Dit zijn de vragen van de tiende editie van de Nationale Wetenschapsquiz, uitgezonden in 2003.

Hieronder alle 20 vragen. Meteen naar de antwoorden? Klik hier.

Vraag 1: Waarom drinken wijnkenners liever champagne uit een kristallen glas dan uit een glazen glas?

  • Kristal laat de champagnekleur beter uitkomen
  • Kristal geeft meer bellen
  • Kristal klinkt helderder bij het proosten

Vraag 2: Rob staat in een weiland. Wim zweeft ongeveer honderd meter boven hem in een luchtballon. Rob schreeuwt naar Wim. Wim hoort dat luid en duidelijk. Als Wim terugschreeuwt, hoort Rob hem niet. Hoe komt dat?

  • Op de grond is het warmer dan op honderd meter hoogte. Daardoor kunnen geluidsgolven beter stijgen dan dalen
  • Op de grond kunnen geluidsgolven tegen van alles weerkaatsen en elkaar versterken. Rond een ballon speelt dat niet
  • Op de grond zijn veel stoorgeluiden, zoals wind die langs de oren stroomt. In een ballon is het windstil

Vraag 3: Is het waar dat vrouwen beter dan mannen emoties van gezichten kunnen aflezen?

  • Ja
  • Nee, juist mannen kunnen beter emoties aflezen
  • Nee, er is geen verschil

Vraag 4: Hoe diep zink je weg in bewegend drijfzand wanneer je er rechtstandig in verzeild raakt?

  • Tot aan je middel
  • Tot aan je kin
  • Helemaal

Vraag 5: Kan je hoofdhaar in een nacht grijs worden?

  • Ja, bij zeer groot verdriet
  • Ja, maar alleen bij donkerharigen
  • Nee, dat is een fabeltje

Vraag 6: Je staat op een plaat waarop een katrol vastzit. Door de katrol loopt een touw dat met het ene eind vastzit aan het plafond. Je trekt aan het andere eind. Kun je de plaat met jezelf erop omhoog trekken?

  • Ja, maar dat lukt alleen de allersterksten ter wereld
  • Nee, dat is principieel onmogelijk.
  • Ja, dat lukt de meeste mensen

Vraag 7: Welke prins ruikt het minst naar zweet?

  • Een prins helemaal gekleed in leer op een bont paard
  • Een prins helemaal gekleed in zilver op een zwart paard
  • Een prins helemaal gekleed in goud op een wit paard

Vraag 8: Hoe komt het dat je huid gaat rimpelen als je lang in bad hebt gelegen?

  • Je huid neemt water op en zet uit
  • Je huid staat water af en krimpt
  • Je huid verliest zout en voedingsstoffen en wordt daardoor slapper

Vraag 9: Je geeft een zetje tegen twee even lange rijen dominostenen. In de ene rij staan de stenen dicht op elkaar. In de andere rij staan de stenen ver uit elkaar. Welke rij is het eerst omgevallen?

  • De rij met stenen ver uit elkaar
  • De rij met stenen dicht op elkaar
  • Maakt niet uit

Vraag 10: Hou een strook papier aan een uiteinde vast. Draai het andere uiteinde een halve slag. Plak de uiteinden aan elkaar. Je hebt nu een band van Möbius. Knip de band in de lengte doormidden. Knip het resultaat nogmaals in de lengte doormidden. Wat hou je over?

  • Vier banden
  • Twee banden
  • Eén band

Vraag 11: Kun je tijdens een hittegolf zoals die van afgelopen zomer een spiegelei bakken op het wegdek in de zon?

  • Nee, dat kan nie
  • Ja, dat is geen probleem.
  • Ja, maar alleen op zwart, glad asfalt

Vraag 12: Waarom beslaat een auto wel tijdens een heldere nacht en niet bij een bewolkte nacht?

  • Bij een heldere nacht zijn er geen wolken die vocht vasthouden
  • De auto staat bij een heldere nacht meer straling af aan het heelal
  • Natte lucht daalt bij een heldere nacht en komt dus op de auto neer

Vraag 13: Wanneer begint een astronaut in zijn ruimtevaartuig buiten de dampkring te zweven?

  • Wanneer hij ver genoeg verwijderd is van de aantrekkingskracht van de aarde
  • Wanneer zijn ruimtevaartuig precies tussen twee zwaartekrachtvelden hangt
  • Wanneer hij de motor van zijn ruimtevaartuig afzet

Vraag 14: Op een tafel staan twee karretjes. Aan elk karretje zit een touw. Elk touw hangt naar beneden via een katrol aan de tafelrand. Aan het ene touw hangt een gewicht van vijf kilogram. Aan het andere touw trekt iemand met een kracht overeenkomend met vijf kilogram. Welk karretje komt sneller op gang?

  • Het karretje met het hangende gewicht
  • Het karretje met de trekkende persoon
  • Het maakt niet uit

Vraag 15: Bomen worden niet hoger dan circa 120 meter. Waarom?

  • Dan wordt het hout van de boom te zwak om het eigen gewicht te dragen
  • Bomen worden niet hoger dan hun wortels diep zitten en na 120 meter is de grond te ondoordringbaar voor de wortels
  • Boven de 120 meter neemt de boom geen kooldioxide op

Vraag 16: Met een steekproef testen we de deelnemers aan de tiende Nationale Wetenschapsquiz op een verboden pepmiddel. Stel dat tien procent van de deelnemers het pepmiddel gebruikt. De test is slechts voor negentig procent zuiver. Eén deelnemer blijkt pep-positief. Hoe groot is de kans dat hij het pepmiddel daadwerkelijk heeft gebruikt?

  • Minder dan vijftig procent
  • Vijftig procent
  • Meer dan vijftig procent

Vraag 17: Waarom is sneeuw wit?

  • Omdat sneeuw alle kleuren absorbeert
  • Omdat sneeuw alle kleuren reflecteert
  • Omdat watermoleculen wit zijn

Vraag 18: Aan wie danken wij de uitvinding van de lucifer?

  • Aan een onbekende Chinese monnik die in de achtste eeuw het buskruit ontdekte bij zijn zoektocht naar een levenselixer
  • Aan de Duitse alchemist Henning Brand die in de zeventiende eeuw fosfor ontdekte toen hij urine inkookte om goud te maken
  • Aan de Zwitserse wetenschapper Friedrich Schönheim die in de negentiende eeuw schietkatoen ontdekte toen hij celluloid wilde maken

Vraag 19: Hoe komt een regenworm een zeer strenge winter door?

  • Hij houdt diep in de grond een winterslaap
  • Hij verpopt zich voordat de vorst invalt
  • Hij bevriest en leeft weer op als het warm wordt

Vraag 20: In een emmer water drijft een blokje hout. Je bindt een touw aan het hengsel en slingert de emmer aan het touw rond. Wat gebeurt er met het blokje hout?

  • Het blokje zakt dieper in het water
  • Het blokje komt meer naar boven
  • Het blokje blijft op hetzelfde niveau