

Ik vind het een mooie uitdaging om met elke film die ik aanga mijn eigen perspectief op de wereld opnieuw te onderzoeken. In mijn meest recente documentaire Ons Moederland probeer ik dat door een hoofdpersoon, die we normaal alleen kennen als krantenkop ‘extreem rechts’ en wie niet verder van me had kunnen af staan, te humaniseren. Hem ongemakkelijk normaal maken. Susan Sontag geloofde heilig in het vermogen dat kunst ons kan transformeren om onze blik te veranderen. Juist in deze tijden waarin we als maatschappij elkaar het liefst in veilig gekaderde hokjes stoppen geloof ik erin dat kunst een manier is om die structuren mee te overstijgen.’