Een ABC van de terminologie uit de financiële wereld.

A
Account deficit
Amerikaans voor 'tekort op de betalingsbalans'. Gaat vaak vergezeld van de toevoeging 'current', om de actuele stand aan te geven. Ligt in de VS momenteel op ongeveer 700 miljard per jaar. Dat is ruim 6% van het BNP. Bedenk daarbij dat het IMF (International Monetary Fund) landen in de regel adviseert om het tekort op hun betalingsbalans niet verder te laten oplopen dan 3%.

Authorized dealers
term voor handelshuizen, banken of investeringsmaatschappijen die zijn toegelaten tot de internationale valutahandel. In de Tegenlicht-aflevering bijvoorbeeld ook Euro Pacific Capital, het bedrijf van groot-investeerder Peter Schiff.

B
Base currency
De valuta waarin een handelaar de waarde van zijn portfolio uitdrukt. Vaak, maar niet altijd, is dat de Amerikaanse dollar.

Betalingsbalans (tekort op)
Het overzicht van alle transacties die in een bepaalde periode hebben plaatsgevonden tussen één land en andere landen. De balans wordt samengesteld door een optelsom te maken van een aantal deelrekeningen: de lopende rekening, de handelsbalans, de financiële rekening en de vermogenoverdrachtsrekening. Normaliter leidt een tekort op de betalingsbalans tot inkrimping van de deviezenvoorraad. Maar de huidige wereldreservemunt dollar wordt nu eenmaal in Amerika (bij)gedrukt, dus...

Big figures
Term voor de eerste twee cijfers-achter-de-komma in de koerswaarde van een munt. Als de dollar bijvoorbeeld op 1,1724 euro staat,wordt met de big figures 17 bedoeld. De 3e en 4e decimaal, 24 dus, vormen de small figures. Valuta-handelaren drukken koersen altijd uit in 4 decimalen. Een verandering van het eerste decimaal is een regelrechte aardverschuiving: soms kan wekenlang geen verandering optreden in de stand van de big figures.

BNP oftewel Bruto Nationaal Produkt (Engels: Gross Domestic Product)
De totale bruto toegevoegde waarde die in een bepaald jaar binnen de landsgrenzen wordt gegenereerd, plus het saldo van de uit het buitenland ontvangen primaire inkomens. Wordt doorgaans gehanteerd als graadmeter voor de stand van de economie in een land. De VS heeft op dit moment een BNP van ongeveer 11,75 triljoen dollar.

Bretton Woods, 1944
Tijdens deze conferentie werden beslissingen genomen om de grote wereldeconomieën, die door de crisis van de jaren dertig en de oorlog ernstig in verval waren geraakt, weer op de been te krijgen en te houden. Op de conferentie werd afgesproken om verschillende valuta aan de dollar te koppelen. De dollar werd op hetzelfde moment gekoppeld aan de goudprijs. De beslissing markeerde de overgang naar een directe koppeling van alle deviezen met de intrinsieke waarde aan goud, naar een indirecte koppeling waarin de dollar de centrale rol ging spelen.

C
CAPITAL RATIO (kapitaal ratio):
Bij banken drukt de kapitaalratio de verhouding uit tussen het daadwerkelijk bezit van kapitaal en het totaal aan uitgeleend en uitgezet kapitaal.Sjieker gezegd: verhouding tussen het kapitaal van een bank en de zgn. risicogewogen activa. Van het eerste (bv. tegoeden en spaargelden-in-huis) ben je zeker; van het tweede is het tot op zekere hoogte altijd maar afwachten. Bijvoorbeeld als klanten hun hypotheekrente en/of -aflossing niet meer kunnen voldoen.

CDOs (collateralized debt obligations):
Een type obligatie met onderpand, zoals een hypotheek of creditcard lening. De CDOs worden gebundeld in verschillende pakketjes, ook wel ‘tranches’ genoemd, die verschillende risico’s met zich meebrengen en aan verschillende investeerders verkocht worden. Op een pakketje met veel risico wordt een hoge rente betaald, op een pakketje met een laag risico een lage. Beleggers kunnen zelf kiezen voor een ‘zeer veilige’ belegging of een ‘riskante’ belegging, afhankelijk van hun bereidheid tot risico. Het voordeel van CDOs voor de uitgevende instelling, zoals een hypotheekbank, is dat zij hun risico’s kunnen bundelen en doorverkopen. De risico’s worden op deze manier verspreid over verschillende beleggers.

