De Dakota Access Pipe Line (DAPL)



De inheemse bevolking noemt het ‘de zwarte slang’: de Dakota Acces Pipe Line van 1800 kilometer lang. De pijpleiding loopt van de olievelden in Noord-Dakota naar Pakota in Illinois en moet een half miljoen vaten per dagen vervoeren.

Vanaf daar wordt de olie naar de raffinaderijen aan de golfkust getransporteerd.

De aanleg was door Obama nog stilgelegd na de hevige protesten in het najaar van 2016.

Al eerder had hij een streep gezet door die andere grote pijpleiding: de Keystone XL. Een 1900 kilometer lange pijpleiding om teerzandolie, een zeer vervuilend type, vanuit Canada naar de Golf van Mexico te brengen.

Vlak na zijn aantreden liet president Trump met een presidentieel decreet weten door te gaan met de aanleg van zowel de Dakota pijpleiding als de Keystone XL.

Verdrag van 1868



De Dakota Acces pijpleiding loopt door het leefgebied van twee indianenstammen, vlak langs het reservaat Standing Rock.

De bevolking is bang dat het water van de Missouri-rivier, dat zij als drinkwater gebruiken, binnen de kortste keren vervuild zal worden door een olie-lek.

Die angst is niet onterecht. In december 2016 lekte er nog zo’n 650.000 ruwe olie in de rivier, op 250 kilometer van het Standing Rock-protestkamp.

Bovendien loopt de pijpleiding over heilig land waar onder andere graven van voorouders liggen. De grond, ook buiten het reservaat, is in het Verdrag van Fort Laramie in 1868 door de federale overheid aan de Sioux toegezegd.

Het verdrag werd door de VS meerder malen geschonden waardoor een veel kleiner gebied overbleef. De Lakota wonnen in 1980 een rechtszaak waardoor in verband met de schending van het verdrag een vergoeding van 15,5 miljoen dollar werd toegekend.

De Lakota hebben het bedrag tot op heden niet geaccepteerd omdat ze menen dat hun grond niet te koop is.

Nederlandse bemoeienis



ING en ABN Amro waren tot voor kort investeerders in het DAPL-project. Het was een omstreden investering, die zorgde voor meerdere protestacties voor het kantoor van ING.

ABN Amro besloot in februari 2017 uit het project te stappen. ING volgde in maart 2017. ING heeft de lening van 120 miljoen dollar onlangs overgedragen aan een andere partij.

ING en ABN Amro waren twee van de 17 banken die de constructie van de pijpleiding, die 3,8 miljard dollar kost, ondersteunde.

De banken zorgden samen voor 2,5 miljard dollar aan financiering. Ook andere banken, zoals BNP Paribas, Deutsche Bank en Royal en Credit Suisse zijn erbij betrokken.

De Sioux hopen dat de banken zich collectief terugtrekken.