de diploma-elite: waarom de meritocratie een voedingsbodem voor populisme is

Niet klasse maar verdienste zal ieders positie in het leven bepalen. Op het eerste gezicht geen gek uitgangspunt, maar volgens Harvard-wetenschapper en politiek filosoof Michael Sandel is de meritocratie geen utopie, maar juist een tirannie. En de reden waarom er zoveel woede is tegen de elite.

vanaf zondag 29 juni te zien op ons YouTube-kanaal

Er waart al vele decennia een geloof door onze maatschappij. Een overtuiging die we misschien wel onbewust van links tot rechts met elkaar delen: de op het eerste gezicht onschuldige overtuiging dat we moeten studeren om hogerop te komen.

Want alleen zo zouden we de meritocratie bereiken. Een systeem waarin mensen hun positie niet langer aan afkomst of rijkdom ontlenen, maar eerlijk verdienen, door hard te studeren en werken.

En laten we wel wezen: de meritocratie was, niet onterecht, een aantrekkelijke utopie. Zeker na eeuwen van een wereld waarin afkomst juist allesbepalend was en studeren en hogerop komen alleen was weggelegd voor hen die sowieso al met een gouden lepel in de mond waren geboren.

Weg met de aristocratie, leve de meritocratie, waar iedereen gelijke kansen zou hebben aan de start, en zij die het verdienen allemaal zouden eindigen als winnaars. Maar volgens Harvard-wetenschapper en politiek filosoof Michael Sandel is de meritocratie helemaal geen utopie, maar juist een tirannie. En een van de redenen waarom fascisme nu zo welig tiert.

‘you can make it if you try’

Westerse politici riepen en roepen te vaak: ‘Dit is een land waar je, ongeacht uiterlijk of afkomst, kunt bereiken wat je wil, als je maar bereid bent te studeren en hard te werken. You can make it if you try.’

In Tegenlicht-aflevering De diplomakloof vertelt Sandel daarover: ‘Wat deze politici steevast over het hoofd zien, is de belediging die impliciet in dat zelfgenoegzame advies zit, namelijk: als je het moeilijk hebt en geen diploma behaalt, dan moet dat wel je eigen schuld zijn… Bij veel mensen leidde dat tot wrok en woede.’

Die woede groeide na de financiële crisis van 2008, toen diezelfde politici en partijen Wall Street redden, maar weinig deden om de ‘gewone’ huiseigenaren en werkende mensen te helpen. Sandel: ‘De deregulering van de financiële sector en de neoliberale versie van de wereldeconomie die deze partijen propageerden, waren niet het probleem.

Het probleem was de mens die niet hogerop wilde en geen universitair diploma had. Dat veroorzaakte terecht veel frustratie, en die frustratie voedde de populistische tegenreactie die we vandaag de dag zien.’

Donald Trump kon, verrassend genoeg, die woede aanboren omdat er zijn hele carrière lang op hem is neergekeken door de New Yorkse banken, door Wall Street, door de hogere klassen die hem verachtten en geen zaken wilden doen… ‘Hij is oprecht in zijn politieke grieven. Het is het enige authentieke aan hem. Het is een politiek, zoals hij het zelf omschrijft, van wraak en vergelding tegen die elites, waaronder de universiteiten, die op hem hebben neergekeken en die hij als vijandig tegenover zijn project beschouwt,’ vertelt Sandel.

Wat centrumlinkse partijen de afgelopen decennia hebben gemist, is een politiek van het algemeen belang, een politiek van gemeenschap, van erbij horen, van wederzijdse verantwoordelijkheid voor elkaar, stelt Sandel. ‘En ik denk dat er een honger naar gemeenschap is.’

Volgens de filosoof blijkt die honger onder andere uit de inzet van de immigratiekwestie door populistisch rechts: ‘Want wanneer verantwoordelijke politieke partijen geen taal van gemeenschap en erbij horen spreken, wanneer ze patriottisme overlaten aan hypernationalisten en extreemrechts, dan zal ook de honger van mensen naar gemeenschap en erbij horen worden gestild. Het wordt dan steeds makkelijker immigranten de schuld van hun problemen te geven.’

Sandel: ‘Dus in zekere zin pleit ik, zowel vanuit de onvrede van de democratie als vanuit de tirannie van verdienste, voor een politiek project dat enerzijds hogere eisen stelt aan economische regelingen die openstaan ​​voor zelfbestuur en effectiever omgaan met ongelijkheid.’