Centrale Bank
Houdt in een land toezicht op alle andere banken. Daarnaast geeft de Centrale bank ook de munteenheid uit, en bepaalt het de rentestand. In feite waakt de Centrale Bank over de monetaire politiek van een nationale staat.

CEO (Chief Executive Officer):
De hoogste directeur van een bedrijf die soms wordt bijgestaan door ‘lagere’ directeuren in het bedrijf, zoals de CFO.

CFO
Chief financial officer. Hoofd financiën van een onderneming. Is binnen de Raad van Bestuur verantwoordelijk voor kwartaalcijfers en financieel beleid. Naast vice-president de huidige functie van Cees Maas bij ING.

D
Deflatie
Tegengestelde van prijsinflatie. Over de hele linie dalend algemeen prijsniveau.
Depreciatie: wanneer wisselkoersen door vraag en aanbod worden bepaald en vrij bewegen, noemen we het minder waard worden van een valuta tegenover een andere depreciatie. In een systeem van vaste wisselkoersen wordt van devaluatie gesproken.
Derivaten (letterlijk: 'afgeleiden') producten in de geldmarkt die geen directe contante waarde vertegenwoordigen. Zo is een aandeel geen derivaat, maar een optie op dat aandeel wel.

Devaluatie
Een bewuste waardeverlaging van de eigen munt. Alleen de overheid of de centrale bank kan besluiten tot een devaluatie. Het voordeel is dat na de devaluatie de producten van het land in kwestie in het buitenland goedkoper worden; het bevorderd de export, terwijl het tegelijkertijd de import verminderd; buitenlandse producten worden immers duurder.

Deviezen
Buitenlandse betaalmiddelen.

DNB oftewel De Nederlandse Bank
Centrale Bank van het Koninkrijk der Nederlanden. Werd in 1814 opgericht door Koning Willem I. Is sinds 1999 onderdeel van de EMU en ressorteert onder de ECB. Heeft sindsdien geen zelfstandige geldpolitieke functie, maar voert de geldpolitiek uit die door de ECB wordt bepaald. Nationale Bank-directeuren (in Nederland is dat momenteel Nout Wellink) worden nog wel in de besluitvorming betrokken.

Dumpen
Aanbieden onder de heersende prijs. Net als bij goederen en grondstoffen is het mogelijk om een bepaald volume in een valuta op de geldmarkt aan te bieden tegen een aanzienlijk lagere koers. Heeft vaak een koersverlagend effect. In het Tegenlicht-script dumpt een onbekende marktpartij een grote hoeveelheid dollars.

E
ECB, Europese Centrale Bank.
Bewaakt sinds 1999 de waarde van de euro en coordineert de Europese geldpolitiek. Gevestigd te Frankfurt; staat onder leiding van de Fransman Jean-Claude Trichet, opvolger van wijlen Wim Duisenberg, de eerste ECB-directeur.

Ecofin
Maandelijkse bijeenkomst van de Europese Ministers van Financiën.

Effecten
Verzamelnaam voor aandelen en obligaties. De koersvorming van beursgenoteerde effecten vindt dagelijks plaats via de afstemming van vraag en aanbod.
EMU: Europese Monetaire Unie. Werd voorbereid sinds 1992 en trad in werking vanaf januari 1999. Resulteerde in de euro.

Equity
Verwijst naar de wereld van de aandelen ('currency' verwijst naar valuta)

Euro
Gezamenlijke munt van de Europese Unie. In de financiële dienstverlening wordt gesproken van Euroland of 'de Eurozone'. Bij de lancering van de euro werd de koers ten opzichte van de dollar vastgesteld op 1,17. Dat betekent dat 1 euro evenveel waard was als 1 dollar 17 dollarcent. Dat is na twee grote golfbewegingen (tussen 1999 en 2003 was de dollar sterker, tussen 2003 en 2005 lag de waarde van de euro boven die beginkoers) weer de huidige koers. De euro begon als munt van 15 landen; dit wordt geleidelijk uitgebreid.

F
Federal Reserve
Amerikaanse Centrale Bank

Fluctuaties
Koersschommelingen. Zie onder wisselkoers.

Foreign exchange
Afgekort Forex (of soms FX). De beurs waarop valuta worden verhandeld.

