waarom elke journalist een klein beetje OSINT moet kunnen

Er waait een frisse wind langs nieuwsredacties van The New York Times en BBC, waar speciale teams worden opgezet voor onderzoek met openbare bronnen. Maar hoe zit het met gebruik van Open Source Intelligence (OSINT) op nieuwsredacties in Nederland?

Stijn Goossens, 26 september 2022
vormgeving: Job Claassen

Het gebruik van openbare bronnen voor journalistiek onderzoek, open source intelligence of afgekort OSINT, resulteert steeds vaker in nieuws met impact. Gespecialiseerde partijen zoals Bellingcat, vaak geholpen door individuele burgerdetectives, struinen het internet af. Ze zijn op zoek naar openbaar beschikbare informatie zoals satellietbeeld, geolocaties en video’s op sociale media die aantonen of beweringen bij gebeurtenissen legitiem zijn.

Ook op klassieke nieuwsredacties van bijvoorbeeld The New York Times, The Washington Post of de BBC groeit de interesse in het gebruik van de OSINT-methode. Visual Investigation Teams worden opgetuigd om nieuwsverhalen te maken op basis van openbaar beschikbare informatie. 

Hoe kijkt de Nederlandse traditionele journalistiek eigenlijk naar deze nieuwe onderzoeksmethode? En welke impact heeft OSINT op de werkwijze van klassieke journalisten in Nederland?

OSINT in de oorlog

De Russische inval in Oekraïne was op de voet te volgen door online video’s die de oorlogssituatie in beeld brachten, en nog steeds brengen. Met de grote hoeveelheid aan online informatie en desinformatie, over het verloop van de oorlog, groeide bij de NOS de noodzaak om videobeelden over de oorlog eigenhandig te verifiëren. Een team van drie redacteuren offerde hun huidige functie deels op om de grote aanwas video’s te checken op echtheid, met informatie die online beschikbaar is. Via een speciaal twitteraccount, @nos_osint, konden individuele speurders te hulp schieten in de zoektocht naar de exacte locatie van een video.

Volgens Joost Schellevis, een van de NOS-redacteuren die betrokken is bij de videoverificatie, is het essentieel dat de NOS alleen beelden uitzendt die feitelijk gecheckt zijn. Beelden volgden elkaar snel op aan het begin van de oorlog. ‘Het verifiëren van die beelden met OSINT was cruciaal om alle ontwikkelingen bij te benen.’ Aanvullend op de videoverificatie is de NOS na een tijdje ook zelf informatie gaan verzamelen over het verloop van de oorlog via OSINT. ‘Daardoor hoef je niet af te gaan op de beweringen vanuit autoriteiten, je kan het zelf zien,’ legt Schellevis uit.

‘het verifiëren van dat beeld met OSINT was cruciaal om alle ontwikkelingen bij te benen’

Bij de NOS staat het verifiëren van beelden uit Oekraïne inmiddels op een lager pitje. Schellevis schreef met een van zijn OSINT-collega’s nog een verhaal over de raketaanvallen in Oekraïne, gebaseerd op het verzamelde videomateriaal. Tot nu toe was het meeste OSINT-werk bij de NOS verbonden aan de oorlog in Oekraïne. ‘Maar dat gaat wel verschuiven’ zegt Schellevis. ‘De hoofdredactie denkt nu na over hoe ze OSINT kunnen inzetten bij andere grote nieuwsgebeurtenissen, over hoe het past in de breaking news-protocollen.’

de combinatie van OSINT en traditionele journalistiek

Een artikel dat enkel gebaseerd is op openbare bronnen is nog niet meteen een goed journalistiek verhaal. ‘OSINT-verhalen missen vaak nog de duiding van een expert en een verslaggever ter plaatse,’ zegt Thomas Mulder. Met twee andere collega’s werkt Mulder bij Pointer aan OSINT-onderzoek, wat ze zelf overigens graag ‘digitaal forensisch onderzoek’ noemen. ‘We werken het beste met zijn drieën een aantal maanden aan een onderwerp en doen dan kleinere verificaties tussendoor.’ 

Mulder vindt dat de combinatie tussen onderzoek met openbare bronnen en traditionele journalistieke methodes het beste werkt. ‘We hebben als OSINT-team de neiging om heel lang online research te doen, zonder dat we nog weten of er een verhaal in zit. Daar komt je achter door met experts te spreken.’ Inmiddels heeft zich ook een verslaggever aangesloten bij het team van Mulder. ‘Hij heeft het overzicht en weet wanneer iets een groter verhaal kan worden.’ OSINT is dan ook altijd een aanvulling op klassieke journalistiek, zegt ook hoofdredacteur van journalistiek onderzoeksplatform Investico, Thomas Muntz. ‘De data vertelt het verhaal niet, als journalist moet je die informatie altijd aanvullen. Dat verhaal zit vaak op plekken waar de data niet is.’

