Met de oprichting van de North American Free Trade Agreement (NAFTA) in januari 1994 vormen Canada, Mexico en de Verenigde Staten het grootste vrijhandelsgebied in de wereld. Door het creeëren van economische groei en meer welvaart zou de NAFTA de migrantenstroom vanuit Mexico naar de Verenigde Staten moeten verminderen. Maar nog steeds steken Mexicanen massaal de grens over.

Een groeiende economie en meer welvaart. Dat was het verwachte voordeel van de NAFTA voor Mexico. De neo-liberale redenering hierachter is eenvoudig. Door handelsbarrières weg te nemen, worden multinationals gestimuleerd over de grens te gaan produceren. Op zoek naar lage lonen treffen ze in Mexico een gunstig investeringsklimaat. Voor Mexico betekent de komst van buitenlandse investeerders werkgelegenheid en economische groei.

Ook de Amerikanen zagen in NAFTA een belangrijk voordeel. Door een groeiende welvaart in eigen land, zo luidde het aantrekkelijke argument van de VS, zullen Mexicanen niet meer massaal naar de Verenigde Staten trekken op zoek naar een betere levensstandaard.

Toch blijft dat verwachte voordeel voorlopig uit. Tussen 1990 en 2000 steeg het aantal inwoners van Mexicaanse afkomst in de Verenigde Staten met 80 procent. Jaarlijks komen ongeveer een half miljoen Mexicanen naar de Verenigde Staten waarvan meer dan de helft zonder geldige verblijfsvergunning. Heeft NAFTA gefaald?

Het antwoord is niet eenduidig. Over het algemeen heeft NAFTA in Mexico gezorgd voor economische groei. Maar die groei is veel minder groot dan verwacht en de Mexicaanse arbeidersklasse heeft er bovendien nauwelijks van geprofiteerd. Terwijl deze klasse nu juist zijn heil zoekt in de Verenigde Staten.

Een belangrijke factor die van invloed is geweest op het tegenvallende resultaat van NAFTA voor Mexico is de benoeming van China als volwaardig lid van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in 2001. Na de oprichting van NAFTA beginnen veel Amerikaanse multinationals een bedrijf in het noorden van Mexico. Vanuit het hele land komen Mexicanen werken bij deze zogenaamde maquiladoras. Maar met de opkomst van China als economische wereldmacht gaan Amerikaanse investeerders zich massaal op China richten waar de lonen nog lager liggen. Veel maquiladoras gaan failliet en Mexicaanse arbeiders die ver van huis werkloos achterblijven, besluiten vervolgens in Amerika op zoek te gaan naar werk.

Naast de concurrentie van China op de wereldmarkt neemt Mexico ten opzichte van de Verenigde Staten een underdog-positie in. De VS verkeert in de machtige positie om protectionistische maatregelen op te leggen als dat haar uitkomt. Vooral Mexicaanse boeren zijn hiervan de dupe. Zij kunnen met hun prijzen onmogelijk concurreren met de zwaar gesubsidieerde Amerikaanse landbouwproducten. Ondanks de open grenzen en het wegnemen van handelsbarrières is er van eerlijke concurrentie dus nog geen sprake.

Vanzelfsprekend heeft ook Mexico een aandeel in het uitblijven van het grote NAFTA-succes. In haar beleid van verstedelijking heeft de Mexicaanse overheid de financiële overheidsbijdrage aan Mexicaanse boeren drastisch verlaagd. Daarnaast is de Mexicaanse economie zeer corrupt. Er is een kleine groep die uitzonderlijk rijk is, maar de rest van de bevolking profiteert niet mee van de welvaart. Binnenlandse hervormingen zijn nodig om de welvaart gelijkwaardiger te verdelen.

Zolang het verschil in levensstandaard in Mexico en de Verenigde Staten echter dusdanig groot blijft, zal er geen einde komen aan de Mexicaanse migrantenstroom. De resultaten van de NAFTA hebben aangetoond dat alléén vrijhandel in ieder geval niet voldoende is om de welvaartskloof te dichten.

Door Imke van Hoorn