Het Kremlin blijft smadelijk beweren dat schaker/politicus Garry Kasparov wordt gefinancierd door dissidente Russen in Londen. De Engelse hoofdstad is van oudsher een toevluchtsoord van revolutionairen in ballingschap.

door Patrick van Ijzendoorn

In de Londense Royal Academy of Art is momenteel de expositie From Russia:
French and Russian Master Paintings 1870–1925 from Moscow and St. Petersburg te zien. Voor het eerst hebben de meest prestigieuze Russische musea hun Van Goghs, Gauguins en Renoirs uitgeleend. Twee maanden geleden zag het er echter naar uit dat de tentoonstelling helemaal niet door zou gaan. De Russische regering hield de uitleen aanvankelijk tegen. Officieel was dat uit angst voor rechtszaken over de eigendomsrechten van bepaalde werken, maar op de achtergrond speelde de natuurlijk ‘koude oorlog’ tussen Londen en Moskou mee. Deze verhevigde eind januari nog verder toen kantoren van de British Council in St. Petersburg en Jekaterinaburg werden gesloten, een actie waarbij de diplomaat Stephen Kinnock, zoon van de voormalige Eurocommissaris Neil Kinnock, zelfs als verdachte van belastingontduiking op het politiebureau belandde. Het lijkt allemaal deel uit te maken van de verkiezingsstrijd tussen Poetin en de officieuze oppositie in haar Londense ‘ballingschap’.

Vladimir Poetin ziet de Russische enclave in Londen als een gevaar voor zijn regime. De Russische president blijkt daarmee zijn klassieken te kennen. Van oudsher heeft de Britse hoofdstad een aantrekkingskracht uitgeoefend op revolutionairen in ballingschap. In relatieve anonimiteit – iedereen is er bezig met geld verdienen – konden ze daar samenzweringen organiseren en couppogingen voorbereiden. Lenin was aan het begin van de vorige eeuw bijvoorbeeld een vaste bezoeker van de British Library, waar zijn geestelijk vader Karl Marx enkele decennia eerder Het kapitaal en Het communistisch manifest had geschreven.

Chelsky
Een kapitalistisch, hedendaags achterneefje van Lenin is de miljardair Boris Berezovski, die tegen iedereen die het maar horen wil verkondigt dat de verlichte dictatuur van Poetin omver moet worden geworpen, goedschiks danwel kwaadschiks. ‘Ik bereid een nieuwe Russische revolutie voor,’ zo liet hij The Guardian vorig jaar nog weten. Berezovski, groot geworden in onder andere de autohandel, de olie en de media, is een van de oligarchen die zich de afgelopen tien jaar in Londen hebben gevestigd. Bekende vip-immigranten zijn de Wit-Russische aluminiumtsaar Oleg Deripaska en de olieboer Roman Abramowicz, eigenaar van voetbalclub Chelsea, of beter: Chelsky. Waar Parijs de favoriete bestemming was voor de rijke aristocraten onder de tsaar, is Londen tegenwoordig een tweede vaderland voor de zakenlieden die optimaal wisten te profiteren van Boris Jeltsins veiling van staatseigendommen. De voordelen van ‘Moskou aan de Theems’ zijn legio: het is op slechts drie uur vliegen van Moskou, het is hét handelscentrum van de wereld, het uitgaansleven is afgestemd op de nouveaux riches, het rechtssysteem is ondernemersvriendelijk, er is een grote mate van persvrijheid, de belastingdruk voor de buitenlandse rijken is nihil en de voetbalcompetitie is ‘hot’. Duizenden andere Russen zijn in de voetsporen van de oligarchen getreden zodat er inmiddels tal van Russische kranten, markten en orthodoxe kerken in Londen staan. Grote advocatenkantoren leven van al het ‘Russische geld’ en de huizenprijzen zijn door de Russische invasie over de hele breedte gestegen.

