Tijdens mijn trip door Canada heb ik een reisdagboek bijgehouden, voor jullie en voor mezelf. Hier kunnen jullie alles lezen over de draaidagen voor Paradijs Canada, mooie gesprekken die ik had en dingen die me opvielen tijdens onze trip.

13 juni 2019

Smithers, British Columbia: wat een unheimisch dorp. Als je aankomt op het piepkleine vliegveld, zie je eerst de overweldigende besneeuwde bergen (de Hudson Bay Mountains), maar de wolken pakken er al boven samen. Een inheemse vrouw in kort broekje loopt over de parkeerplaats en het gevoel dat je in Twin Peaks bent beland zwelt aan.

Ik weet dat hier, in deze omgeving, in de afgelopen paar decennia vele meisjes en vrouwen zijn verdwenen, vermoord. Ik weet dat de snelweg die door dit gebied loopt, is omgedoopt tot de Highway of Tears. Ik weet nog niet dat het lichaam van Ramona Wilson, het inheemse meisje dat vijfentwintig jaar geleden werd vermoord en wier familie we gaan spreken, teruggevonden werd in de buurt van dit vliegveld. Dat hoor ik van Sasha, onze researcher, in één van de drie restaurants in Smithers die na tienen nog open is: Don Cherry’s Sports & Grill.

Hier is de nachtmerrie tot leven gekomen

Verder herinnert er niets in Don Cherry’s aan de inheemse bevolking, het is een typisch Noord-Amerikaanse diner vol foto’s van ijshockeyteams. Onwillekeurig denk ik: de daders, zouden ook die hier friet hebben gegeten en bier hebben gedronken?

De vreemde man die je kwaad wil doen – het is de angst waar vrijwel elk meisje mee wordt opgevoed – ik in elk geval wel. De waarschuwingen: niet liften, niet alleen op straat in het donker, niet met vreemden meegaan. Hier is de nachtmerrie tot leven gekomen.

Tijdens de vliegreis hiernaartoe keken Sasha en Hans (regisseur/cameraman) naar een documentaire over Ted Bundy. Om in de stemming te komen, wellicht.

Ik vind het hier zo al griezelig genoeg. Al die motels langs die uitgestrekte snelweg, met zijweggetjes die nergens naartoe lijken te leiden, hoogstens het donkere, verlaten bos in, waar de kraaien krassen (a murder of crows).

Onze eigen blokhut ligt helemaal aan het uiteinde van zo’n onverhard weggetje, met ernaast slechts één ander huis, waar twee grote trucks naast staan; dierenbotten en geweien aan alle buitenmuren.

Binnen in onze afgelegen blokhut hangen de mooiste foto’s van meren en bergen uit de omgeving. Smithers is ook gewoon een toeristisch dorp, waar mensen naartoe komen om te vissen.

Ik zoek de Engelse vertaling van unheimisch op. Ik vind: non-native.

14 juni 2019

In de burgerbar waar we lunchen, draaien ze een liedje van een Canadese countryzangeres over een bedelende vrouw, waarin steeds herhaald wordt: ‘She’s somebody’s daughter.’ ‘Bet she was somebody’s best friend laughing / Back when she was somebody’s sister / … Oh, and I’ll wonder how she fell and no one caught her / She’s somebody’s daughter.

Als we langs de Highway of Tears rijden zien we overal borden die te maken hebben met ongewenste zwangerschap. Vrouwen worden aangespoord om hun kind te laten adopteren, andere borden pleiten voor een Canadese wet tegen abortus. Dit is christelijk gebied.

Toch is er in het centrum van Smithers ook, ter ere van Pride-maand juni, een zebrapad in regenboogkleuren geschilderd, direct naast een hip koffietentje waar de welgestelde inwoners en toeristen hun lattes halen. Bij dat koffietentje zien we de burgemeester voor het eerst (en niet voor het laatst): een jonge vent in T-shirt en korte broek die op een bakfiets rijdt. Inheemse jongeren komen hier niet, die zitten in een parkje verderop wodka uit een fles te drinken.

