zomerpodcast

zo beïnvloedt netwerkcorruptie beleid in Nederland

Lousewies van der Laan, directeur van Transparency International Nederland, laat zien hoe corruptie in ons land sterk verweven is met onze bestuurscultuur. Hoe pakken we de ondoorzichtige lobbypraktijken en draaideurconstructies tussen politiek en bedrijfsleven aan?

Door Sarah Bish, 6 juli 2025

vanaf zondag 6 juli te zien op ons YouTube-kanaal en te beluisteren op alle grote podcastplatforms

Corruptie voelt als iets dat zich vooral afspeelt in landen ver van ons vandaan. Hoewel we iets zijn gezakt: Nederland staat steevast in de top tien van minst corrupte landen ter wereld. Van problematische omkooppraktijken hebben we in Nederland dus weinig last. Toch is dit niet het hele verhaal. 

‘In Nederland is corruptie subtieler en daardoor bijna vanzelfsprekend,’ vertelt Lousewies van der Laan, directeur van Transparancy International Nederland in de Tegenlicht podcast. ‘In Nederland is er sprake van netwerkcorruptie en beperkte transparantie over besluitvorming. Dit gaat in tegen het ideaal dat beleid het algemeen belang moet dienen, en niet dat van een rijke elite die lobbyisten kan inhuren.’   

Lousewies stelt dat bij beleidsvorming vaak niet duidelijk is wie aan welke touwtjes heeft getrokken. Als voorbeeld noemt ze de dividendbelasting die Rutte in 2018 plots wilde afschaffen, lees: een royale gift voor multinationals die de schatkist twee miljard euro zou kosten. De afschaffing stond in geen enkel verkiezingsprogramma. Wel had Rutte hierover per sms-contact gehad met de CEO van Unilever. Maar die berichten konden niet openbaar worden gemaakt, want Rutte had ze eigenhandig gewist. ‘Dan wil je weten: wie zit hierachter? Wie heeft met wie gesproken, en hoe vaak? Dat is niet goed geregeld in Nederland.’  

Van der Laan vindt het belangrijk dat we beseffen dat we ook in Nederland vatbaar zijn voor corruptie. Daarom zijn er meer en duidelijker regels nodig die corruptie tegengaan. ‘Zeker nu het vertrouwen in de politiek afneemt, en mensen zich afvragen of de overheid wel aan hun kant staat, beleid nog wel voor hen gemaakt wordt, moet er meer transparantie in de politiek worden afgedwongen.’  

verplicht lobbyregister

Een oplossing die Van der Laan aandraagt, is een verplicht lobbyregister. In een lobbyregister wordt bijgehouden welke organisaties contact hebben met bewindspersonen en welk beleid ze proberen te beïnvloeden. ‘Zo wordt helder wie met wie aan tafel heeft gezeten en kun je toetsen of het algemeen belang bij beleidsvorming leidend is geweest. Veel landen hebben al een lobbyregister, maar in Nederland geloven we dat we het zonder kunnen. Dat is een misvatting.’ 

In Brussel bestaat er al een lobbyregister, waardoor het een stuk gemakkelijker is om bijvoorbeeld de invloed van de olie-industrie op Europese klimaatwetgeving te onderzoeken. Uit het onderzoek Pipelines of Power blijkt bijvoorbeeld dat lobbyisten van de olie-industrie tussen 2019 en 2024 bijna dagelijks een afspraak hadden met iemand van de Europese Commissie, op momenten dat in Brussel grote besluiten over klimaat werden genomen. ‘Daar kan een organisatie als Milieudefensie natuurlijk niet tegenop boksen. Hoe kunnen we dan weten of het beleid wel is gemaakt om het algemeen belang te dienen en niet het deelbelang van de olie-industrie?’

Er zijn dus maatregelen nodig om ervoor te zorgen dat de politiek het belang van ons allemaal (blijft) dienen. Een daarvan is het lobbyregister, dat al hapklaar op de plank ligt. Toch weigert regering na regering ’m in te voeren. In 2024 adviseerde een onderzoeksrapport van de Universiteit Leiden om een verplicht lobbyregister in te voeren, maar dit advies werd door toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Uitermark in de wind geslagen. Lousewies: ‘Een jaar later werd besloten dat er nóg een onderzoek moest komen. Nederland is kampioen op het gebied van commissies en onderzoeken.’ 

Volgens Lousewies moet Nederland er nu toch echt aan geloven. ‘Mensen met macht hebben nu eenmaal de neiging voordeel te halen uit hun positie. Laten we daar niet moeilijk over doen, maar gewoon heldere afspraken maken — en die ook daadwerkelijk handhaven.’