In Niger ben je nooit alleen. In geen land ter wereld worden zoveel kinderen geboren als in Niger, gemiddeld meer dan zeven per vrouw. Demografen voorspellen een catastrofe als de explosieve bevolkingsgroei niet wordt afgeremd. Waarom lijkt niemand er in te slagen het tij te keren?

Bram Vermeulen probeert in de derde aflevering van Sahara te onderzoeken waarom veel pogingen van hulporganisaties om ouders te overtuigen minder kinderen te nemen, mislukken.

Hij gaat op bezoek bij een dorp in het zuiden van Niger, dat niet gediend is van bemoeienis van buitenaf. Als een theatergezelschap een toneelstuk wil opvoeren waarin jonge meisjes wordt geadviseerd niet te vroeg te trouwen, grijpen de dorpsoudsten in en verbieden ze het gebruik van muziek.

Het hoofd van de theatergroep begrijpt goed waarom. Het dorp voelt zich in de steek gelaten door een falende staat en vertrouwt alleen zichzelf. Veel kinderen betekent sociale zekerheid. Maar hij ziet ook een ethisch probleem met bemoeienis van buitenaf. Veel hulpverleners hebben geen interesse in de tradities van het dorp, dus waarom zouden ze naar hen luisteren?

Bovendien blijkt de situatie minder statisch dan veel sociaal demografen doen geloven. In de dichtstbijzijnde stad blijken jonge meisjes helemaal niet meer geïnteresseerd in jong trouwen. Ze willen studeren en vooruit, zonder zich door een man te laten vertellen wat ze moeten doen met hun leven.

Niet iedereen gaat het even goed af in die nieuwe vrijheid. Sommige meisjes worstelen om voor zichzelf te zorgen en komen terecht in de slechte wijken van de stad. Maar de jeugd laat zich niet de mond snoeren. De lessen die ze leerden uit hun schoolboeken over de rechtsstaat en democratie, passen ze toe met demonstraties tegen de regering. De regering heeft zijn eigen oppositie geschapen. De jeugd is nu in de meerderheid.

Filmen met skihandschoenen

‘Tijdens onze eerste reis door Niger was het 46 graden. Dat is haast surrealistisch, amper te bevatten.’ Het zweet breekt hem nog uit, als Sahara-regisseur Erik van Empel het navertelt.‘Op een gegeven moment draaiden we een scène met een theatergroep die optreedt in een dorp. Dat ging gewoon onder de blote zon. Ontzettend leuk om te draaien, ik vermaakte mij enorm, totdat ik op gegeven moment een stemmetje hoorde van binnen: je moet nu kappen, stoppen.

'Ik heb meteen de camera van mijn schouder gehaald en ben onder een boom gaan schuilen, even weer op temperatuur komen: op zo’n moment realiseer je je dat je lichaam een temperatuursverschil van negen graden maar voor een beperkte tijd aankan.’

De hitte leidde tot bijzondere taferelen. ‘Ik had een Nigerese camera-assistent, Aboulougafar, die kwam op een gegeven moment met skihandschoenen aanzetten. Wacht even, skihandschoenen in de Sahara? Ja, zei hij, ik kan jouw camera en statief anders gewoon niet meer dragen. De apparatuur was kokend heet.’

Camera-assistent Aboulougafar Adamou

Niet alleen het weer speelde de regisseur overigens parten in Niger: ‘Ik moest natuurlijk filmen én regisseren, dus ik moest ook nog meeluisteren naar de gesprekken, of die wel goed gaan en volledig zijn. Nou is Niger Franstalig, maar vaak spraken we ook mensen in Haussa. Dan werk je met twee tolken. Eentje die naast Bram zit, om de vragen te stellen, en eentje een paar meter verderop die het gesprek kan volgen en simultaan vertaalt.

'Dat was een leraar Engels, maar zijn Engels was nauwelijks te verstaan. Dus je moet je voorstellen: bizarre hitte, heel veel stof, honderden kinderen die in je rug staan te duwen en dan nog een oortje in – dat in het geval van Bram ook nog kraakt – met half onverstaanbare Engelse woorden. Ik heb stukken materiaal waarin de verwarring ten top is.’

Erik van Empel

Niger in statistieken

De cijfers spreken boekdelen. In de afgelopen zestig jaar is het aantal Nigeresen verzevenvoudigd: in 1960 noteerde het Afrikaanse land nog ongeveer drie miljoen inwoners, in 2018 is dat aantal opgelopen naar ruim 21 miljoen. Nog steeds noteert Niger een groei van bijna vier procent per jaar. Alleen Oman (3,4 miljoen inwoners), Bahrein (1,4) en de dwergstaat Nauru (dertienduizend) blijven Niger volgens de Wereldbank voor.