15 juni 2019

Vandaag herdachten we Ramona, met een wandeling en een bijeenkomst. Of: Ramona’s familie en de gemeenschap hier herdachten Ramona; wij filmden het. Nu is het laat en zitten wij in onze luxe blokhut witte wijn te drinken. Ik ben uitgeput. Het verlies hier is te groot om te bevatten, maar mensen kunnen niet anders dan door of ten onder.

Ze geloven; Ramona’s moeder Matilda in elk geval, zij is katholiek. Dat is wrang, want als kind werd ze weggehaald bij haar ouders om verplicht christelijk onderwijs te volgen. Dat zogenaamde ‘kostschoolsysteem’ was een welbewuste poging van de Canadese overheid ‘to kill the Indian in the child’, met duizenden daadwerkelijke doden en verscheurde gemeenschappen als gevolg. Broers van Matilda pleegden zelfmoord, zij is overeind gebleven. Als dat opgedrongen geloof daarbij heeft geholpen, so be it.

Wat ook lijkt te helpen: dat het leed hier gedeeld is. Op een klein podium in het plaatselijke buurtcentrum deden naast de familie van Ramona vandaag ook familieleden van andere verdwenen personen hun verhaal. De familie van Cindy Martin, van Lester, van PJ en van Jessica Patrick.

Vooral de ouderen spraken, de enige jongere was Sean, Jessica’s broer. Hij zat in de gevangenis op het moment dat ze verdween, vertelde hij. Waar haar moeder toen was is onduidelijk, Jessica woonde niet bij haar. Nu stond haar moeder op het podium en hield haar foto omhoog, maar zij kon geen woord uitbrengen. ‘Ik realiseerde me dat ik behandeling nodig had,’ zei Sean. ‘Ik ben op dit moment niet sober, maar ik ben in elk geval zo ver dat ik dat kan toegeven.’

Nog voor het herdenken binnen klaar was, terwijl een zus van Ramona en diens dochter op drums sloegen, waren de jongeren al buiten aan het drinken. Ook Sean.

We doen het voor de kijker, we doen het om zelf iets moois te maken

We moeten verder kijken dan die snelweg, naar deze gemeenschap, hoe het is om hier op te groeien, waarom het misgaat met zoveel jongeren. Geldt dat alleen voor de First Nations, of ook voor de niet-inheemse Canadezen hier? Tijdens de herdenking hebben we nieuwe contacten opgedaan, onder anderen Jessica’s tante, Mary, die zich als woordvoerder voor de familie opwerpt.  

We zuigen de verhalen uit deze mensen. Zij hopen dat wij die verhalen verder verspreiden, dat media-aandacht kan leiden tot de oplossing van de moorden. Wij zijn van de Nederlandse televisie, blijf ik benadrukken, maar de mensen denken: televisie! ‘Dankjewel,’ zeggen zij steeds, zich niet realiserend dat wij hen ‘personages’ noemen.

Hans praat het goed, hij zegt dat we recht doen aan de ervaringen van de mensen, dat we hun tranen trekken voor henzelf, maar natuurlijk doen we het niet voor hen. We doen het voor de kijker, we doen het om zelf iets moois te maken.

Wat journalisten doen door iemands vertrouwen te winnen en vervolgens schaamteloos het meest aansprekende verhaal te maken van diens leven, schreef de Amerikaanse Schrijver en journalist Janet Malcolm in The Journalist and the Murderer (1990), is ‘morally indefensible’.

Tegelijkertijd kunnen we niet zonder de verhalen en de verhalenvertellers. Hans kán Matilda ook filmen op een manier die mensen die nog nooit van de Highway of Tears hebben gehoord met haar laat meevoelen.