FOREIGN EXCHANGE INTERVENTION (steunaankoop):
Het opkrikken van de wisselkoers van een munt door centrale banken als reactie op een extreme waardedaling van de munt. Komt vooral voor tussen landen wiens munten gekoppeld zijn (bijvoorbeeld 'pegged to the dollar', zoals de 6 Golfstaten zijn). Wanneer de wisselkoers van een munt de officieel vastgestelde koersverhouding tussen twee valuta (de spilkoers) dreigt te overschrijden en onder de toegestane bandbreedte van de spilkoers dreigt te komen kunnen de banken ingrijpen door het doen van steunaankopen. Dit werkt als volgt: op de internationale geldmarkt kopen centrale banken extra veel van de desbetreffende munt op, waardoor de vraag stijgt en de waarde van de munt verhoogd wordt. Oftewel: hoe meer er opgekocht wordt, hoe 'schaarser' de munt wordt en hoe meer de koers van de munt stijgt.

Futures
Derivaat dat waardes toekent aan toekomstige (koers)ontwikkelingen.

G
Goudstandaard
Monetair systeem waarbij de waarde van een munt altijd wordt gedekt door de goudvoorraad van het land. Ontstond in de 19e eeuw, en eindigde (in geval van de wereldreservemunt dollar) in 1971, toen president Nixon de goudstandaard losliet.

Greenback
Koosnaampje voor de dollar

H
Handelsbalans
Verhouding tussen de totale im- en export naar/vanuit een land.

Hedge fund
Investeringsfonds met een specifieke strategie, gericht op het minimaliseren van het risico en het maximaliseren van de winst. Een hedge fund doet dit meestal door naast een investering een tegenovergestelde investering uit te zetten, voor het geval de markt de andere kant op beweegt. Voor deelname aan een hedge fund (to hedge = indekken, waarborgen) moet meestal wel meer dan een miljoen (kunnen) worden ingebracht.

I
Inflatie
Geldontwaarding. Het verschijnsel dat geld steeds minder waard wordt. Zo zal een pak melk van 1 euro volgend jaar 1,02 euro worden. Een normaal percentage van inflatie is tussen de 2 en 3 procent op jaarbasis. Zowel te weinig als teveel inflatie is slecht voor de economie.

K
Krach
Grote financiële crisis. Bekende jaartallen zijn onder andere 1929 en 1987.

L
LBOs (leveraged buy-outs) (hefboomeffect):
Uitkoop-methode waarbij een bedrijf wordt overgenomen met voornamelijk geleend geld. Dit geleende geld zal later door het overgenomen bedrijf moeten worden terugbetaald. Het bedrijf bezit dus bij overname enorme schulden, waarvan de eigen activa als onderpand dienen. LBOs worden vooral gebruikt door private equity firma’s om bedrijven over te nemen. Na een reorganisatie van het bedrijf worden delen van het bedrijf vaak weer doorverkocht om de leningen af te kunnen betalen en winst te maken. Een voorbeeld van het gebruik van LBOs: bedrijf A legt zelf 1 miljoen dollar in en leent 4 miljoen dollar bij om bedrijf B voor 5 miljoen dollar te kunnen kopen. Wanneer de marktprijs van bedrijf B flink gestegen is verkoopt bedrijf A delen van bedrijf B weer door, waarna bedrijf A zijn 4 miljoen dollar schuld kan afbetalen en zonder risico winst kan maken op bedrijf B. (bron: Morris 2008; p. 61)

Leverage
Letterlijk: hefboomwerking. Verwijst naar de slagkracht van een ingenomen positie. Hangt sterk af van het totaalbedrag waarmee de positie wordt ingenomen, en dat is vaak weer afhankelijk van het geleende geld waarmee de investeerder of geinstitutionaliseerde belegger in dit geval kan werken. Instellingen met een hoge leverage hebben een hoog faillissementsrisico (afhankelijk van hun vermogen om schulden te maken of verliezen te incasseren). Bij hoge leverage wordt het aantrekken van nieuwe (mede)leners moeilijk. Anderzijds kan leverage bij goede resultaten het rendement ('shareholders return') ook proportioneel doen toenemen.

Liquiditeit
Coefficient waarmee uitgedrukt wordt in welke mate bijvoorbeeld banken aan hun verplichtingen ten opzichte van andere banken en clienten kunnen voldoen.

M
Mandje
De samenstelling van verschillende valuta waarmee een investeerder zijn risico spreidt. Zo kan een handelaar een mandje hebben met daarin de yen, de Thaise baht en de Chinese yuan. Ook komt het voor dat een klein aantal valuta middels de Centrale Banken met elkaar een mandje vormen ten opzichte van één of meerdere ander munten (al dan niet met een bepaalde fluctuatie-bandbreedte).

