Vooral de plek waar je wieg stond, bepaalt of je vermogen hebt of niet, schrijft Sander Schimmelpenninck in de eerste column bij zijn serie 'Sander en de kloof'. En daar hebben we allemaal last van.

Artiesten, sporters en succesvolle ondernemers vertellen ons constant dat we alles kunnen worden, als we maar willen en in onszelf geloven. Op social media en op TV horen we dat succes en rijkdom een keuze zijn en ook dat jij jouw lot in eigen handen hebt. ‘Het geheim van succes’ en ‘het geheim van rijkdom’ wordt verkocht, alsof het een cursus breien betreft.

Het échte geheim achter hun vermogen zal een groot deel van de rijken echter nooit willen vertellen: de hulp die ze van hun ouders hebben gekregen. Vraag de man op de straat hoe je rijk wordt, en hij zal zeggen: door hard te werken. Helaas klopt dat steeds minder; verreweg het grootste deel van al ons privévermogen bestaat uit geld waar niet voor gewerkt is. Via erfenissen bijvoorbeeld, of vermogenswinsten.

Eva Roefs

'Het geheim van de rijken is dus vooral hun geweldige marketing'

Sander Schimmelpenninck

Waar veertig jaar geleden het grootste deel van ons vermogen bestond uit zelfverdiend vermogen, is dat nu andersom: of je vermogen hebt of niet, wordt vooral bepaald door waar je wieg stond. Het geheim van de rijken is dus vooral hun geweldige marketing, waardoor heel veel mensen denken dat zij het allemaal zelf hebben gedaan.

Het idee van de selfmade man en woman blijkt steeds vaker een sprookje: te mooi om waar te zijn. Niet alleen zijn het voor succes benodigde talent en intelligentie een kwestie van dom geluk, we leven ook nog eens in een tijd waarin het steeds moeilijker wordt om van een dubbeltje een kwartje te worden. Want het enkele bezit van talent en intelligentie is onvoldoende; het gaat vooral om de vraag of je de kans krijgt die te benutten.

Eva Roefs

'Heb je geen vermogende ouders? Dan sta je niet met één-nul achter, maar met tien-nul.'

Sander Schimmelpenninck

Wat is er mis met een beetje ongelijkheid? Nou, niet zoveel, als deze ongelijkheid de uitkomst is van een eerlijke wedstrijd, waarin iedereen dezelfde kansen krijgt om te winnen. En ook nog een beetje omkijkt naar de verliezers, want die zijn altijd met meer. De wedstrijd is alleen niet meer eerlijk, omdat de winnaars hun voorsprong doorgeven aan de volgende generatie.

Het succes van de ouders voorspelt anno 2021 in hoge mate het succes van de kinderen. Vermogende ouders kunnen hun kinderen op onoverbrugbare afstand zetten door hen privéonderwijs te bieden, gezonder te laten leven, en enorme schenkingen te doen, zodat zij hun volwassen leven beginnen met een prettig koophuis. Heb je geen vermogende ouders? Dan sta je niet met één-nul achter, maar met tien-nul.

Eva Roefs

'Door de enorme aandacht voor uitzonderingen denken we dat iedereen vanuit een achterstandspositie succesvol kan worden.'

Sander Schimmelpenninck

Er zijn altijd ouders geweest die hun kinderen op enorme voorsprong konden zetten, elites die zich konden afzonderen en mensen die in een parallelle werkelijkheid leven. Maar nooit waren het er zoveel als nu. De economische elite in Nederland, de mensen die steeds meer in een eigen wereld leven, waarin alles draait om de eigen clan, is niet klein. Met honderdduizenden huishoudens met een vermogen van meer dan een miljoen euro, is er in Nederland niet zozeer een ‘één procent’, als wel een ‘tien procent’.

Doordat deze groep zoveel vermogen naar zichzelf toetrekt en hun kinderen enorm bevoordeelt, wordt het voor de rest steeds moeilijker om succesvol te worden, om aan te haken. Doordat rijke en intelligente kinderen naar privéonderwijs gaan, net als de beste leraren, daalt het budget en niveau op de reguliere scholen. Doordat rijke kinderen hulp krijgen bij het kopen van een huis, stijgen de prijzen nog harder, en wordt het onmogelijk om zonder rijke ouders een huis te kopen. Dat is niet alleen vervelend voor die mensen, het is ook vervelend voor de maatschappij als geheel: er ontstaat een onbenut potentieel van mensen die hun kansen niet kunnen pakken.

Het geheim van de rijken is dus vooral dat ze al rijk waren. De winnaars van onze maatschappij winnen vooral door de competitie te vervalsen. Door de enorme aandacht voor uitzonderingen, de mensen die het wél lukt om vanuit een achterstandspositie succesvol te worden, denken we dat het iedereen kan lukken. 

Dat is niet alleen onjuist, maar dit denken heeft ook nog eens een heel vervelend bijeffect; het betekent namelijk dat mensen die niet succesvol zijn, daar blijkbaar óók zelf voor gekozen hebben.