Trademark 2010 van Rudi Boon en het boek De droom van Zuid-Afrika van Floor Milikowski en Evelien Hoekstra vertellen in grote lijnen hetzelfde verhaal: het keiharde businessmodel van de Fifa laat de plaatselijke bevolking weinig armslag om ook te profiteren. Een gesprek met auteur Floor Milikowski.

Wat levert een sportgebeurtenis als het WK voetbal nu daadwerkelijk op voor een land? Tegenlicht onderzoekt in Zuid-Afrika de kansen van de kleine lieden die hun inkomen verdienen in de informele economie, en die zichzelf uit hun armoede hopen te trekken met een once-in-a-lifetime opportunity als dit WK. Maar de Fifa hanteert strikte regels. De verkopers, transportbedrijfjes, bed & breakfasts in townships, kunstnijverheidhandelaren en zelfbenoemde gidsen, allemaal krijgen ze te maken met onwrikbare reglementen. Tickets, accommodatie, transport, marketing, vergunningen en allemaal activiteiten in en om de stadions: de wereldvoetbalorganisatie beheert de complete inkomstenketen van de World Cup.

Zuid-Afrika leeft volop toe naar het wereldkampioenschap voetbal van 2010. Zal het wk inderdaad de economische verbetering brengen die wordt beloofd? De Tegenlicht-documentaire Trademark 2010 van Rudi Boon en het boek De droom van Zuid-Afrika van Floor Milikowski en Evelien Hoekstra, eerder deze maand gezamenlijk gepresenteerd in het Amsterdamse cultuurcentrum Felix Meritis, vertellen in grote lijnen het zelfde verhaal: het keiharde businessmodel van de Fifa laat de plaatselijke bevolking weinig armslag om ook te profiteren. Een gesprek met auteur Floor Milikowski.

'It's Time' is de officiële slogan van het WK 2010. Wat wordt daarmee bedoeld?

'Zuid-Afrika is lang geïsoleerd geweest door de apartheid en kampt daardoor met een minderwaardigheidscomplex; het wk wordt aangegrepen om de wereld te laten zien dat Zuid-Afrika nu een land is dat meetelt. Wij kunnen ook zulke stadions bouwen, kijk maar.' Het rechtzetten van een onaangenaam verleden is de informele agenda van het WK, schrijven jullie. 'Zuid-Afrika wil graag af van het slechte imago als land van hoge criminaliteit en aids wat helaas realiteit is. Maar die ambitie is zo groot dat het de gedane beloftes aan de eigen bevolking wat betreft verbetering van leefomstandigheden en armoedebestrijding heeft verdrukt. Zoals het er nu uitziet heeft de lokale bevolking helemaal niets aan het wk. De meesten kunnen de dure kaartjes voor de wedstrijden niet betalen, en er wordt in de townships helemaal niets voor ze georganiseerd. Ongelooflijk, maar waar. Er zouden bijvoorbeeld voetbalveldjes worden aangelegd, maar op een enkele uitzondering na, waar dan enorm veel aandacht aan wordt besteed, komt er niets van terecht. En de veldjes die er lagen zijn vaak verwaarloosd en overwoekerd. Je hoopt toch dat zo'n groot sportevenement ook wat doet voor de lokale sportactiviteiten, maar dat is dus niet zo, dat hebben wij met eigen ogen gezien. Het is heel triest, want juist zwarten zijn gek van voetbal, de blanken zijn meer van rugby. Met niet zo heel veel geld hadden ze daar veel aan kunnen doen. Maar daar hebben ze niet voor gekozen.'

Het Green Point Stadion bij Kaapstad, dé blikvanger van het WK, is een 'witte olifant'. Licht eens toe?

'Witte olifanten zijn dure maar nutteloze en onrendabele infrastructurele projecten zoals stadions, vliegvelden en metro's. Vooral in ontwikkelingslanden kom je ze regelmatig tegen. Ze worden niet of weinig gebruikt, genereren nauwelijks inkomsten, maar kosten wel veel geld. Het Green Point Stadion zou een witte olifant kunnen worden: het is bepaald niet het stadion waar Kaapstad zelf op zat te wachten. Kaapstad wilde een stadion dichtbij de townships, waar ook de voetbalclubs zitten, zodat de supporters straks ook naar de wedstrijden zouden kunnen. Maar dat is er niet gekomen omdat de Fifa niet wilde dat er beelden van armoedige townships de wereld over gaan. De voorzitter zag liever de Tafelberg op de achtergrond. Nu zit Kaapstad met een stadion waar na het wk waarschijnlijk nog maar weinig zal gebeuren: er komt geen voetbalclub of rugbyteam als vaste bespeler, dus ze zullen het moeten hebben van een enkele interlandwedstrijd of concert. Er zullen weinig inkomsten zijn, de onderhoudskosten zijn hoog en de half failliete gemeente Kaapstad zal ervoor moeten opdraaien. Het stadion dient alleen het belang van de Fifa.'

Wat zegt PricewaterhouseCoopers ervan, de accountant die veel prestigieuze projecten begeleidt?

