Tatemae, dat is je anders voordoen dan je eigenlijk bent. Ook in Nederland kennen we dat, maar niet in de mate zoals in Japan. Hoe is dat zo gekomen? En hoe hou je die tatemae vol, als je je ware aard bijna nooit kunt laten zien?

Paulien Cornelisse gaat langs bij een huiltherapie-sessie, en krijgt een cursus Japanse etiquette. Ook duikt ze in de Japanse punkscene, één van de weinige plekken waar je jezelf kan zijn.

zelftest: open boek of verborgen juweel?

uit het dagboek van Paulien:

Tatemae betekent ongeveer ‘ervóór gebouwd’. Het is een woord dat te maken heeft met sociale interactie. Als je recht vanuit je hart spreekt, dan heet dat honne. Als je daarentegen zegt wat de sociale situatie van je verlangt, dan gebruik je tatemae.

Wij doen dat in Nederland natuurlijk ook (‘Wow Margreet, wat een statement, die jurk!’). Maar in Japan is de kloof tussen tatemae en honne wat groter.

masker

Omdat je in Japan vaak een sociaal masker op moet, vonden we het ook interessant om eens naar letterlijke maskers te kijken. En zo kwamen we terecht bij het Noh-theater. Noh is Japanse opera, van het ontoegankelijke soort. Natuurlijk zijn er mensen die er dol op zijn, maar de Japanners die ik kan, zeggen allemaal ‘dat begrijp ik niet’. Dit in tegenstelling tot kabuki, wat grappiger is, met spannende verhaallijnen en hevige emoties.

Wat Noh ‘moeilijk’ maakt, heeft ongetwijfeld deels te maken met de maskers die er gedragen worden. Emotionele uitdrukking wordt alleen overgebracht door de houding van het hoofd en het lichaam.

De maskers zijn expres vrij klein, omdat het de bedoeling is dat je wel ziet dat er iemand achter zit.

spook

Omdat tatemae op een bepaalde manier over een schijnwereld gaat, leek het ons interessant om ook eens te kijken naar een ander soort schijnwereld: die van de monsters en de spoken. Dat je daarin (een beetje) gelooft is in Japan veel geaccepteerder dan bij ons. De vraag die je aan een Japanner stelt is ook niet: Geloof je in spoken? Maar meer: Heb je wel eens een spook gezien? Dat levert doorgaans mooie verhalen op. Het onverklaarbare dat er in het leven zo nu en dan gebeurt, wordt op die manier verklaarbaar. In het westen moeten we het toch meestal zoeken in ons eigen hoofd – veel saaier!

De tekening hiernaast is van een zashiki warashi: een huiskamer-kind. Sommige huizen hebben, zo wil de legende, een kindspook. Die kan het huis beschermen tegen ongeluk, maar hij kan ook kattenkwaad uithalen.

Honderden jaren geleden, toen Japan straatarm was en er vaak hongersnood was, kwam het voor dat baby’s/kinderen gedood werden. Deze kinderen, zo ging het verhaal, bleven in spookvorm toch nog aanwezig.

De zashiki warashi die in het hotel woonde waar ik was, was op natuurlijke wijze gestorven, overigens.