In een heel ander lijstje staat Niger ondertussen stijf onderaan: in de Human Development Index van de Verenigde Naties staat Niger van 189 landen op de allerlaatste plaats. Ook hier zeggen de cijfers alles: in Niger ligt de levensverwachting voor een pasgeboren kind op zestig jaar oud. Op school zit hij of zij misschien vijf of zes jaar, maar gemiddeld slechts twee.

Zorgwekkende cijfers, kortom. Zeker als je beseft dat Niger bijna in zijn geheel uit woestijn bestaat: bijna de gehele bevolking leeft momenteel op slechts een derde van het land. Natuurlijke bronnen als water en vegetatie zijn schaars, behalve één: Niger heeft een van de grootste uraniumreserves op aarde. Het land is zelfs verantwoordelijk voor ruim zeven procent van de totale hoeveelheid uranium in de wereld. Of, in duidelijkere cijfers: 'Een derde van de lampen in Frankrijk brandt dankzij uranium ontgonnen in Niger.'

Terwijl het nucleaire goed miljoenen binnenbrengt voor het land, leeft meer dan zestig procent van Niger onder de armoedegrens. Nog zo'n alarmerende – en tegelijk hoopvolle – statistiek: bijna vijftig procent van het land is veertien jaar oud of jonger. De kinderen hebben de toekomst.

Worstelen in de woestijn

In deze aflevering maak je kennis met de lutte traditionnelle, een Nigerese worstelvariant en – in de woorden van Bram Vermeulen – 'de koning onder de sporten in de Sahara'. Maar de woestijn kent nog meer vechtsporten. Zo gaan mannen in Zuid-Niger en Nigeria tijdens een wedstrijd dambe elkaar met één vuist te lijf en is in Soedan het zogenaamde Nuba-worstelen razend populair.

Eerst de lutte traditionnelle, Frans voor 'traditioneel worstelen', of in het Haussa: kokowa. Deze worstelsport is net even iets anders dan we gewend zijn in Europa, waar het vooral gaat om houdgrepen en technische punten. De lutte traditionelle draait er simpelweg om de tegenstander te vloeren, zodat hij met zijn buik of rug op de grond belandt. Ook kan er, net als in het sumoworstelen, gewonnen worden door de tegenstander buiten de ring te bewegen.

Kokowa en variaties daarop vind je terug in onder andere Senegal, Gambia, Togo, Nigeria en dus Niger. Daar is de populariteit van de sport in de afgelopen veertig jaar enorm toegenomen. Nadat het Afrikaanse land in 1960 onafhankelijk werd van Frankrijk, werd de sport door de regering aangegrepen als een nationaal en cultureel bindmiddel: zo gaan tijdens de nationale kampioenschappen de worstelwedstrijden gepaard met een reeks speeches, rituelen, gebeden en andere uitingen die de sociale cohesie van Niger moeten benadrukken. De lutte traditionnelle is zo uitgegroeid tot Nigers nationale trots.

Het verheffen van de lutte traditionnelle tot dé volkssport heeft ook bijgedragen aan de populariteit van een andere sport, namelijk de boksvorm dambe. In delen van Niger, maar ook in onder andere Senegal en Gambia (waar de worstelsport laamb heet), mochten worstelaars normaliter tijdens een wedstrijd ook een klap uitdelen aan hun tegenstander. Toen de lutte traditionelle gestandaardiseerd werd voor nationale en internationale toernooien, werd dit element echter verwijderd.

In dambe gaan de deelnemers elkaar met één hand te lijf; met de slaghand – die strak in touw is gewikkeld – mag de bokser lukraak op zijn tegenstander inslaan. Met de andere hand kan er geblokt worden of kan de tegenstonder vastgehouden worden. Daarbij is het doel om de rivaal in drie ronden (of minder) naar de grond te krijgen.

Dambe is misschien wel de heftigste vechtsport in de Sahara. Behalve met de handen is het ook toegestaan met de benen toe te slaan. Daarnaast werd de slaghand tot een paar jaar terug nog wel eens versierd met gebroken glas. Dambe is dankzij YouTube-kanalen als Dambe Warriors ook online ongekend populair.

Hoe belangrijk worstelen in Afrika kan zijn, zie je ook terug in Soedan, waar Bram zijn reis door Sahara zal besluiten. Al duizenden jaren vermaken de Nuba, een volk uit de gelijknamige bergen, zich met deze sport. Vroeger gebeurde dat nog naakt, inmiddels gaan jongeren de strijd met elkaar in T-shirts en korte broeken. Toen en nu is het belangrijkste doel van de worstelsport verbroedering.