MORTGAGE BACKED SECURITIES:
Securisaties op basis van hypotheken. Securisatie is het onderbrengen van activa, bijvoorbeeld projecten of hypotheken, in een fonds waardoor individuele risico's beperkt worden en waardoor financiering eenvoudiger c.q. goedkoper kan. Wordt ook wel omschreven als 'verhandelbare pakketjes hypotheekschulden'.

O
Obligaties
Waardepapieren waarin bijvoorbeeld een staat een lening uitschrijft. Van staatsobligaties van de VS ligt een flink aantal in kluizen over de hele wereld.

Opties
Een overeenkomst tussen twee partijen, de koper en de verkoper (schrijver). Twee soorten: put en call. Worden verhandeld op de optiebeurs.

P
Pegging
Wanneer een land de waarde van de nationale munteenheid koppelt aan die van een ander land, bijvoorbeeld de dollar. Hierdoor kan bijvoorbeeld een arm land voorkomen dat de waarde van de munt nog verder daalt. Nadeel is dat de toekomst van het land ook in handen ligt van het monetaire beleid van het land waaraan de munt gekoppeld is.

Pond (Britse Pond)
Munteenheid van het Verenigd Koninkrijk. Was ooit, in tijden van Brittania Rules the Waves, dé wereld(reserve)munt. Totdat de Amerikaanse dollar die functie overnam, en het tijdperk van de Goudstandaard begon. Het Pond heeft sinds 1992 nog een stevig appeltje te schillen met grootbelegger George Soros. Zijn aanval op de pond geldt nog steeds als hét schrikbeeld voor elke Centrale Bank: wie met zeer veel geld kan handelen, zou in potentie met slimme, snelle en onverwachte manoeuvres één bepaalde munt kunnen doen ineenstorten.

Posities
Het totale bezit van lopende biedingen op valuta's die instellingen of particulieren op een bepaald moment hebben (uitstaan).

PRIVATE EQUITY FIRMS (opkoopfondsen):
Investeringen in ondernemingen die niet beursgenoteerd zijn. Het geld voor de investering is verzameld uit privaat vermogen in plaats van publiek vermogen, zoals bij beursemissies het geval is. Verschillende grote bedrijven, waaronder de ‘Carlyle Group’ en ‘Goldman Sachs Principal Investment Area’, investeerden een groot deel van hun vermogen in niet-beursgenoteerde ondernemingen. Voor de financiering van de overnames gebruiken opkoopfondsen grote bedragen geleend geld, de LBO’s. Het doel van opkoopfondsen is om de bedrijven, of delen van de bedrijven, die ze met geleend geld gekocht hebben, binnen twee tot zeven jaar met winst door te verkopen.

R
Rentepolitiek
Langs de weg van de (Europese) Centrale Bank hebben overheden middels het periodiek vaststellen van de rente (verhogingen of verlagingen van een kwart of een half procent) een wapen -hun enige- in handen om de gang van zaken op de commerciële geldmarkt te beinvloeden, en daarmee zaken als inflatie, investeringen en economische groei.

Revaluatie
Door de overheid genomen beslissing tot het verhogen van de wisselkoers. In het geval van de dollar zou een revaluatie van de yuan een wonderoplossing moeten bieden voor de onhoudbare stijging van de Amerikaanse betalingstekorten en tegelijkertijd de euro uit de wind moeten zetten. Maar een yuan-appreciatie vertoont ook weer manifeste nadelen.

S
Short gaan
Een positie innemen waarbij winst wordt gemaakt als de markt omlaag gaat.

SOVEREIGN WEALTH FUNDS (staatsfondsen):
Beleggingsfondsen die direct of indirect door een overheid beheerd worden. Vaak zijn het door olie rijk geworden overheden uit het Midden-Oosten en Aziatische groot-exporteurs die beleggingsfondsen in het Westen gedeeltelijk beheren en controleren. Zij hebben veel zeggenschap over het beleggingsbeleid van deze fondsen. In de Tegenlicht-aflevering ‘Sponsors voor Uncle Sam’ wordt de vraag gesteld of de invloed van staatsfondsen uit het Midden-Oosten op Amerikaanse bedrijven een werkelijke bedreiging vormt of een logisch gevolg is van de huidige (omgekeerde) globalisering, en of ze überhaupt wel invloed (willen) hebben. Hierover zijn de meningen verdeeld.

Spike
Sterke verandering in de koers van een munt, die niet te verklaren is door gewone flucuaties in de waarde.

Spot price
De huidige marktwaarde. Niet te verwarren met spotprijs.