17 juni 2019

Het is half zes ’s ochtends, de zon is op, we rijden naar het vliegveld van Smithers en over de Highway of Tears loopt ons een meisje tegemoet, met haar duim uitgestoken.

12 september 2019

Terug in Smithers, voor de ceremonie voor Jessica Patrick. Haar lichaam werd teruggevonden op 15 september vorig jaar, door familieleden die zelf een zoektocht waren begonnen omdat de politie volgens hen te weinig deed. We zijn hier voor Jessica (of: voor het verhaal van Jessica), maar ook om iets van hoop te vinden, of in elk geval te horen wat de mensen proberen te doen om de vicieuze cirkel hier te doorbreken.

Daarvoor spreken we Mel Bazil, een inheemse jeugdwerker die spreekt met kalme intonatie en uitgebreide handgebaren. Hij frustreert Sasha door slecht bereikbaar te zijn en geen al te vaste afspraken te willen maken, hij vindt duidelijk dat de dingen moeten komen zoals ze komen.

Zijn zachtheid is het tegenwicht voor alle geweld hier, dat, daar is hij heel stellig over, een erfenis is van het kolonialisme, van een patriarchaal systeem dat is over komen varen vanuit Europa. (Zijn eigen stam, de Wetʼsuwetʼen, is matriarchaal georganiseerd, laat hij niet na te benadrukken.)

Hij probeert de jongeren weer in contact te brengen met de oude tradities, om ze een basis van trots, van identiteit te geven. Maar de jongeren willen ook gewoon feesten. Aan een van de vriendinnen van Jessica vraag ik: ‘How do you deal with it?’ Met het gemis, bedoel ik, maar ook met de dreiging. Ze hoeft niet na te denken over het antwoord: ‘I drink.

‘Hoe krijg je die jongeren die buiten zitten te drinken naar binnen?’ vraag ik Mel. ‘Dat kost tijd,’ zegt hij. ‘Sommige mensen hebben negenennegentig kansen nodig. En als het de negenennegentigste keer ook niet lukt, geef ik ze een honderdste kans.’

Samen met Mel en drie jongeren, gaan we met een kano varen op een van de meren in de omgeving. Hij had gehoopt op meer belangstelling, maar de weersvoorspelling was slecht en niet iedereen heeft zin om gefilmd te worden. De jongeren bestaan uit: een stelletje van achttien of negentien jaar dat vooral bezig is met hun telefoons, en een kleinere, verlegen jongen van tien of elf, Brayden.

Mel vertelt een verhaal over de vogels op het meer, die geluiden maken die in films worden gebruikt als men een onheilspellende sfeer wil creëren. Omdat ze zo lang onder water kunnen blijven, zegt Mel, geloofden onze voorouders dat ze naar de onderwereld gingen, ze staan in verbintenis met de wereld van de geesten. De zon breekt door, Brayden roeit en straalt. Misschien dat het met hem wel goed zal komen.

15 september 2019

We proberen ons onopvallend te gedragen bij Jessica’s herdenking, de mensen niet tot last te zijn. Als teken van respect heeft Sasha Mel tabak gegeven, maar niet van het soort dat ze hier eigenlijk graag willen voor ceremonies; ze gaf sigaretten, in plaats van losse shag.

Pepijn hoort Mel overleggen met Mary, Jessica’s tante, wat ze met die sigaretten moeten doen: toch maar uitstrooien? Mary vindt het prima, zij heeft al genoeg aan haar hoofd en van haar lijkt het allemaal niet zo traditioneel te hoeven; de kaarsjes die zij heeft meegenomen werken op een batterijtje. 

Voor de ceremonie begint, vraag ik nog aan een van Jessica’s familieleden tot welke clan (subgroep van de Wetʼsuwetʼen) ze eigenlijk behoorde. ‘Jessica was Gitdumden,’ zegt hij, ‘ze hoorde bij de Wolf and Bear Clan.’

Jessica Patricks vindplaats