Vluchteling
Naast geld en wodka zijn ook politieke problemen met de Russen meegekomen. Na hem aanvankelijk te hebben gesteund, is Berezovski zes jaar geleden in onmin geraakt met Poetin. Volgens hem heeft de president zich stap voor stap ontwikkeld tot alleenheerser door eerst alle politieke macht te grijpen, vervolgens de mediavrijheid aan banden te leggen (dit onder andere ten koste van Berezovski’s kranten en televisiestations) en tenslotte de economie te ‘nationaliseren’. Dat laatste ging ten koste van de arrestatie van de allerrijkste oligarch, Michail Chodorovski, die nu een jarenlange gevangenisstraf uitzit. Berezovski wist aan dat lot te ontkomen door zich als politiek vluchteling te vestigen in het Verenigd Koninkrijk, dat hem consequent weigert uit te leveren aan Rusland. Vanuit zijn landgoed in graafschap Surrey financiert hij oppositiegroepen, waarbij hij onder meer samenwerkt met mensenrechtenactivisten en de filantroop/speculant George Soros. Berezovski speelde een ondersteunende rol bij de Oranjerevolutie in de Oekraïne.

Paraplu
Berezovski is al een keer ontsnapt aan een moordaanslag, eentje waarbij zijn chauffeur werd onthoofd. Minder gelukkig was zijn Georgische vriend en collega-miljardair Arkadi Patarkatsishvili die afgelopen maand in zijn Engelse landgoed op verdachte wijze overleed. Dat de Russische geheime dienst Berezovski liever dood dan levend ziet, werd bevestigd door voormalig spion Alexander Litvinenko die naar eigen zeggen de opdracht had gekregen om Berezovksi te vermoorden. In plaats van deze opdracht uit te voeren, liep hij over. Eind 2005 werd hij met een radioactieve substantie gedood in een Sushi-bar aan Piccadilly, op steenworp afstand van, uitgerekend, de Royal Academy of Art. Dit voorval deed niet alleen denken aan de verhalen omtrent de fameuze ‘ace of spies’ Sidney Reilly, bekend van de prachtige televisieserie met Sam Neill, maar ook aan de politieke moord, in 1978, op de Bulgaarse dissident Georgi Markov, die op Waterloo Bridge met een paraplu in zijn been werd gestoken en een paar dagen later overleed. De Britse politie is ervan overtuigd dat geheim agent en playboy Andrei Lugovoi achter de aanslag op Litvinenko zit, maar Rusland weigert hem uit te leveren. Sterker, hij bekleedt nu een prominente rol in de Doema, het Russische Lagerhuis. Tegenover de Britse pers heeft Lugovoi laten weten dat hij Londen erg mist, vooral het voetbal en de kledingwinkels.

Tegenlicht
Schaker/politicus Garry Kasparov bewaart goede herinneringen aan Londen. Hier speelde hij halverwege jaren tachtig het eerste deel van de tweekamp met Anatoly Karpov waarin hij de wereldtitel veroverde, en in 1992 verdedigde hij deze titel er met succes tegen de lokale held Nigel Short. Voor de politicus Kasparov heeft de Britse hoofdstad echter geen speciale betekenis, al blijft het Kremlin smadelijk beweren dat deze bekende opponent van Poetin hier zijn suikeroompje heeft zitten in de persoon van Berezovski. Documentairemakers Allard Detiger en Masja Novikova mochten Kasparov anderhalf jaar volgen, tijdens zijn onmogelijke politieke strijd binnen en buiten Rusland. Het resultaat is te zien bij Tegenlicht. Op allerlei manieren probeert de Russische overheid Kasparov het leven onmogelijk te maken. In het voorjaar van 2007 arresteerde de politie hem zelfs tijdens een demonstratie, waarna collega-schaker Anatoly Karpov pogingen ondernam om zijn oude aartsrivaal vrij te krijgen. In zijn autobiografie – treffend vertaald als Hoog spel – noemde de charismatische schaker zijn weg naar de wereldtitel ooit ‘de beklimming van de Olympus’. Het is niets vergeleken bij de hindernisbaan richting het Rode Plein.

Uit: VPRO Gids 9