Staatsobligaties
Leningen die nationale staten uitschrijven om de staatsschuld te financieren.
Staatsschuld
Totaal van de uitstaande leningen van een staat, vaak gefinancieerd met staatsobligaties. De vlottende staatsschuld betreft leningen met een looptijd van twee jaar of minder. Bij de vaste schuld gaat het om een looptijd van langer dan twee jaar.

Subprime-hypotheken
Risicovolle hypotheken voor minder draagkrachtige huizenkopers. Eenvijfde van de Amerikaanse hypotheekmarkt bestaat uit dit type hypotheken. Het zijn deze hypotheken die voor een crisis in de sector hebben gezorgd.

Swaps
Ruiltransacties die geschieden op een internationale financiële markt, waarbij valuta of leningen of andere geldmarkt-produkten gedurende de looptijd, of een deel van de looptijd, tegen elkaar worden geruild.

T
Termijnmarkt
Net als bij grondstoffen kent ook de geldmarkt termijnenhandel. Op de termijnmarkt voor valuta's worden contracten afgesproken voor koop of verkoop tegen een nu vastgelegde wisselkoers (de termijnkoers) met levering over bijvoorbeeld drie maanden. De reden om zulke termijndollars te kopen kan zijn dat men over zeg drie maanden een betaling in dollars moet doen aan een afnemer. De termijntransactie neemt het risico van een eventuele dollarkoersstijging weg. Omgekeerd kan men termijndollars kopen omdat men over drie maanden een betaling in dollars zal ontvangen. De termijnverkoop bevrijdt de verkoper van het risico van een daling van de dollarkoers.

Thesaurier-Generaal
is in Nederland een top-functie binnen het Ministerie van Financiën. Letterlijk betekent de uitdrukking 'algemene schatkistbewaarder'. Cees Maas was het, voorafgaand aan zijn carriere bij ING.

Trade deficit
Engels voor handelsbalans. In de VS bedraagt het huidige tekort op de handelbalans zo'n 60 miljard per jaar.

Traders
Handelaren. In opties, aandelen of valuta.

Treasury bonds
zie staatsobligaties

V
Virtuele economie
Wordt onderscheiden van de reeële economie. De reeële economie is de economie van produkten, van verhandel- en vervoerbare tastbaarheden. De virtuele economie omvat de beleggersposities die vanuit deze reeële economie ooit zijn en nog worden ingenomen. Experts schatten de omvang van de virtuele economie al op 5 x zo groot als de reeële.

Volume
Het totale verhandelde bedrag aan valuta over een bepaalde periode. De omvang van de handel in valuta overstijgt die van de handel in aandelen ruimschoots. Waar de handel in valuta via de Forex op een bepaalde dag 1,5 biljard betreft, is de handel op de Amerikaanse aandelenbeurs AEX dezelfde dag 16 miljard, en op de aandelenbeurs in Londen 11 miljard.

W
Whipsaw
Een sterke prijsverandering wordt vaak gevolgd door een sterke beweging de andere kant op. Maar niet altijd.

Wisselkoers
Weerslag van de heersende verhoudingen in de valutamarkt, dus in die zin niet anders dan de prijs van appels of computers. Wordt uitgedrukt in de waarde van een bepaalde munt ten op zichte van een andere munt. Dus dollar-euro, euro-dollar, dollar-yen, yen-dollar etc. Wisselkoersen kunnen drie gedaaltes aannemen: zwevend, beheerst zwevend of vast.
Nota bene: in de uitzending loopt de wisselkoers van de dollar in dollar-euro op naarmate de waarde van de dollar verder daalt. Als de waarde van de dollar minder wordt, krijg je er immers méér van voor 1 euro. Uiteraard zijn wisselkoersen dagkoersen; ze weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de strukturele internationale verhoudingen.

Y
Yard
Slang voor miljard

Yen
Japanse munt. Was jarenlang de belangrijkste muntsoort van Azië (en is nog steeds de betrouwbaarste), maar vanwege economische successen zijn China en India in opkomst.

Yuan (officieel yuan renminbi)
Chinese munt. Is slechts beperkt verhandelbaar, want wordt door de overheid grotendeels buiten het internationale monetaire verkeer gehouden.

Z
Zakenbank
Term wordt gebruikt als onderscheid met Centrale Bank of met een commerciële bank. Het fenomeen zakenbank komt eiegenlijk alleen voor in de VS. Een zakenbank valt niet onder het toezicht van de FED, zoals een gewone, commerciele bank, maar onder dat van de beurstoezichthouder SEC.

Zwevende wisselkoers
Koers die zonder ingrijpen van de Centrale Bank geheel wordt overgelaten aan vraag en aanbod op de valutamarkt