‘OSINT-verhalen missen vaak nog de duiding van een expert of een verslaggever ter plaatse'

Desondanks vindt Mulder van Pointer dat materiaal met openbare bronnen kan zorgen voor een meer solide bewijsvoering in journalistiek werk. ‘Als je gebeurtenissen reconstrueert op deze manier, kun je een hele andere bewijslast gebruiken in je journalistieke werk.’ Het bewijs dat je opvoert is bovendien gemakkelijk te controleren door anderen. ‘Als mensen of autoriteiten iets claimen, dan kun je op basis van jouw bewijs echt laten zien: dit klopt niet, kijk maar.’ Die transparantie is voor Mulder een krachtige eigenschap van OSINT.

Bovendien zijn de video’s die je analyseert gedurende het OSINT-onderzoek goed te gebruiken om het verhaal op een beeldende wijze te vertellen aan het publiek. ‘We kunnen ze goed gebruiken om informatie te presenteren,’ zegt Xander van Uffelen, coördinator van het onderzoeksteam bij De Volkskrant. OSINT gaat volgens hem dan ook verder dan alleen factchecken. ‘Het is ook een manier om verslag te doen van iets waar je niet bij kunt zijn.’ Van Uffelen noemt als voorbeeld de boerenprotesten die uitmondden in de belaging van het huis van minister Van Der Wal. Met alle videobeelden die online stonden maakte De Volkskrant een uitgebreide reconstructie en kon nagegaan worden wie betrokken waren bij de escalatie. 

Bij De Volkskrant helpt een zeskoppig onderzoeksteam redacteuren met het achterhalen van informatie. ‘Vaak met data, maar bijvoorbeeld ook door enquêtes, wob-verzoeken of het doorgronden van KVK-materiaal.’ Twee van de zes teamleden hebben extra affiniteit met OSINT. Gedurende de eerste maanden van de oorlog in Oekraïne checkte ook De Volkskrant videobeelden en berichten op onwaarheden met behulp van OSINT-technieken. Bij de Volkskrant resulteerde dat in artikelen op de website.

De Volkskrant gebruikt de OSINT-methode overigens niet enkel sinds de oorlog in Oekraïne. Zo werd in 2021 verslag gedaan van de verdwijning van Oeigoerse moskeeën in China. Met openbare satellietbeelden, gesprekken met lokale bewoners en zelfgemaakte foto’s op locatie in China. 

OSINT op elke redactie

Van Uffelen vindt niet dat je van elke onderzoeksjournalist mag verwachten dat diegene zich specialiseert in OSINT-methodes, maar organisaties zouden meer mogen nadenken over hoe ze OSINT-technieken kunnen inzetten om informatie te achterhalen. Dat beaamt ook Muntz van Investico. Net als het schrijven van een WOB-verzoek kun je deze onderzoeksmethodes integreren in je redactie. ‘Op elke onderzoeksredactie zou wel iemand met OSINT bezig moeten zijn, maar niet iedereen hoeft zich erin te specialiseren,’ zegt Muntz. 

Toch kan elke journalist wat leren van de OSINT-technieken, vindt Henk van Ess. Van Ess geeft trainingen op journalistieke redacties, maar ook bij bedrijven en NGO’s, over het gebruik van online bronnen voor het vinden van informatie. ‘OSINT kan goed helpen bij het vinden van experts en bronnen buiten de standaard lijst met experts,’ zegt hij. Het zijn bijvoorbeeld vaak de lokale mensen die het beste kunnen vertellen over een situatie ter plekke, niet die ene deskundige uit de bellijst. 

‘Als de journalistiek OSINT-methodes niet omarmt, zullen ze links en rechts ingehaald worden door non-journalistieke instellingen,’ voorziet van Ess. Volgens hem zal een basiskennis over OSINT-methodes dus zeker bij de standaarduitrusting moeten horen. Het is bijvoorbeeld belangrijk om te snappen dat bij online onderzoek niet altijd alles hetzelfde werkt als in de traditionele journalistiek. ‘Een online bron, zoals een overheidswebsite, laat niet altijd meteen de informatie zien die je zoekt.’ Via de juiste online zoekopdrachten kun je volgens Van Ess veel meer informatie ontsluiten. ‘Veel mensen denken dat ze snappen hoe Google werkt, maar het zoeksysteem van Google is complexer dan je denkt.'

kan iedereen OSINT?

Kan iedereen zomaar OSINT-onderzoeker worden? Ja en nee, vindt Mulder. ‘Iedereen kan het, en veel mensen vinden het ook leuk, merk ik tijdens mijn workshops over OSINT. Maar volgens Mulder heb je doorzettingsvermogen nodig. ‘Soms ben ik een week bezig met het vinden van één ding.’ Ook mentale weerbaarheid is een aspect dat over het hoofd gezien kan worden. ‘Ik heb voor een onderzoek al honderd zelfmoordvideo’s gezien, het is belangrijk om daarover te praten en te weten hoe je daarmee om moet gaan.’ Muntz voegt daaraan toe dat de journalistiek niet teveel in techno-optimisme moeten vervallen. ‘OSINT is geen app, het is net als andere onderzoeksjournalistiek ook gewoon keihard werken.’

Voor dit artikel zijn meer nieuwsredacties benaderd. RTL Nieuws en Nu.nl zeggen op dit moment weinig tot geen gebruik te maken van OSINT-methodes. Van andere redacties is geen reactie ontvangen.

meer zoals dit