In het zuiden van Soedan woedt inmiddels al jaren een bloederige burgeroorlog, waardoor miljoenen Soedanezen op de vlucht zijn geslagen. In de vluchtelingenkampen vinden zij elkaar in de gedeelde liefde voor de sport.

Ook dieper in het land, onder andere in de hoofdstad Khartoum, wordt er grote – persoonlijke en monetaire – waarde aan het worstelen gehecht. Het prijzengeld kan oplopen tot wel tweeduizend Soedanese ponden (omgerekend 329 dollar); in een land waar bijna de helft van de bevolking onder de armoedegrens leeft, is de sport hierdoor razend populair. In de hoop met een aanzienlijk bedrag terug te keren naar huis, geven veel dorpelingen hun bestaan als boer tijdelijk op en verhuizen voor de toernooien naar de stad. Verschillende Nuba-worstelaren worden nu zelfs klaargestoomd voor de Olympische Spelen van 2020.

▾verderop: de worstelkampioenen die condooms uitdelen

Bram waagt zich in de uitzending ook aan een potje worstelen

Twee Dambe-boksers in maart 2018, tijdens een Dambe Warriors-toernooi

Een worstelwedstrijd in een vluchtelingenkamp in Zuid-Soedan, in 2012.

De worstelkampioenen die condooms uitdelen

Hoe breng je anticonceptiemiddelen aan de man in een land waar nagenoeg elke man het liefst een elftal wil verwekken? Dan schakel je de hulp in van ’s lands grootste helden: condoommerk Foula (Nigerees woord voor een zonnehoedje) zet worstelaars in om hun product te promoten. Zo houden kersverse kampioenen na een gewonnen wedstrijd niet altijd alleen een trofee omhoog, maar ook een condoom.

Foula en de daarbij behorende campagne is een bedenksel van de NGO Animas Sutura. Zij willen het anticonceptiemiddel uit de taboesfeer halen – condooms faciliteren ‘verboden seks’ (lees: vreemdgaan) en hoor je dus niet te gebruiken –, ze besteden aandacht aan gezinsplanning en aan de bestrijding van en hiv.

Dat doen ze niet alleen bij worstelwedstrijden, maar ook daarbuiten: grote kampioenen als Issa Issaka, Yacouba Adamo en Balla Harouna reizen naar dorpjes af om condooms uit te delen en mannen aan te spreken.

Een mooi verhaal voor deze aflevering, dacht ook regisseur Erik van Empel, maar toch sneuvelde het op de montagetafel. Hij legt uit waarom: ‘Dingen zijn soms anders dan je je ze voorstelt. Hoe we het hadden gehoord is dat zij op brommertjes naar de dorpen gaan, om daar op de pleinen condooms te promoten, maar dat bleek allemaal heel anders te gaan. Die mannen werden natuurlijk gewoon in een four wheel drive naar een markt gebracht en liepen daar met zichtbare tegenzin dertig seconden met die condooms te wapperen.'

'Wat je je daar snel realiseert is: de mannen hebben hun quotum al lang vastliggen. Ze willen er helemaal niet over nadenken, ze willen gewoon veel kinderen. Ze willen het daarom best ook eens met condoom doen om de vrouw wat tijd te geven om bij te komen, een half jaartje, dat is prima – maar dan zijn er dus gewoon meerdere vrouwen nodig om aan veel kinderen te komen. Die oude tradities krijg je er niet zomaar uit.’

Metropolis: Let's talk about sex (baby)

Seksuele voorlichting, in Nederland zijn we er snel bij, maar hoe leert de rest van de wereld over de bloemetjes en de bijtjes? In deze online story gaat Metropolis mee met de condoombus in Nigeria, krijgt les in Kenia, experimenteert in Colombia en luistert naar seksadvies op de radio in China.

Lees verder en zie meer, hier →

Appen met de chef

In deze aflevering maak je kennis met de dorpschef van Droum, het eerste aanspreekpunt als het gaat om familietwisten (bijvoorbeeld in het kader van landverdeling), huwelijksproblemen of andere beslommeringen. Hij bemiddelt en, indien nodig, beslist. Die functie bekleedt hij niet alleen voor zijn eigen dorp, maar voor het hele gebied: als een soort rijdende rechter regeert hij over nog eens ruim zestig andere dorpjes. Daarin blijft hij uitstekend bij de tijd: de chef is gewoon te appen. De webredactie van Sahara stelde hem een paar vragen.

Met dank aan: Tjeerd Bijman (research & contact), Ilse van der Velden (vertaling)