wat willen we nog minder?

Nederland kent talloze duurzame, sociale, en lokale ondernemingen. Die moeten opboksen tegen grote winkelketens, die vol liggen met spullen waarvan we niet precies weten hoe, door wie, en onder welke omstandigheden ze zijn gemaakt. Daarom begint filmmaker Kees Brouwer zijn eigen beweging: Reaction.

Wat als er een netwerk van ondernemingen was, waarin geen filiaal hetzelfde is? En waarin het maken van iets moois en duurzaams belangrijker is dan het maken van winst? Een remedie tegen onze verslaving aan groei, dat is de ‘Reaction’ volgens Kees Brouwer.

Het moet een beweging worden van ondernemers, ambachtslieden, ontwerpers, kunstenaars, boeren, koks, en noem maar op, die zich willen verenigen om een robuuste tegenhanger van het grootkapitaal te vormen. Want, zo vindt Kees, iedereen heeft recht op kwaliteit en duurzaamheid.

Truien die een leven lang meegaan, hazelnootpasta van Nederlandse bodem, jenever zonder voetafdruk, een fiets gemaakt van oude fietsen. De mensen achter deze producten vertellen allemaal een eigen verhaal.

Reaction-filialen zijn eigenlijk overal, alleen het logo op de gevel ontbreekt nog. Onder het motto ‘wat willen we nog minder?’ reist Kees daarom de komende tijd het land door in zijn bestelwagen, op zoek naar mensen die laten zien hoe je eerlijk, sociaal, transparant en met een minimale voetafdruk kunt produceren. Lees meer over deze missie in zijn Reaction-manifest.

De VPRO volgt de zoektocht van Kees in de documentaire Reaction, nu te zien op NPO Start. Ook zal de Reaction fysiek te zien zijn tijdens de Dutch Design Week tussen 16 en 24 oktober in Eindhoven. 

over de maker

Kees Brouwer is sinds 1992 documentairemaker bij de VPRO. Hij maakte eerder films over Wouter BosTon Sijbrands en het Urker Mannenkoor. Ook maakte hij de documentaire Wij zijn Kees Brouwer. Momenteel werkt hij bij Tegenlicht.

info, updates en achtergronden

  • Reaction op de Dutch Design Week 2021

    Afgelopen oktober stond Kees met zijn Reaction-bus op het Ketelhuisplein in Eindhoven. De bus was onderdeel van de Dutch Design Week, dat dit jaar in het teken stond van 'The Greater Number'.

    Daarbij werd hij vergezeld door kunstenaar Arne Hendriks, die een paar meter verderop zijn 'Hara Hachi Bu Village' presenteerde.

    sluit je aan bij Kees

    Past jouw onderneming in dit gedachtegoed? Sluit je dan aan bij deze Reaction chain. Lees hierboven het manifest en vul het onderstaand formulier in. Ook kringloopwinkels, innovatiehubs en non-profit-organisaties kunnen zich aansluiten.

    geef je hier op als deelnemer of sympathisant:

    wie doen er al mee aan de Reaction?

    Ooit was Enschede een van de grootste textielsteden van Europa. Maar in de jaren '60 begon de industrie in rap tempo te verdwijnen, omdat textiel in andere landen goedkoper kon worden geproduceerd. Enschede Textielstad is een industriële weverij die met natuurlijke en lokale garens stoffen voor de mode- en interieurindustrie produceert. Zo willen ze de productieketen weer transparant maken, en het ambacht in leven houden.

    De oesterbanken van de Waddenzee zitten vol Japanse oesters (crassostrea gigas), die in de jaren 80' hier zijn beland. Bij laag water rapen de vissers van Wilde Wad Oesters ze met de hand, om ze door te verkopen aan restaurants in heel Nederland en op markten. Zoals je misschien weet, worden oesters levend gegeten. Alles wat ze niet verkopen, brengt Wilde Wad Oesters daarom aan het eind van de dag terug naar de zee zodat het daar verder kan leven.

    Deze distilleerderij in Almere gebruikt uitsluitend biologische ingredienten om te verwerken tot sterke drank zoals gin, rum en wodka. In 2011 richtte Frans Erdmann uit Amsterdam Biospirits op, om weer te brouwen op een manier die die industrie te ouderwets vindt. Daarvoor gebruikt het bedrijf een grote koperen ketel, waar ze alcohol winnen uit moutwijn en fruitwijn. Er is veel geduld voor nodig om op deze manier te distilleren, maar je hebt er geen conserveer- of kleurmiddelen voor nodig. 

    De koks van restaurant De Nieuwe Winkel in Nijmegen plukken het liefst al hun ingrediënten zelf in het nabijgelegen voedselbos. Hun keuken is dan ook volledig op planten gebaseerd. Veel van die planten zul je niet zo snel in een supermarkt tegenkomen: de Japanse bergasperge, de Chinese mahonie, of de Siberische honingbes. Dat het loont om het radicaal anders te doen, blijkt. Het restaurant is bekroond met twee Michelin-sterren.

    Op het platteland rond Amsterdam wordt per week genoeg zuivel geproduceerd voor de hele stad. Toch komt het bijna allemaal in fabrieken terecht. More Than Milk Amsterdam (MOMA) wil de verbinding weer herstellen tussen boer en stedeling, door lokaal, biologisch zuivel uit de omgeving direct naar Amsterdam te brengen. Als een echte melkboer rijden ze door de stad om het op diverse locaties aan de man te brengen. 

    Op een voormalige maïsakker in het Gelderse Groesbeek hangen de bomen vol fruit en noten, en bloeit het van de eetbare bloemen en bladeren. In 2009 besloten Wouter van Eck en Pieter Jansen hier een voedselbos aan te planten. Binnen een decennium groeide voedselbos Ketelbroek uit tot een robuust ecosysteem dat zichzelf in stand houdt en waar mens en dier terecht kunnen voor voedsel.

    Het beste bier van Nederland komt dit jaar uit Nijmegen. Bierbrouwerij Nevel ontving deze titel tijdens de Week van het Nederlandse Bier, met hun biertje genaamd 'Meander'. Dit drankje dankt zijn bijzondere smaak aan rabarber en zwart bessenblad. Nevel typeert zich met zijn 'wilde bieren', gemaakt met wild gevangen gist en ingrediënten uit de directe natuurlijke omgeving en van lokale telers, waaronder voedselbos Ketelbroek.

    Na een bezoek aan China besloot Reina Ovinge dat het anders moet in de modewereld. De productie van goedkope kleding gaat ten koste van mens, dier en milieu. Tegelijkertijd is de kledingindustrie allesbehalve transparant over haar processen. Daarom laat Reina in haar boerderij en breiatelier The Knitwit Stable zien hoe de productieketen van wol in elkaar zit, door duurzame wol te maken van haar eigen geiten en schapen. 

    In de Roetz Fair Factory in Amsterdam redden ze wat er te redden valt, en maken ze nieuwe fietsen van oude frames. De hele dag staan er mensen in de werkplaats oude fietsen uit elkaar te halen, om zo te kijken wat er te hergebruiken valt. De frames verven ze in een mooi kleurtje. Zo is geen enkele fiets hetzelfde. Ook worden op de werkplaats mensen opgeleid tot fietsenmaker.