Tim geeft een interview op de Hogeschool voor Journalistiek en Nicolaas vergelijkt zijn camera met een chronische ziekte.

In de avond zegt Tim dat het hem allemaal niet zo raakt tegen Nicolaas. Die zegt op zijn beurt dat een anti-reactie ook een reactie is. 

In de ochtend gaat Nicolaas op pad met goede vriend Gable. Ze praten over het experiment. Gable begrijpt dat Nicolaas wordt opgeslokt door het project en dat hij daardoor minder tijd heeft. Nicolaas merkt op dat zijn leven op dit moment oppervlakkiger is geworden. "Ik ben wel sociaal bezig, maar alleen op Super Stream Me-vlak, niet diepgaand met vrienden." Gable zegt dat hij niet veel naar de stream kijkt. Hij wil een vriend zijn, geen follower. 

Tim is inmiddels wakker en neemt de trein naar Utrecht. Hij geeft een interview aan de studenten van de Hogeschool voor Journalistiek. Tim legt uit wanneer hij weet dat hij een goed idee heeft bedacht. "Als ik denk dat iemand anders het moet uitvoeren omdat het mij verschrikkelijk lijkt; dan weet ik dat het een goed idee is". 

Hoorcollege

Hoorcollege

Hoorcollege

Later op de dag houdt Nicolaas een monoloog in de camera. Hij vergelijkt zijn huidige situatie met een chronische ziekte. De fase van schock en andere heftige emoties is voorbij. Hij is nu in de fase van acceptatie beland. Hij heeft een handicap en leert er mee leven. Heel af en toe nog is hij boos. Nicolaas besluit een middagdutje te doen. Hij is nu eenmaal moe en het kan hem weinig meer schelen wat anderen ervan vinden.

Tim drinkt bier met de studenten na het hoorcollege. Iemand vraagt of Tim de druk voelt om iedere avond uit te gaan, voor de stream. Hij antwoordt dat hij iets juist níet doet als het van hem verwacht wordt. Ondanks dát belooft hij de studenten dat hij mee uit gaat. 
De studenten geven aan dat ze de hele tijd vergeten dat er mensen kunnen meekijken. "Ik vergeet dat ook de hele tijd", zegt Tim. Het wordt een late avond. Tim slaapt niet thuis.