'Jan Willem Velthuijsen van PwC heeft meegeschreven aan de financiële paragraaf van de Spelen van Peking, en heeft veel verstand van de financiële kant van dit soort megasportevenementen. Hij zegt dat iedereen in het wereldje wel weet dat de financiële baten van zo'n evenement vaak flink worden overdreven. Er worden mooie plaatjes geschetst, sommetjes van: er komen zoveel supporters, die geven zo en zoveel uit en dat heeft op de langere termijn dit effect op de plaatselijke economie. Het is bekend, dat dat soort rekensommen nooit helemaal klopt omdat bepaalde factoren bewust niet worden meegerekend. Bijvoorbeeld dat er juist heel veel toeristen wegblijven vanwege het wk, soms bijna net zoveel als het aantal supporters dat het trekt. Wil je uit zo'n evenement als het wk een langdurig positief effect halen, dan moet je het heel slim aanpakken, anders kost het alleen maar geld. Dat is Zuid-Afrika niet gelukt. Het wk kost ze miljarden, alleen al aan stadions en andere voorzieningen, maar ze krijgen er weinig voor terug. De miljarden die worden verdiend aan sponsoring en de verkoop van televisierechten gaan naar de Fifa. Die gaat er straks met de buit vandoor en Zuid-Afrika zal berooid achterblijven.'

Wat is 'free money'?

'Het is bekend dat in de slipstream van dit soort evenementen projecten van de grond komen waar eerder geen draagkracht voor was. Door ze nu te bestempelen als 'wk-projecten' is de centrale overheid bereid om er geld voor vrij te maken: free money wordt dat genoemd. In Zuid-Afrika gaat het bijvoorbeeld om de Gautrain, genoemd naar de provincie Gauteng waar Johannesburg deel van uitmaakt. Het is een metrolijn die Jo'burg verbindt met Pretoria, en in Jo'burg het centrum en het zakencentrum Sandton met het vliegveld. Het is een duur en prestigieus project dat al jaren in de pijplijn zat, en dat er anders niet zou zijn gekomen. Het zou ook nog een witte olifant kunnen worden, want je hebt kans dat die lijn straks maar weinig passagiers trekt. Openbaar vervoer is niet populair bij de middenklasse omdat het relatief onveilig is. De arme zwarten hebben er sowieso niets aan want de lijn verbindt alleen de betere, luxere delen van de stad met elkaar.'

Een belangrijk issue van het WK in Zuid-Afrika is natuurlijk de veiligheid.

'Zuid-Afrika zal ten tijde van het wk veranderen in een politiestaat; we kunnen er wel van uit gaan dat de supporters en vips niks overkomt. De supporters worden met bussen vervoerd, en rond de stadions zijn eindeloze cordons van politie en leger. De consequentie is dat de townships waarschijnlijk lang niet zoveel toeristen zullen trekken als ze hopen, terwijl ze zich juist voorbereiden op heel veel bezoekers met B&B's en kunstnijverheid. Wat wel grappig is: in Soweto vroegen we aan een bewoner hoe die de veiligheid inschatte en hij zei: ik ben vooral bang voor m?n eigen veiligheid, die Britse hooligans schijnen de boel kort en klein te slaan!'

Wat is je het meest bijgebleven van jullie reizen door Zuid-Afrika?

'De hoop die met name de zwarten hebben op een betere toekomst dankzij het wk. Sinds de afschaffing van de apartheid leeft er hoop op een beter leven, en de zwarten hebben teleurstelling op teleurstelling te verwerken gekregen. Economische verbetering blijft voor het gros van de bevolking uit, het gaat eerder slechter met het land dan beter. En ook nu zagen we dat weer gebeuren: de hoop die het wk losmaakt, en de teleurstelling als het besef groeit dat het er weer niet in zit. Een vuilnisman uit een sloppenwijk bij Kaapstad vroegen we of hij dacht dat het wk een succes zou worden. Voor jullie wel, zei hij. En voor jou? Ik zal er niks van merken, antwoordde hij.'

Wat hopen jullie te bereiken met dit boek?

'Wij hopen vurig dat we de discussie kunnen aanzwengelen over het gebrek aan aandacht voor de belangen van de plaatselijke bevolking. Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat de internationale gemeenschap zich in de aanloop naar Olympische Spelen of het wk, waar zo ontstellend veel geld mee is gemoeid,maar zo weinig druk maakt om wat er in zo'n land gebeurt. Voor Zuid-Afrika is het al te laat, maar over vier jaar is Brazilië, ook een ontwikkelingsland, aan de beurt voor het wk en twee jaar daarna zijn bovendien de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Het zou mooi zijn als de internationale sportwereld zou zeggen: laten we het anders doen. Ze hoeven echt geen voedselpakketten te gaan uitdelen. Maar als de Fifa en het ioc hun strenge eisen aan het gastland wat betreft de grootte van de stadions en de voorzieningen een klein beetje zouden aanpassen, wat het gastland veel geld zou schelen, zou dat al heel mooi zijn.'

Floor Milikowski en Evelien Hoekstra: De droom van Zuid-Afrika, Achter de schermen bij het WK 2010 (Carrera).

Uit: VPRO Gids nr. 46